Wet tot wijziging van de wet van 1 augustus 1985 houdende fiscale en andere bepalingen wat de occasionele redders en de slachtoffers van zogenaamde 'cold cases' betreft, de 15 janvier 2019

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van de wet van 1 augustus 1985 houdende fiscale en andere bepalingen

Art. 2. Artikel 31bis, § 2, 3°, van de wet van 1 augustus 1985 houdende fiscale en andere bepalingen, ingevoegd bij de wet van 27 december 2004, wordt aangevuld met een lid, luidende:

"Wanneer de verzoeker naar aanleiding van de feiten een klacht zou indienen, de hoedanigheid van benadeelde partij zou aannemen, zich burgerlijke partij zou stellen, een vordering zou instellen of een vonnis zou bekomen dan geldt, naargelang het geval, dezelfde termijn als deze voorzien in artikel 31bis, § 1, 3° of 4°. ".

Art. 3. In artikel 32 van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 26 maart 2003 en gewijzigd bij de wetten van 27 december 2004 en 31 mei 2016 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  1. paragraaf 1 wordt aangevuld met de bepaling onder 9°, luidende:

    "9° de uitzonderlijke schade ten gevolge van het langdurig in het ongewisse blijven omtrent de identiteit en de motieven van de dader of de daders.";

  2. paragraaf 2 wordt aangevuld met de bepaling onder 7°, luidende:

    "7° de uitzonderlijke schade ten gevolge van het langdurig in het ongewisse blijven omtrent de identiteit en de motieven van de dader of de daders.";

  3. paragraaf 3 wordt aangevuld met de bepaling onder 4°, luidende:

    "4° de uitzonderlijke schade ten gevolge van het langdurig in het ongewisse blijven omtrent de identiteit en de motieven van de dader of de daders.".

    Art. 4. In dezelfde wet wordt een artikel 37ter ingevoegd, luidende:

    "Art. 37ter. De maximumbedragen bedoeld in de artikelen 33, 36 en 37bis kunnen bij koninklijk besluit vastgesteld na overleg in Ministerraad worden verhoogd."

    Art. 5. In artikel 39 van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 26 maart 2003, wordt een paragraaf 2bis ingevoegd, luidende:

    " § 2bis. Onverminderd het subsidiariteitsbeginsel van de financiële hulp omschreven in artikel 31bis, § 1, 5°, en § 2, 4°, en in artikel 42quinquies, § 1, 3°, en § 2, 4°, treedt de Staat eveneens van rechtswege in de rechten van de verzoeker voor het bedrag van de toegekende hulp tegen de verzekeraar die zou kunnen tussenkomen ten voordele van de verzoeker, volgend op de opzettelijke gewelddaad of de daad bedoeld in artikel 31bis, § 2, 2°. ".

    HOOFDSTUK 3. - Overgangsbepalingen

    Art. 6. Artikel 32, § 1, 9°, artikel 32, § 2, 7°, en artikel 32, § 3, 4°, van de wet...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT