Wet houdende wijziging van boeken I, VI en XV van het Wetboek van economisch recht, de 8 mai 2022
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.
Art. 2. Deze wet voorziet in de omzetting van de Richtlijn (EU) 2019/2161 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019 tot wijziging van Richtlijn 93/13/EEG van de Raad en Richtlijnen 98/6/EG, 2005/29/EG en 2011/83/EU van het Europees Parlement en de Raad wat betreft betere handhaving en modernisering van de regels voor consumentenbescherming in de Unie.
HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het Wetboek van economisch recht
Afdeling 1. - Wijziging van boek I, titel 1
Art. 3. Artikel I.1, eerste lid, van het Wetboek van economisch recht, ingevoegd bij de wet van 7 november 2013 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 23 maart 2019, wordt aangevuld met een bepaling onder 18°, luidende:
"18° persoonsgegevens: de persoonsgegevens zoals gedefinieerd in artikel 4, punt 1), van Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van richtlijn 95/46/EG.".
Afdeling 2. - Wijzigingen van boek I, titel 2
Art. 4. In artikel I.8 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 21 december 2013 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 15 april 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° de bepaling onder 34° wordt vervangen als volgt:
"34° dienstenovereenkomst: iedere andere overeenkomst dan een verkoopovereenkomst, waarbij de onderneming de consument een dienst, met inbegrip van een digitale dienst, levert of zich ertoe verbindt deze te leveren en de consument de prijs daarvan betaalt of zich ertoe verbindt de prijs te betalen;";
2° de bepaling onder 35°, opgeheven bij de wet van 11 augustus 2017, wordt hersteld in de volgende lezing:
"35° digitale inhoud: gegevens die in digitale vorm worden geproduceerd en geleverd;";
3° het artikel wordt aangevuld met de bepalingen onder 40° tot 47°, luidende:
"40° digitale dienst:
-
een dienst die de consument in staat stelt gegevens in digitale vorm te creëren, te verwerken of op te slaan, of toegang tot die gegevens te krijgen; of
-
een dienst die voorziet in de mogelijkheid van het delen van gegevens of andere interactie met gegevens in digitale vorm die door de consument of door andere gebruikers van die dienst worden geüpload of gecreëerd;
41° onlinemarktplaats: een dienst die gebruiktmaakt van software, waaronder een website, een deel van een website, of een applicatie, beheerd door of namens de onderneming, die consumenten in staat stelt op afstand overeenkomsten te sluiten met andere ondernemingen of consumenten;
42° aanbieder van een onlinemarktplaats: iedere onderneming die consumenten een onlinemarktplaats aanbiedt;
43° compatibiliteit: het vermogen van de digitale inhoud of digitale dienst om te functioneren met hardware of software waarmee digitale inhoud of digitale diensten van hetzelfde type gewoonlijk worden gebruikt, zonder de noodzaak om de digitale inhoud of digitale dienst te converteren;
44° functionaliteit: het vermogen van de digitale inhoud of digitale dienst om zijn functies te vervullen met betrekking tot het doel ervan;
45° interoperabiliteit: het vermogen van de digitale inhoud of digitale dienst om te functioneren met hardware of software die verschilt van die waarmee digitale inhoud of digitale diensten van hetzelfde type gewoonlijk worden gebruikt;
46° rangschikking: het relatieve belang dat wordt gegeven aan producten zoals gepresenteerd, georganiseerd of meegedeeld door de onderneming, ongeacht de voor die presentatie, organisatie of mededeling gebruikte technologische middelen;
47° product: goederen, diensten, onroerende goederen, digitale diensten, digitale inhoud, rechten en verplichtingen.".
Art. 5. In artikel I.20 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 17 juli 2013 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 20 maart 2022, wordt de bepaling onder 11° ingevoegd, luidende:
"11° grensoverschrijdende inbreuk: de gevallen waarin:
-
de inbreuk haar oorsprong vindt of plaatsvindt in een ander land dan België;
-
degene die schade ondervindt ingevolge de inbreuk, zich in een ander land dan België bevindt;
-
de onderneming die de inbreuk pleegt, gevestigd is in een ander land dan België;
-
bewijsmateriaal of vermogensbestanddelen van de onderneming met betrekking tot de inbreuk gevonden kunnen worden in een ander land dan België.".
Art. 6. In boek I, titel 2, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 26 december 2013, wordt het hoofdstuk 12 "Definitie eigen aan boek XVII" opgeheven.
Art. 7. In dezelfde titel, wordt in hoofdstuk 13 "Definities eigen aan boek XVII", ingevoegd bij de wet van 28 maart 2014, een artikel I.20/1 ingevoegd, luidende:
"Art. I.20/1. Voor de toepassing van boek XVII wordt verstaan onder "bevoegde instantie", elke organisatie die naar het recht van een lidstaat is opgericht, die een rechtmatig belang heeft bij het instellen van een vordering tot staking van een inbreuk om de collectieve belangen van de consumenten te beschermen op grond van de criteria vastgesteld door het recht van die lidstaat.".
Afdeling 3. - Wijzigingen van boek VI
Art. 8. In artikel VI.2 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 21 december 2013 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 20 maart 2022, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in de inleidende zin worden de woorden "door een overeenkomst bedoeld in artikel VI.66, verstrekt" vervangen door de woorden "door een overeenkomst bedoeld in artikel VI.66, § 1, verstrekt";
2° de bepalingen onder 8° en 9° worden vervangen als volgt:
"8° desgevallend, de functionaliteit van goederen met digitale elementen, digitale inhoud en digitale diensten, met inbegrip van toepasselijke technische beveiligingsvoorzieningen;
9° desgevallend, iedere relevante compatibiliteit en interoperabiliteit van goederen met digitale elementen, digitale inhoud en digitale diensten waarvan de onderneming op de hoogte is of redelijkerwijs kan worden geacht op de hoogte te zijn;".
Art. 9. In boek VI, titel 2, hoofdstuk 1, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 21 december 2013, wordt een artikel VI.2/1 ingevoegd, luidende:
"Art. VI.2/1. Artikel VI.2 is ook van toepassing wanneer de onderneming digitale inhoud die niet op een materiële drager wordt geleverd of een digitale dienst levert of zich ertoe verbindt deze te leveren aan de consument en de consument persoonsgegevens verstrekt aan de onderneming of zich ertoe verbindt deze te verstrekken, behalve wanneer de persoonsgegevens uitsluitend worden verwerkt door de onderneming voor het leveren van de digitale inhoud die niet op materiële drager wordt geleverd of de digitale inhoud of om de onderneming in staat te stellen te voldoen aan de op haar van toepassing zijnde wettelijke vereisten, en de onderneming die gegevens voor geen enkel ander doel verwerkt.".
Art. 10. In boek VI, titel 2, hoofdstuk 6, van hetzelfde Wetboek, wordt afdeling 1, opgeheven bij de wet van 26 oktober 2015, hersteld in de volgende lezing:
"Aankondigingen van prijsverminderingen".
Art. 11. In afdeling 1, ingevoegd bij artikel 10, wordt artikel VI.18, opgeheven bij de wet van 26 oktober 2015, hersteld in de volgende lezing:
"Art. VI.18. § 1. Bij aankondigingen van prijsverminderingen aan de consument wordt de vorige prijs aangeduid die door de onderneming is toegepast gedurende een bepaalde periode voorafgaand aan de toepassing van de prijsvermindering.
Onder de vorige prijs wordt verstaan de laagste prijs die door de onderneming is toegepast tijdens een periode van dertig dagen voor de toepassing van de prijsvermindering.
Indien de onderneming meerdere verkooppunten uitbaat of verkooptechnieken gebruikt, is de referentieprijs de laagste prijs die zij in de in het tweede lid bedoelde periode heeft toegepast in het verkooppunt of via de verkooptechniek waarvoor de aankondiging wordt gedaan.
§ 2. Voor producten die minder dan dertig dagen op de markt zijn, is de vorige prijs de laagste prijs die door de onderneming is toegepast tijdens een periode die niet korter is dan zeven dagen voor de toepassing van de prijsvermindering.
§ 3. De in paragrafen 1 en 2 bedoelde periodes zijn niet van toepassing voor goederen die snel bederven of een beperkte houdbaarheid hebben.".
Art. 12. In dezelfde afdeling 1 wordt artikel VI.19, opgeheven bij de wet van 26 oktober 2015, hersteld in de volgende lezing:
"Art. VI.19. In afwijking van artikel VI.18, § 1, tweede lid, is de vorige prijs de prijs zonder prijsvermindering, voorafgaand aan de toepassing van de eerste prijsvermindering, wanneer de prijsvermindering gedurende een ononderbroken periode van maximaal dertig dagen progressief wordt verhoogd.".
Art. 13. In artikel VI.38, tweede lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 21 december 2013, wordt het woord "23° " vervangen door het woord "27° ".
Art. 14. In boek VI, titel 3, hoofdstuk 1, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 21 december 2013, wordt een nieuw artikel VI.44/1 ingevoegd, luidende:
"Art. VI.44/1. De artikelen VI.40 tot VI.44 zijn ook van toepassing wanneer de onderneming digitale inhoud die niet wordt geleverd op een materiële drager of een digitale dienst levert of zich ertoe verbindt deze te leveren aan de consument en de consument persoonsgegevens aan de onderneming verstrekt of zich ertoe verbindt deze te verstrekken, behalve wanneer de door de consument verstrekte persoonsgegevens uitsluitend worden verwerkt door de onderneming voor het leveren van de digitale inhoud die niet op een materiële drager wordt geleverd of de digitale dienst of om de onderneming in staat te stellen te voldoen aan de op haar van toepassing zijnde...
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI