Wet tot operationalisering van de procedure voor de uitvoering van vrijheidsstraffen van drie jaar of minder, de 29 juin 2021

Hoofdstuk 1. - Algemene bepaling

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van de wet van 17 mei 2006 betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten

Art. 2. In artikel 8, eerste lid, van de wet van 17 mei 2006 betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten, worden de woorden "of indien deze termijn niet kan worden gerespecteerd, onmiddellijk" ingevoegd tussen de woorden "tijdsvoorwaarde bevindt" en de woorden ", licht de directeur".

Art. 3. In artikel 23 van dezelfde wet, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  1. in paragraaf 1 wordt het eerste lid vervangen als volgt:

    "De beperkte detentie en het elektronisch toezicht kunnen worden toegekend aan de veroordeelde die zich, op zes maanden na, in de tijdsvoorwaarden bevindt voor de toekenning van de voorwaardelijke invrijheidstelling.";

  2. in paragraaf 2 wordt het eerste lid vervangen als volgt:

    "Vier maanden voordat de veroordeelde zich in de bij paragraaf 1, eerste lid, bepaalde tijdsvoorwaarde bevindt, of indien deze termijn niet kan worden gerespecteerd, onmiddellijk, licht de directeur hem schriftelijk in over de mogelijkheid tot het aanvragen van een beperkte detentie of een elektronisch toezicht.".

    Art. 4. In artikel 25/1, eerste lid, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 17 maart 2013, worden de woorden "of indien deze termijn niet kan worden gerespecteerd, onmiddellijk" ingevoegd tussen de woorden "tijdsvoorwaarde bevindt" en de woorden ", licht de directeur".

    Art. 5. In artikel 26/1, eerste lid, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 17 maart 2013, worden de woorden "of indien deze termijn niet kan worden gerespecteerd, onmiddellijk" ingevoegd tussen de woorden "tijdsvoorwaarde bevindt" en de woorden ", licht de directeur".

    Art. 6. In artikel 29 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  3. in paragraaf 2, eerste lid, worden de woorden "op de griffie van de strafuitvoeringsrechtbank of" en de woorden "ingeval de veroordeelde gedetineerd is" opgeheven;

  4. in paragraaf 2, tweede lid, worden de woorden ", behoudens bij toepassing van paragraaf 2/1," ingevoegd tussen de woorden "en bezorgt" en de woorden "een afschrift";

  5. de paragrafen 2/1 en 2/2 worden ingevoegd, luidende:

    " § 2/1. De veroordeelde, van wie de griffie van de gevangenis vaststelt, nadat hij zich spontaan na ontvangst van het bevel van het openbaar ministerie tot uitvoering van zijn veroordeling heeft aangeboden in de gevangenis, dat hij één of meer vrijheidsstraffen dient te ondergaan en hij zich op zes maanden na, in de tijdsvoorwaarden bevindt voor de toekenning van de voorwaardelijke invrijheidstelling, kan het schriftelijk verzoek bedoeld in paragraaf 2 onmiddellijk indienen, behoudens wanneer er overeenkomstig artikel 32 een gespecialiseerd advies vereist is. De griffie van de gevangenis zendt het schriftelijk verzoek en de opsluitingsfiche binnen vierentwintig uur over aan de griffie van de strafuitvoeringsrechtbank en bezorgt een afschrift van het schriftelijk verzoek en de opsluitingsfiche aan het openbaar ministerie.

    De tenuitvoerlegging van de vrijheidsstraf wordt van rechtswege eenmalig opgeschort vanaf het indienen van het schriftelijk verzoek. Deze opschorting neemt van rechtswege een einde vanaf de dag dat het vonnis van de strafuitvoeringsrechter die uitspraak doet over het verzoek in kracht van gewijsde is gegaan of, in geval van toekenning van het elektronisch toezicht, op het ogenblik van de effectieve plaatsing onder elektronisch toezicht. De verjaring van de in het verzoek vervatte straffen loopt niet tijdens deze periode van opschorting.

    Binnen vijftien werkdagen vanaf de indiening van het schriftelijk verzoek op de griffie van de gevangenis, legt de betrokken veroordeelde zijn dossier neer op de griffie van de strafuitvoeringsrechtbank. Dit dossier omvat de mededeling van de elementen die relevant zijn voor de specifiek aangevraagde strafuitvoeringsmodaliteit, met name:

    - indien het een verzoek tot...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT