Wet tot hervorming van het statuut van de gerechtsdeurwaarders en andere diverse bepalingen, de 26 décembre 2022

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het Gerechtelijk Wetboek

Art. 2. In artikel 509, § 1, van het Gerechtelijk Wetboek, vervangen bij de wet van 7 januari 2014 en gewijzigd bij de wet van 13 april 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  1. in het derde lid wordt de zin "Zij worden door de Koning voor het leven benoemd uit de kandidaten voorgedragen overeenkomstig de in artikel 515 bedoelde regels." vervangen als volgt: "Zij worden door de Koning benoemd uit de kandidaten voorgedragen overeenkomstig de in artikel 515 bedoelde regels. Ze worden tot de leeftijd van zeventig jaar benoemd. Wanneer er, op de leeftijd van zeventig jaar, nog geen dertig jaar is verstreken sinds hun benoeming, blijven zij benoemd tot na het verstrijken van deze termijn en uiterlijk tot de leeftijd van vijfenzeventig jaar. Twee jaar voor het bereiken van de door dit lid vastgestelde grens worden zij als ontslagnemend beschouwd.";

  2. de paragraaf wordt aangevuld met een lid, luidende:

    "Tijdens het burgerlijk jaar waarin zij als ontslagnemend worden beschouwd, wordt met de procedure om te voorzien in hun vervanging een aanvang genomen. Zij kunnen het ambt verder uitoefenen als ontslagnemend gerechtsdeurwaarder binnen de in het derde lid vastgestelde grenzen. Zodra zij hun activiteiten effectief hebben gestaakt, is de procedure bedoeld in artikel 523, § 1, van toepassing.".

    Art. 3. In artikel 510 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 7 januari 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  3. de eerste paragraaf wordt aangevuld met een lid, luidende:

    "Zij worden benoemd tot de leeftijd van zeventig jaar.";

  4. paragraaf 3, 2°, wordt vervangen als volgt:

    "2° een gedrag hebben dat in overeenstemming is met de eisen van de beoogde betrekking. Het vervullen van deze voorwaarde wordt bewezen door middel van een uittreksel uit het strafregister dat dateert van na de bekendmaking van de oproep tot kandidaatstelling bedoeld in paragraaf 2, tweede lid, waaruit blijkt dat de kandidaat-gerechtsdeurwaarder niet werd veroordeeld, zelfs niet met uitstel, bij een in kracht van gewijsde gegane veroordeling, tot enige correctionele of criminele straf, tenzij hij in eer en rechten hersteld is. Deze bepaling is van overeenkomstige toepassing op de personen die in het buitenland werden veroordeeld tot soortgelijke, in kracht van gewijsde gegane veroordelingen.".

    Art. 4. In artikel 511, § 4, tweede lid, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 7 januari 2014, worden de zinnen "Het stageboekje wordt in tweevoud opgemaakt. Een exemplaar wordt aan de stagiair tegen ontvangstbewijs afgegeven. Het tweede wordt aan de Nationale Kamer van Gerechtsdeurwaarders overgezonden." vervangen als volgt : "De vorm, de wijze van afgifte alsook de voorwaarden voor het bijhouden van dit stageboekje worden vastgesteld door de Koning.".

    Art. 5. In artikel 512 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 7 januari 2014 en gewijzigd bij de wet van 4 mei 2016, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  5. in paragraaf 2, 2°, worden de woorden "uit drie verschillende gerechtelijke arrondissementen", vervangen door de woorden "die ten minste uit twee verschillende gerechtelijke arrondissementen afkomstig zijn en, wanneer zij uit hetzelfde gerechtelijke arrondissement afkomstig zijn, die afkomstig zijn uit twee verschillende gerechtelijke kantons,";

  6. in paragraaf 2, 2°, worden de woorden "drie jaren" vervangen door de woorden "vijf jaren";

  7. in paragraaf 3 wordt het eerste lid aangevuld met de volgende zin:

    "Geen enkel lid mag de leeftijd van zesenzestig jaar bereikt hebben op het ogenblik van het indienen van zijn kandidatuur tenzij hij zijn beroep gedurende vier volle jaren kan blijven uitoefenen en op voorwaarde dat hij de leeftijd van eenenzeventig jaar niet heeft bereikt op het ogenblik van het indienen van zijn kandidatuur.";

  8. in paragraaf 3, wordt het vijfde lid aangevuld met de woorden "of met een mandaat binnen het directiecomité van de Nationale Kamer";

  9. in paragraaf 3, zesde lid, worden de woorden "Elk lid kan op zijn verzoek door de voorzitter van de benoemingscommissie van zijn mandaat worden ontheven" ingevoegd tussen de woorden "herbenoemd worden." en de woorden "Een effectief lid";

  10. in paragraaf 3, zesde lid, worden de woorden "of ontslagnemende is" ingevoegd tussen de woorden "uit te oefenen" en de woorden "wordt van rechtswege";

  11. in paragraaf 3 wordt het zesde lid aangevuld met de volgende zin:

    "Indien de resterende duur van het mandaat minder dan twee jaar bedraagt, wordt deze niet in aanmerking genomen voor de toepassing van de in deze bepaling vastgestelde beperking van het aantal mandaten.";

  12. in paragraaf 4 wordt tussen het eerste en het tweede lid een lid ingevoegd, luidende:

    "Bij afwezigheid van de voorzitter wordt het voorzitterschap van de benoemingscommissie waargenomen door de ondervoorzitter en bij diens afwezigheid, door het oudste aanwezige lid.";

  13. in paragraaf 4 wordt het vroegere tweede lid dat het derde lid wordt, aangevuld met de volgende zin:

    "Bij afwezigheid van de voorzitter wordt het voorzitterschap waargenomen door de ondervoorzitter die behoort tot dezelfde commissie als de voorzitter in functie en bij diens afwezigheid, door het oudste aanwezig lid dat behoort tot dezelfde commissie als de voorzitter in functie.";

  14. in paragraaf 5, eerste lid, worden de woorden ", of een meerderheid van de leden van elke benoemingscommissie in geval van een beraadslaging of beslissing van de verenigde benoemingscommissies," ingevoegd tussen de woorden "van de benoemingscommissie" en de woorden "aanwezig zijn.";

  15. in paragraaf 5, tweede lid, worden de woorden "de voorzitter van de benoemingscommissie of van de ondervoorzitter die hem vervangt" vervangen door de woorden "het lid dat het voorzitterschap waarneemt";

  16. paragraaf 6 wordt aangevuld met de volgende zin:

    "De leden van een benoemingscommissie zijn tot geheimhouding verplicht. Artikel 458 van het Strafwetboek is op hen van toepassing.".

    Art. 6. Artikel 514 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 7 januari 2014, wordt aangevuld met een paragraaf 4, luidende:

    " § 4. Een kandidaat-gerechtsdeurwaarder van wie de inschrijving op het tableau met toepassing van paragraaf 1, van paragraaf 2 of van artikel 510, § 1, is weggelaten, mag de titel voeren van ere-kandidaat-gerechtsdeurwaarder, indien die hem door de Koning werd verleend.".

    Art. 7. In artikel 515 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 7 januari 2014 en gewijzigd bij de wetten van 4 mei 2016 en 28 november 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  17. in paragraaf 1, tweede lid, wordt het woord "vijf" vervangen door het woord "drie";

  18. in paragraaf 1, derde lid, wordt het woord "twee" vervangen door het woord "één";

  19. in paragraaf 3, wordt de eerste zin van het tweede lid aangevuld met het woord "uitsluitend";

  20. paragraaf 5, tweede lid, wordt aangevuld met de volgende zin:

    "In voorkomend geval neemt de benoeming een aanvang op de datum van de beëindiging van de activiteiten van de vervangen ontslagnemende gerechtsdeurwaarder bedoeld in artikel 509, § 1, derde lid.";

  21. paragraaf 6 wordt opgeheven.

    Art. 8. In artikel 517, § 1, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 7 januari 2014, worden de woorden "nadat hij in kennis is gesteld van het besluit van zijn benoeming" vervangen door de woorden "na de inwerkingtreding van het aan hem ter kennis gebrachte benoemingsbesluit".

    Art. 9. In artikel 518 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 25 april 2014, wordt het derde lid opgeheven.

    Art. 10. In artikel 523 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 7 januari 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  22. in paragraaf 1, eerste lid, worden de woorden "of ontslag neemt met onmiddellijke ingang" vervangen door de woorden ", ontslag neemt of in geval van vernietiging van zijn benoeming";

  23. in paragraaf 1, eerste lid, worden de woorden "in overleg met" vervangen door de woorden "op voorstel van";

  24. in paragraaf 1, eerste lid, worden de woorden "of ontslag" vervangen door de woorden ", het ontslag of de vernietiging van de benoeming";

  25. in paragraaf 1, tweede lid, worden de woorden "of de gerechtsdeurwaarder wiens benoeming vernietigd werd" ingevoegd tussen de woorden "ontslagnemende gerechtsdeurwaarder" en de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT