Wet tot wijziging van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde wat de automatisering van de uitvoerbare titel inzake de belasting over de toegevoegde waarde betreft, de 26 novembre 2018

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

Art. 2. In artikel 52bis van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, ingevoegd bij de wet van 27 december 2006 en vervangen bij de wet van 30 juni 2017, wordt paragraaf 3 vervangen als volgt:

" § 3. Op straffe van nietigheid van het beslag, wordt de belastingschuld in een innings- en invorderingsregister opgenomen overeenkomstig artikel 85 binnen drie maanden na de kennisgeving van het in § 1, tweede lid, bedoelde proces-verbaal van beslag.

De opname van de belastingschuld in het innings- en invorderingsregister kan maar door verzending van het innings- en invorderingsbericht bedoeld in artikel 85, § 3, worden ter kennis gebracht aan de beslagene na de bekrachtiging van het beslag door de beslagrechter zoals bepaald in § 2, eerste lid. In afwijking van artikel 85, § 3, wordt dit innings- en invorderingsbericht bij aangetekende zending ter kennis gegeven. De afgifte van het stuk bij de aanbieder van de universele postdienst geldt als kennisgeving vanaf de derde daaropvolgende werkdag.

Door de loutere kennisgeving van dit innings- en invorderingsbericht wordt het bewarend beslag omgezet in een uitvoerend beslag en de daaropvolgende tenuitvoerlegging ervan gebeurt overeenkomstig artikel 1497 van het Gerechtelijk Wetboek.

Het uitvoerend beslag op roerende goederen zal vervolgens plaatsvinden overeenkomstig de bepalingen van artikel 1499 en volgende van het Gerechtelijk Wetboek, onverminderd de mogelijkheid voor de beslagene, in geval van veranderde omstandigheden, om de wijziging of opheffing van het beslag te verzoeken voor de beslagrechter.".

Art. 3. In artikel 83 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wetten van 8 augustus 1980, 15 maart 1999 en 26 maart 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  1. in paragraaf 1 wordt het tweede lid vervangen als volgt:

    "Elk rechtsgeding met betrekking tot de toepassing, de inning of de invordering van de belasting, de interesten en fiscale geldboeten dat wordt ingesteld door de Belgische Staat of door een schuldenaar van deze belasting en van deze boeten, met inbegrip van iedere persoon die niet is opgenomen in het innings- en invorderingsregister bedoeld in artikel 85, maar die gehouden is tot de betaling van de schuld op grond van dit Wetboek, van de besluiten genomen ter uitvoering ervan of van het gemeen recht, schorst de verjaring.";

  2. paragraaf 2 wordt vervangen als volgt:

    " § 2. Afstand van de verlopen tijd van de verjaring en de kennisgeving van de aanmaning tot betaling op de wijze als bedoeld in artikel 85, § 5, worden ten aanzien van hun gevolgen gelijkgesteld met de in paragraaf 1, eerste lid, bedoelde stuiting.".

    Art. 4. In artikel 84bis van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 4 augustus 1986 en gewijzigd bij de wet van 27 april 2016, worden de woorden "in artikel 91, § § 1 en 2" vervangen door de woorden "in artikel 91, § § 1 tot 2bis".

    Art. 5. In artikel 84quater van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 25 april 2007, wordt paragraaf 2, vervangen als volgt:

    " § 2. De aanvraag tot bemiddeling is onontvankelijk indien de schuldenaar van de belasting vooraf een rechtsvordering heeft ingesteld met toepassing van artikel 89, tweede lid, wanneer de deskundige schatting gevorderd werd met toepassing van artikel 59, § 2, of wanneer reeds uitspraak werd gedaan over de betwisting.

    Wanneer de schuldenaar van de belasting een rechtsvordering instelt met toepassing van artikel 89, tweede lid, wanneer de deskundige schatting gevorderd is met toepassing van artikel 59, § 2, of wanneer over de betwisting uitspraak werd gedaan vóór de kennisgeving van het bemiddelingsverslag, is de fiscale bemiddelingsdienst ontheven van zijn bevoegdheid.".

    Art. 6. In artikel 84quinquies, § 3, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 27 april 2007, worden de woorden "ambtenaar belast met de invordering" vervangen door het woord "ontvanger".

    Art. 7. In artikel 84septies van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 27 april 2007 en gewijzigd bij de wet van 18 december 2015, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

    1. in het...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT