Wet houdende dringende bepalingen inzake Justitie, de 12 juillet 2021

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het Wetboek van strafvordering

Art. 2. Artikel 127, § 3, van het Wetboek van strafvordering, vervangen bij de wet van 31 mei 2005, wordt aangevuld met twee leden, luidende:

"De inverdenkinggestelde en de burgerlijke partij kunnen een verzoek overeenkomstig artikel 90septies, § 6, tweede lid aan de onderzoeksrechter richten.

De verzoeken vermeld in deze paragraaf dienen op straffe van niet ontvankelijkheid toegezonden aan of neergelegd te worden op de griffie van de rechtbank van eerste aanleg binnen de in paragraaf 2 bedoelde termijn.".

Art. 3. Artikel 216bis, § 1, zevende lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 28 juni 1984 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 18 maart 2018, wordt aangevuld met de volgende zin:

"De door de overtreder verrichte betalingen worden eerst op deze administratieve toeslag toegerekend.".

HOOFDSTUK 3. - Wijziging van het Gerechtelijk Wetboek

Art. 4. Artikel 383 van het Gerechtelijk Wetboek, vervangen bij de wet van 17 juli 1984 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 10 mei 2021, wordt aangevuld met een paragraaf 5, luidende:

" § 5. Op hun verzoek kunnen de magistraten die werden gemachtigd om hun ambt overeenkomstig artikel 383ter te blijven uitoefenen na het verstrijken van deze machtiging worden aangewezen om het ambt van plaatsvervangend magistraat uit te oefenen overeenkomstig paragraaf 2.".

HOOFDSTUK 4. - Wijziging van de wet van 30 juli 2013 betreffende de invoering van een familie- en jeugdrechtbank

Art. 5. In artikel 273 van de wet van 30 juli 2013 betreffende de invoering van een familie- en jeugdrechtbank worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  1. in het eerste lid worden de woorden "en de minister bevoegd voor de Gezinnen in het zesde jaar na dat van de inwerkingtreding ervan" opgeheven;

  2. het tweede lid wordt vervangen als volgt:

"De minister van Justitie zendt het verslag van deze evaluatie over aan de Kamer van volksvertegenwoordigers uiterlijk op 30 september 2023.".

HOOFDSTUK 5. - Wijziging van de wet van 5 mei 2019 tot wijziging van het Wetboek van strafvordering en het Gerechtelijk Wetboek wat de bekendmaking van de vonnissen en arresten betreft

Art. 6. In artikel 9 van de wet van 5 mei 2019 tot wijziging van het Wetboek van strafvordering en het Gerechtelijk Wetboek wat de bekendmaking van de vonnissen en arresten betreft...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT