Wet tot wijziging van de wet van 1 augustus 1985 houdende fiscale en andere bepalingen wat de hulp aan de slachtoffers van terrorisme betreft, de 15 janvier 2019

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van de wet van 1 augustus 1985 houdende fiscale en andere bepalingen

Art. 2. In artikel 40bis, eerste lid, van de wet van 1 augustus 1985 houdende fiscale en andere bepalingen, ingevoegd bij de wet van 13 januari 2006, wordt het woord ", voorschot" ingevoegd tussen het woord "noodhulp" en de woorden "of aanvullende hulp".

Art. 3. In hoofdstuk III, afdeling IV, van dezelfde wet, wordt een onderafdeling 1 ingevoegd, die het artikel 42bis omvat, luidende "Algemene bepaling".

Art. 4. In artikel 42bis van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 1 april 2007 en gewijzigd bij de wet van 31 mei 2016, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  1. het eerste lid wordt aangevuld met de volgende zin:

    "Hij kan ook daden gepleegd buiten het Belgische grondgebied erkennen als daden van terrorisme.";

  2. tussen het eerste en het tweede lid, wordt een lid ingevoegd, luidende:

    "De Koning bepaalt de voorwaarden volgens dewelke tot erkenning kan overgegaan worden.".

    Art. 5. In onderafdeling 2, ingevoegd bij de wet van 3 februari 2019 tot wijziging van de wet van 1 augustus 1985 houdende fiscale en andere bepalingen wat de bevoegdheden van de commissie voor financiële hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden en aan de occasionele redders betreft inzake de slachtoffers van terrorisme, wordt een artikel 42quinquies ingevoegd, luidende:

    "Art. 42quinquies. § 1. De financiële hulp als bedoeld in artikel 31, 1° tot 4°, wordt toegekend aan de slachtoffers van terrorisme onder de volgende voorwaarden:

  3. de daad van terrorisme is gepleegd in België. In geval van een in het buitenland gepleegde daad van terrorisme moet het slachtoffer van terrorisme op het moment van deze daad de Belgische nationaliteit hebben of zijn gewone verblijfplaats in België hebben in de zin van artikel 4 van de wet van 16 juli 2004 houdende het Wetboek van internationaal privaatrecht. De daad van terrorisme moet bij een koninklijk besluit als bedoeld in artikel 42bis, eerste lid, erkend zijn;

  4. het verzoek tot het bekomen van een financiële hulp moet ingediend worden binnen een termijn van drie jaar vanaf de bekendmaking van het koninklijk besluit als bedoeld in artikel 42bis, tweede lid, waarbij de desbetreffende gebeurtenis als daad van terrorisme werd erkend;

  5. de schade kan niet afdoende worden hersteld door de dader of de burgerlijk aansprakelijke partij, op grond van een stelsel van sociale zekerheid of een private verzekering, noch op enige andere manier.

    § 2. De financiële hulp bedoeld in artikel 31, 5°, wordt toegekend wanneer de occasionele redders aan de volgende voorwaarden voldoen:

  6. op het Belgisch grondgebied geïntervenieerd hebben naar aanleiding van een daad van terrorisme of in geval van een in buitenland gepleegde daad van terrorisme op het moment van deze daad de Belgische nationaliteit hebben of zijn gewone verblijfplaats in België hebben in de zin van artikel 4 van de wet van 16 juli 2004 houdende het Wetboek van internationaal privaatrecht en deze daad moet bij koninklijk besluit erkend...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT