Wet houdende tijdelijke ondersteunings- maatregelen ten gevolge van de energiecrisis, de 30 octobre 2022

TITEL 1. - Algemene bepaling

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

TITEL 2. - Financiën

Enig HOOFDSTUK. - Uitstel van de betalingstermijnen inzake de inkomstenbelastingen en de bedrijfsvoorheffing

Art. 2. In afwijking van artikel 412, tweede lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gewijzigd bij de wet van 24 maart 2015, wordt de betalingstermijn van de bedrijfsvoorheffing verbonden aan de maanden november en december 2022 verlengd tot respectievelijk 15 februari en 15 maart 2023.

In afwijking van artikel 412, derde lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 28 juli 1992, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 20 juli 2000 en 13 juli 2001 en gewijzigd bij de wet van 19 december 2014, wordt de betalingstermijn van de bedrijfsvoorheffing verbonden aan het vierde kwartaal 2022 verlengd tot 15 maart 2023.

Art. 3. In afwijking van artikel 413, eerste lid, vervangen bij de wet van 15 maart 1999, en tweede lid, ingevoegd bij de wet van 17 juni 2013, van hetzelfde Wetboek, wordt de betalingstermijn voor aanslagjaar 2022 verlengd met twee maanden voor de inkomstenbelastingen opgenomen in een kohier uitvoerbaar verklaard tot 31 oktober 2023.

Het eerste lid raakt niet aan de toepassing van artikel 413, derde en vierde lid, van hetzelfde Wetboek.

Art. 4. In afwijking van artikel 413/1, § 2, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 1 december 2016, wordt de betalingstermijn verlengd met twee maanden voor aanslagjaar 2022 voor het resterend verschuldigd gedeelte van de inkomstenbelastingen gevestigd op basis van de inkomsten bedoeld in artikel 413/1, § 1, van hetzelfde Wetboek, opgenomen in een kohier uitvoerbaar verklaard tot 31 oktober 2023.

Art. 5. In afwijking van artikel 414 van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 2 april 2021, geeft de verlenging van de termijnen bedoeld in de artikelen 2 tot 4 geen aanleiding tot de aanrekening van interest in hoofde van de belastingschuldige.

Art. 6. In afwijking van artikel 445 van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 17 februari 2021, geeft de verlenging van de termijnen bedoeld in de artikelen 2 tot 4 geen aanleiding tot de toepassing van administratieve boetes.

Art. 7. Dit hoofdstuk heeft uitwerking met ingang van 1 november 2022.

TITEL 3. - Economie

Enig HOOFDSTUK. - Wijzigingen van de wet van 26 juni 2022 houdende toekenning van een toelage voor het aanschaffen van huisbrandolie of propaan in bulk bestemd voor de verwarming van een privéwoning

Art. 8. In artikel 3 van de wet van 26 juni 2022 houdende toekenning van een toelage voor het aanschaffen van huisbrandolie of propaan in bulk bestemd voor de verwarming van een privéwoning, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  1. in paragraaf 1, eerste lid, wordt het cijfer "225" vervangen door het cijfer "300" en worden de woorden "31 december 2022" vervangen door de woorden "31 maart 2023";

  2. in paragraaf 1, derde lid, wordt de bepaling onder 2° vervangen als volgt:

    "2° het betalingsbewijs van de factuur of de afrekening van de onderneming in het geval van termijnbetalingen of een certificaat van het OCMW of van de leverancier of enig ander document dat bewijst dat de rechthebbende in orde is met de betalingen.";

  3. in de paragrafen 3 en 5 worden de woorden "10 januari 2023" telkens vervangen door de woorden "30 april 2023".

    Art. 9. In artikel 4 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  4. in de inleidende zin worden de woorden "voor 15 april 2023," ingevoegd tussen de woorden "aan de FOD Economie," en de woorden "via een informaticaplatform", en worden de woorden "31 december 2022" vervangen door de woorden "31 maart 2023";

  5. in de bepaling onder 7° worden de woorden "of de afrekening van de onderneming in het geval van termijnbetalingen die bewijst dat de rechthebbende in orde is met de betalingen" opgeheven;

  6. de bepalingen onder 9° en 10° worden ingevoegd, luidende:

    "9° het adres van de levering;

  7. het type energie.";

  8. het artikel wordt aangevuld met een lid, luidende:

    "De Koning kan aanvullende rapportagemodaliteiten bepalen.".

    Art. 10. In dezelfde wet wordt een artikel 4/1 ingevoegd, luidende:

    "Art. 4/1. De eigenaars van een of meer opbrengst-eigendommen bezorgen aan de FOD Economie, voor 15 april 2023, via een informaticaplatform, voor de woningen die ze beheren, die worden verwarmd met huisbrandolie of propaan in bulk, en waarvoor een levering plaatsvond tussen 15 november 2021 en 31 maart 2023 inbegrepen:

  9. het ondernemingsnummer van de onderneming;

  10. het klantnummer;

  11. het factuurnummer;

  12. de factuurdatum;

  13. de datum van de levering;

  14. de kopie van de factuur van de bestelling van huisbrandolie of propaan in bulk bestemd voor de verwarming;

  15. het betalingsbewijs van de factuur;

  16. het adres van de levering;

  17. het type energie.

    De Koning kan aanvullende rapportagemodaliteiten bepalen.".

    Art. 11. In artikel 5, tweede lid, van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  18. in de bepaling onder 1° worden de woorden "de naam, de voornaam en" opgeheven;

  19. het lid wordt aangevuld met de bepalingen onder 6°, 7° en 8°, luidende:

    "6° het KBO-nummer van hun klant;

  20. het type energie;

  21. de datum van de factuur.".

    Art. 12. In artikel 6, eerste lid, van dezelfde wet worden de woorden "15 maart 2023" vervangen door de woorden "30 juni 2023".

    Art. 13. In artikel 10, eerste lid, van dezelfde wet worden de woorden "in artikel 4, eerste lid, in artikel 4/1, eerste lid, en" ingevoegd tussen de woorden "de gegevens bedoeld" en de woorden "in artikel 5, tweede lid".

    Art. 14. In artikel 11 van dezelfde wet worden de woorden ", artikel 4/1" ingevoegd tussen de woorden "artikel 4" en de woorden "en artikel 6".

    Art. 15. In dezelfde wet wordt een artikel 11/1 ingevoegd, luidende:

    "Art. 11/1. De Koning kan het bedrag van de toelage bedoeld in artikel 3, § 1, eerste lid, verhogen, ten laste van de algemene uitgavenbegroting en binnen de perken van de beschikbare begrotingsmiddelen. De Koning bepaalt de regels en de voorwaarden van deze verhoging."

    Art. 16. In dezelfde wet wordt een artikel 11/2 ingevoegd, luidende:

    "Art. 11/2. Bij twijfel over de ontvankelijkheid van de aanvraag kunnen de personeelsleden van de FOD Economie controles uitvoeren op de hoofdverblijfplaats van de rechthebbende.".

    Art. 17. Dit hoofdstuk treedt in werking de dag waarop deze wet in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

    TITEL 4. - Werk

    Enig HOOFDSTUK. - Tijdelijke invoering van een bijzonder stelsel van tijdelijke economische werkloosheid voor energieintensieve bedrijven die economische moeilijkheden kennen wegens de stijging van de energiekosten tengevolge van de Russische militaire agressie tegen Oekraïne

    Afdeling 1. - Toepassingsgebied

    Art. 18. § 1. Dit hoofdstuk is van toepassing op de werkgevers en werknemers van energie-intensieve bedrijven.

    Voor de toepassing van dit hoofdstuk worden, onder energie-intensieve bedrijven verstaan de bedrijven, in de zin van de juridische entiteit, waar de aankoop van energieproducten, met inbegrip van energieproducten andere dan aardgas en elektriciteit, ten minste 3 % van de toegevoegde waarde uitmaakt voor het kalenderjaar 2021 of die aantonen dat hun definitieve energierekening voor het trimester voorafgaand aan het trimester waarin zij gebruik maken van de in artikel 19 bedoelde regeling is verdubbeld ten opzichte van hun definitieve energierekening voor hetzelfde trimester van het voorafgaande jaar.

    Voor de bedrijven die nog niet waren opgericht in hetzelfde trimester van het voorafgaande jaar, bedoeld in het tweede lid, kan de werkgever de verdubbeling van de definitieve energierekening aantonen aan de hand van de energierekening die zijn bedrijf zou hebben betaald in dit trimester op basis van de toenmalige geldende energieprijzen.

    Voor de bedrijven die behoren tot de socialprofitsector, kan bij ministerieel besluit, genomen na advies van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening of van de Nationale Arbeidsraad, worden afgeweken van de criteria bedoeld in het tweede lid.

    Voor de toepassing van het vierde lid, wordt onder social-profitsector verstaan, de ondernemingen die onder het toepassingsgebied vallen van artikel 1 van het koninklijk besluit van 18 juli 2002 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector.

    § 2. Ten minste vijf dagen voordat hij de mededeling bedoeld in artikel 19, § 1, vijfde lid, kan doen, moet de werkgever bij aangetekend schrijven of via elektronische weg een formulier, waarvan het model is vastgelegd door de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening, indienen bij het werkloosheidsbureau van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening van de plaats waar de onderneming gevestigd is, waarin hij op eer verklaart dat hij aan de voorwaarden van paragraaf 1 voldoet.

    Afdeling 2. - Bijzonder stelsel van tijdelijke economische werkloosheid

    Art. 19. § 1. In de bij artikel 18 bedoelde energie-intensieve bedrijven kan, bij gebrek aan werk wegens economische oorzaken de uitvoering van de arbeidsovereenkomst van de werknemers gedurende ten hoogste vier weken geheel worden geschorst of kan een regeling van gedeeltelijke arbeid worden ingevoerd voor een duur van ten hoogste drie maanden indien zij minder dan drie arbeidsdagen per week of minder dan één arbeidsweek per twee weken omvat. Bij het bereiken van die termijn van vier weken of drie maanden, kan de werkgever opnieuw gebruik maken van de mogelijkheid om de arbeidsovereenkomst geheel te schorsen of een regeling van gedeeltelijke arbeid in te voeren, zonder dat hij verplicht is eerst de regeling van volledige arbeid opnieuw in te voeren.

    Van de in het eerste lid geboden mogelijkheid mag enkel gebruik worden gemaakt, mits kennisgeving wordt gedaan door aanplakking op een goed zichtbare plaats in de lokalen van de onderneming, ten minste drie dagen vooraf, de dag van aanplakking niet inbegrepen.

    De kennisgeving moet...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT