Wet houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken, de 21 décembre 2018

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen in de beroepsrisicosector

Afdeling 1. - Kleine statuten

Onderafdeling 1. - Wijzigingen van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971

Art. 2. In de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 wordt een artikel 1/1 ingevoegd, luidende :

"Art. 1/1. Deze wet vindt eveneens toepassing op de personen die arbeid verrichten in het kader van een opleiding tot betaalde arbeid, en op hun werkgevers.

In afwijking van het eerste lid is de wet niet van toepassing op de opleidingen die buiten enig wettelijk kader worden ingericht.

De Koning kan, voor de categorieën van personen die Hij bepaalt, de persoon aanduiden die als werkgever wordt beschouwd.

De Koning bepaalt de categorieën van getroffenen waarvoor de bijzondere regeling van artikel 86/1 geldt.

Op advies van het beheerscomité voor de arbeidsongevallen publiceert Fedris de lijst van de personen die arbeid verrichten in het kader van een opleiding tot betaalde arbeid, en van hun werkgevers, die onder het toepassingsgebied van deze wet vallen.

De werkgever moet zich bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid laten inschrijven en aan deze laatste een aangifte door middel van een door deze Rijksdienst goedgekeurde elektronische techniek verrichten.".

Art. 3. In artikel 5, eerste lid, van dezelfde wet worden de bepalingen onder 1° en 2° vervangen als volgt :

"1° werknemers : de personen die daarmee worden gelijkgesteld voor de toepassing van de in artikel 1 bedoelde wetten, de in artikel 1/1 bedoelde personen die arbeid verrichten in het kader van een opleiding tot betaalde arbeid, en de personen tot wie de Koning de toepassing van onderhavige wet uitbreidt ter uitvoering van artikel 3;

  1. werkgevers : de personen die de onder 1° bedoelde personen te werk stellen en de personen die hetzij krachtens artikel 1/1, derde lid, hetzij krachtens artikel 3, 1°, als werkgever worden beschouwd;".

    Art. 4. In artikel 20 van dezelfde wet wordt het tweede lid opgeheven.

    Art. 5. In artikel 38 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 12 augustus 2000, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  2. in het eerste lid worden de woorden "leerling of" en "of de leerovereenkomst een einde neemt" opgeheven en wordt het woord "minderjarige" telkens aangevuld met het woord "werknemer";

  3. het tweede lid wordt vervangen als volgt :

    "Wanneer het ongeval een blijvende arbeidsongeschiktheid of het overlijden van de getroffene veroorzaakt en het loon van de minderjarige werknemer lager was dan het gemiddeld loon van de meerderjarige werknemers in de categorie waartoe de getroffene bij zijn meerderjarigheid zou behoord hebben, wordt het basisloon berekend op dit laatste gemiddeld loon.".

    Art. 6. In dezelfde wet wordt een artikel 38/1 ingevoegd, luidende :

    "Art. 38/1. Voor de leerlingen en de bij artikel 1/1, behoudens de uitzonderingen bepaald op grond van het vierde lid ervan, bedoelde personen wordt het basisloon voor de berekening van de vergoedingen voor tijdelijke arbeidsongeschiktheid vastgesteld op 12 maal het gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen, zoals het op het ogenblik van het ongeval is vastgesteld bij een collectieve arbeidsovereenkomst die afgesloten is in de Nationale Arbeidsraad voor een voltijdse werknemer die minstens negentien jaar is en die ten minste zes maanden anciënniteit heeft in de onderneming die hem tewerkstelt.

    In afwijking van het eerste lid wordt het basisloon voor de berekening van de vergoedingen voor tijdelijke arbeidsongeschiktheid vastgesteld op het minimumbedrag vastgesteld in artikel 39, tweede lid, zolang de getroffene minderjarig is en de vorming of het leercontract geen einde neemt.

    Wanneer het ongeval een blijvende arbeidsongeschiktheid of het overlijden van de getroffene veroorzaakt, wordt het basisloon voor de berekening van de vergoedingen vastgesteld op 18 maal het gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen, zoals het op het ogenblik van het ongeval is vastgesteld bij een collectieve arbeidsovereenkomst die afgesloten is in de Nationale Arbeidsraad voor een voltijdse werknemer die minstens negentien jaar is en die ten minste zes maanden anciënniteit heeft in de onderneming die hem tewerkstelt.".

    Art. 7. In artikel 39, tweede lid, van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 28 juni 2013, worden de woorden "de leerlingen en voor" opgeheven.

    Art. 8. In artikel 59quinquies van dezelfde wet, ingevoegd bij het koninklijk besluit nr. 285 van 31 maart 1984 en laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 23 november 2017, wordt tussen het eerste en het tweede lid een lid ingevoegd, luidende :

    "Het eerste lid vindt geen toepassing op de ongevallen die zijn overkomen aan de in artikel 1/1 bedoelde personen.".

    Art. 9. In artikel 80 van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 24 juli 2008 en gewijzigd bij de wet van 21 december 2013, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  4. in het eerste en tweede lid worden de woorden "en voor de leerlingen", "of bij het beëindigen van de leerovereenkomst", en "of de leerovereenkomst een einde neemt" opgeheven;

  5. het derde lid wordt opgeheven.

    Art. 10. In Hoofdstuk IV. Bijzondere regelingen van dezelfde wet wordt een afdeling 4 ingevoegd, luidende :

    "Afdeling 4. Bijzondere regeling voor de categorieën van getroffenen, bepaald door de Koning in uitvoering van artikel 1/1, vierde lid.

    Art. 86/1. De bijzondere regeling, bedoeld in artikel 1/1, vierde lid, wijkt als volgt af van de algemene regeling :

  6. uitsluitend het gedeelte van de opleidingsovereenkomst waarbij arbeidsprestaties worden verricht wordt gelijkgesteld met de uitvoering van de arbeidsovereenkomst;

  7. er zijn geen vergoedingen voor tijdelijke arbeidsongeschiktheid verschuldigd;

  8. de tussenkomst in de kosten van geneeskundige verzorging is beperkt tot het aandeel van de kosten die nodig zijn ingevolge het arbeidsongeval en die ten laste zijn van de getroffene, na de op grond van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, verleende tussenkomst;

  9. het basisloon voor de berekening van de vergoedingen wegens een blijvende arbeidsongeschiktheid of het overlijden van de getroffene wordt vastgesteld op 12 maal het gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen, zoals het op het ogenblik van het ongeval is vastgesteld bij collectieve arbeidsovereenkomst die afgesloten is in de Nationale Arbeidsraad voor een voltijdse werknemer die minstens negentien jaar is en die ten minste zes maanden anciënniteit heeft in de onderneming die hem tewerkstelt.".

    Onderafdeling 2. - Wijzigingen van de wetten betreffende de preventie van beroepsziekten en de vergoeding van de schade die uit die ziekten voortvloeit, gecoördineerd op 3 juni 1970

    Art. 11. In artikel 2, § 2, van de wetten betreffende de preventie van beroepsziekten en de vergoeding van de schade die uit die ziekten voortvloeit, gecoördineerd op 3 juni 1970, wordt het tweede lid vervangen als volgt :

    "De Koning kan, voor de categorieën van personen die Hij bepaalt, de persoon aanduiden die als werkgever wordt beschouwd.".

    Art. 12. In artikel 49 van dezelfde wetten, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 23 november 2017, wordt het derde lid vervangen als volgt :

    "Voor de toepassing van het eerste lid dienen de bepalingen in het hoofdstuk II, afdeling 4, van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 als volgt gelezen te worden :

  10. in artikel 34, eerste lid, de woorden "het loon waarop de werknemer, in de functie waarin hij is tewerkgesteld in de onderneming op het ogenblik van het ongeval, recht heeft voor de periode van het jaar dat het ongeval voorafgaat" als de woorden "het loon waarop de werknemer, in de functie waarin hij is tewerkgesteld in de onderneming, recht heeft voor de periode van de vier volledige kwartalen die de aanvraag voorafgaan";

  11. in artikel 36 § 2, eerste lid, de woorden "het ongeval" als de woorden "de aanvraag";

  12. in artikel 38, de woorden "het ongeval" als de woorden "de beroepsziekte";

  13. in artikel 38/1, eerste lid, de woorden "het ogenblik van het ongeval" als de woorden "de begindatum van de vergoeding van de arbeidsongeschiktheid";

  14. in artikel 38/1, derde lid, de woorden "het ongeval" als de woorden "de beroepsziekte" en de woorden "het ogenblik van het ongeval" als de woorden "de begindatum van de vergoeding van de arbeidsongeschiktheid";

  15. in artikel 39, vijfde lid, de woorden "de datum van het ongeval" als de woorden "de begindatum van de vergoeding van de arbeidsongeschiktheid".

    Art. 13. In artikel 50, eerste lid, van dezelfde wetten worden de woorden "5°, 6°, en" opgeheven.

    Onderafdeling 3. - Wijzigingen van de wet van 3 juli 1967 betreffende de preventie van of de schadevergoeding voor arbeidsongevallen, voor ongevallen op de weg naar en van het werk en voor beroepsziekten in de overheidssector

    Art. 14. In de wet van 3 juli 1967 betreffende de preventie van of de schadevergoeding voor arbeidsongevallen, voor ongevallen op de weg naar en van het werk en voor beroepsziekten in de overheidssector wordt een artikel 1ter ingevoegd, luidende :

    "Art. 1ter. Volgens de in artikel 1 vastgestelde modaliteiten wordt deze wet toepasselijk gemaakt op de personen die bij de besturen, diensten of instellingen vermeld in de artikelen 1 en 1bis arbeid verrichten in het kader van een opleiding tot betaalde arbeid.

    In afwijking van het eerste lid is de wet niet van toepassing op de opleidingen die buiten enig wettelijk kader worden ingericht.

    Voor de toepassing van deze wet worden voor de in het eerste lid bedoelde personen gelijkgesteld met :

  16. personeelslid : de persoon die arbeid verricht in het kader van een opleiding tot betaalde arbeid;

  17. ambt : opleiding waarbij arbeidsprestaties worden verricht;

  18. arbeidsovereenkomst : de overeenkomst inzake opleiding tot betaalde arbeid.

    De Koning kan, voor de categorieën van personen die Hij bepaalt, andere dan...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT