Wet tot wijziging van diverse bepalingen inzake de regelgeving betreffende het levenloos kind, de 19 décembre 2018

HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepaling

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

HOOFDSTUK 2. - Wijziging van de arbeidswet van 16 maart 1971

Art. 2. Artikel 39, tweede lid, van de arbeidswet van 16 maart 1971, vervangen bij de wet van 9 juli 2004 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 25 april 2014, wordt aangevuld met de volgende zin:

"Wanneer de werkneemster bevalt van een levenloos kind, wordt de arbeidsonderbreking toegekend op voorwaarde dat de zwangerschap minimaal honderdtachtig dagen heeft geduurd te rekenen van de verwekking.".

HOOFDSTUK 3. - Wijziging van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994

Art. 3. Artikel 114, vierde lid, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, vervangen bij de wet van 9 juli 2004 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 19 december 2014, wordt aangevuld met de volgende zin:

"Wanneer de gerechtigde bevalt van een levenloos kind, zijn het eerste tot het derde lid van toepassing, op voorwaarde dat de zwangerschap minimaal honderdtachtig dagen heeft geduurd te rekenen van de verwekking.".

HOOFDSTUK 4. - Wijziging van de wet van 18 juni 2018 houdende diverse bepalingen inzake burgerlijk recht en bepalingen met het oog op de bevordering van alternatieve vormen van geschillenoplossing

Art. 4. In artikel 4 van de wet van 18 juni 2018 houdende diverse bepalingen inzake burgerlijk recht en bepalingen met het oog op de bevordering van alternatieve vormen van geschillenoplossing, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  1. het voorgestelde artikel 58 van het Burgerlijk Wetboek wordt vervangen als volgt:

    "Art. 58. § 1. Wanneer een kind overleden is op het ogenblik van de vaststelling van de bevalling door de arts of de vroedvrouw na een zwangerschapsduur van honderdtachtig dagen te rekenen van de verwekking, maakt de ambtenaar van de burgerlijke stand een akte van een levenloos kind op, op basis van een medisch attest voorgelegd door een persoon die de inlichtingen kan meedelen welke vereist zijn voor het opmaken van de voornoemde akte.

    § 2. Wanneer een kind overleden is op het ogenblik van de vaststelling van de bevalling door de arts of de vroedvrouw na een zwangerschapsduur van honderdveertig dagen tot honderdnegenenzeventig dagen te rekenen van de verwekking, maakt de ambtenaar van de burgerlijke stand op...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT