Wet tot omzetting van richtlijn (EU) 2017/828 van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2017 tot wijziging van richtlijn 2007/36/EG wat het bevorderen van de langetermijnbetrokkenheid van aandeelhouders betreft, en houdende diverse bepalingen inzake vennootschappen en verenigingen, de 28 avril 2020

TITEL 1. - Algemene bepaling

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de grondwet.

TITEL 2. - Omzetting van richtlijn 2017/828

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling

Art. 2. Deze titel voorziet in de omzetting van richtlijn (EU) 2017/828 van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2017 tot wijziging van richtlijn 2007/36/EG wat het bevorderen van de langetermijnbetrokkenheid van aandeelhouders betreft.

HOOFDSTUK 2. - Wijzigingsbepalingen

Afdeling 1. - Wijzigingen van de wet van 27 oktober 2006 betreffende het toezicht op de instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening

Art. 3. In artikel 95 van de wet van 27 oktober 2006 betreffende het toezicht op de instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 11 januari 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  1. de bestaande tekst van de eerste drie leden vormt paragraaf 1 van dat artikel;

  2. een paragraaf 2 wordt ingevoegd, luidende:

    " § 2. In geval de IBP belegt in aandelen die op een gereglementeerde markt worden verhandeld, rechtstreeks of met tussenkomst van een kredietinstelling, en beleggingsonderneming of een beheervennootschap van instellingen voor collectieve belegging, neemt ze in de verklaring, bedoeld in paragraaf 1 hetzij een betrokkenheidsbeleid op, dat voldoet aan de vereisten van deze paragraaf, hetzij een duidelijke en gemotiveerde toelichting over de redenen waarom ze ervoor heeft gekozen niet aan een of meer van die vereisten te voldoen.

    Het betrokkenheidsbeleid beschrijft hoe de IBP aandeelhoudersbetrokkenheid in haar beleggingsstrategie integreert. Het beleid beschrijft hoe de IBP (i) toezicht uitoefent op de vennootschappen waarin is belegd, ten aanzien van relevante aangelegenheden waaronder toezicht op de strategie, de financiële en niet-financiële prestaties en risico's, de kapitaalstructuur, maatschappelijke en ecologische effecten, en corporate governance, (ii) een dialoog voert met de vennootschappen waarin is belegd, (iii) stemrechten en andere aan aandelen verbonden rechten uitoefent, (iv) samenwerkt met andere aandeelhouders, (v) communiceert met relevante belanghebbenden van de vennootschappen waarin is belegd, en (vi) feitelijke en potentiële belangenconflicten in verband met hun betrokkenheid beheerst.

    De instelling voor bedrijfspensioenvoorziening maakt jaarlijks in haar jaarverslag openbaar hoe haar betrokkenheidsbeleid is uitgevoerd, met onder meer een algemene beschrijving van haar stemgedrag, een toelichting bij de belangrijkste stemmingen en het gebruik van de diensten van volmachtadviseurs. Zij maakt openbaar hoe zij heeft gestemd op de algemene vergaderingen van vennootschappen waarvan zij aandelen bezit. Stemmingen die wegens het onderwerp van de stemming of de grootte van het belang in de vennootschap onbetekenend zijn, mogen uit deze openbaarmaking worden weggelaten.

    Wanneer een beleggingsonderneming, een beheerder van alternatieve instellingen voor collectieve belegging, een beheervennootschap van instellingen voor collectieve belegging of een beleggingsvennootschap namens de IBP het betrokkenheidsbeleid uitvoert, met inbegrip van stemmingen, verwijst de IBP in de verklaring bedoeld in paragraaf 1 of in haar jaarverslag naar de plaats waar de beleggingsonderneming, de beheerder van alternatieve instellingen voor collectieve belegging, de beheervennootschap van instellingen voor collectieve belegging of de beleggingsvennootschap steminformatie voor het publiek beschikbaar heeft gemaakt.

    De bepalingen van artikel 91, § 1, eerste lid, 1°, zijn ook van toepassing op betrokkenheidsactiviteiten.";

  3. een paragraaf 3 wordt ingevoegd, luidende:

    " § 3. De in paragraaf 2 bedoelde instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening maken openbaar hoe de voornaamste elementen van hun beleggingsstrategie inzake aandelen zijn afgestemd op het profiel en de looptijd van hun verplichtingen, in het bijzonder hun langetermijnverplichtingen, en hoe zij bijdragen aan de middellange- tot langetermijnprestaties van hun activa.

    Wanneer een beleggingsonderneming, een kredietinstelling, een beheerder van alternatieve instellingen voor collectieve belegging, een beheervennootschap van instellingen voor collectieve belegging of een beleggingsvennootschap voor rekening van een instelling voor bedrijfspensioenvoorziening belegt, maakt de instelling voor bedrijfspensioenvoorziening de volgende informatie betreffende haar regeling met hen openbaar:

  4. hoe die regeling hen ertoe aanzet hun beleggingsstrategie en -beslissingen in overeenstemming te brengen met het profiel en de looptijd van de verplichtingen, in het bijzonder de langetermijnverplichtingen, van de instelling voor bedrijfspensioenvoorziening;

  5. hoe die regeling hen ertoe aanzet beleggingsbeslissingen te nemen op basis van beoordelingen van de financiële en niet-financiële prestaties op middellange tot lange termijn van de vennootschap waarin is belegd, en in voorkomend geval aanzet tot betrokkenheid bij vennootschappen waarin is belegd teneinde hun prestaties op middellange tot lange termijn te verbeteren;

  6. hoe de methode en de tijdshorizon die voor de evaluatie van hun prestaties worden gebruikt en de vergoeding voor de vermogensbeheerdiensten overeenstemmen met het profiel en de looptijd van de verplichtingen, in het bijzonder de langetermijnverplichtingen, van de instelling voor bedrijfspensioenvoorziening, en de absolute langetermijnprestaties in aanmerking nemen;

  7. hoe de instelling voor bedrijfspensioenvoorziening toezicht uitoefent op de aan de omloopsnelheid van de portefeuille verbonden kosten die zij maken, hoe de beoogde omloopsnelheid van de portefeuille wordt vastgesteld en hoe daarop toezicht wordt uitgeoefend;

  8. de looptijd van de regelingen met hen.

    Wanneer die regelingen een of meer van de elementen bedoeld in het tweede lid, 1° tot 5°, niet bevatten, maakt de instelling voor bedrijfspensioenvoorziening de redenen daarvoor openbaar.

    De in deze paragraaf bedoelde informatie wordt jaarlijks geactualiseerd tenzij er geen materiële wijziging is.

    De instelling voor bedrijfspensioenvoorziening kan de in deze paragraaf bedoelde informatie opnemen in de verklaring bedoeld in paragraaf 1 of in haar jaarverslag.";

  9. de bestaande tekst van het huidige vierde lid vormt de paragraaf 4 van dit artikel;

  10. in het huidige vierde lid, dat paragraaf 4 wordt, worden de woorden "van deze verklaring" vervangen door de woorden "van de verklaring bedoeld in paragraaf 1".

    Afdeling 2. - Wijzigingen van de wet van 2 mei 2007 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen in emittenten waarvan aandelen zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt en houdende diverse bepalingen

    Art. 4. In de wet van 2 mei 2007 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen in emittenten waarvan aandelen zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt en houdende diverse bepalingen wordt een titel II/1 ingevoegd, luidende "Titel II/1. Identificatie van aandeelhouders, doorgifte van informatie en facilitering van de uitoefening van aandeelhoudersrechten in de genoteerde vennootschappen".

    Art. 5. In titel II/1, ingevoegd bij artikel 4, wordt een artikel 29/1 ingevoegd, luidende:

    "Art. 29/1. De vennootschappen die hun statutaire zetel in België hebben en waarvan de aandelen tot de handel op een in een lidstaat gelegen of werkzame gereglementeerde markt zijn toegelaten hebben het recht om hun aandeelhouders te identificeren.".

    Art. 6. In dezelfde titel II/1 wordt een artikel 29/2 ingevoegd, luidende:

    "Art. 29/2. § 1. Voor de toepassing van de artikelen 29/3 tot 29/6, wordt met "tussenpersoon" een persoon bedoeld zoals:

  11. een beleggingsonderneming als gedefinieerd in artikel 4, lid 1, punt 1, van richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten voor financiële instrumenten en tot wijziging van richtlijn 2002/92/EG en richtlijn 2011/61/EU;

  12. een kredietinstelling als gedefinieerd in artikel 4, lid 1, punt 1, van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012; of

  13. een centrale effectenbewaarinstelling zoals gedefinieerd in artikel 2, lid 1, punt 1, van Verordening (EU) nr. 909/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende de verbetering van de effectenafwikkeling in de Europese Unie, betreffende centrale effectenbewaarinstellingen en tot wijziging van richtlijnen 98/26/EG en 2014/65/EU en Verordening (EU) nr. 236/2012,

    die voor rekening van aandeelhouders of andere personen diensten verricht zoals de bewaring van aandelen, het beheer van aandelen of het aanhouden van effectenrekeningen.

    § 2. De artikelen 29/3 tot 29/6 zijn van toepassing op tussenpersonen zodra zij diensten verlenen aan aandeelhouders of aan andere tussenpersonen met betrekking tot aandelen van vennootschappen die hun statutaire zetel in België hebben en waarvan de aandelen tot de handel op een in een lidstaat gelegen of werkzame gereglementeerde markt zijn toegelaten, ongeacht het land waar die tussenpersonen zijn gevestigd.".

    Art. 7. In dezelfde titel II/1 wordt een artikel 29/3 ingevoegd, luidende:

    "Art. 29/3. § 1. Op verzoek van de vennootschap of een door haar aangewezen derde delen de tussenpersonen aan de vennootschap onverwijld de volgende gegevens mee die het mogelijk maken de identiteit van de aandeelhouders vast te stellen:

  14. naam en contactgegevens, met inbegrip van het volledige adres en, indien beschikbaar, het e-mailadres, van de aandeelhouder en, indien het een rechtspersoon betreft, zijn registratienummer of, indien dat niet beschikbaar is, zijn unieke identificatiecode, zoals de identificatiecode voor juridische entiteiten;

  15. het aantal gehouden aandelen; en

  16. uitsluitend voor zover de vennootschap daarom vraagt, de soorten aandelen en de datum sinds welke de aandelen...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT