Wet houdende diverse bepalingen met betrekking tot het Rijksregister en de bevolkingsregisters, de 25 novembre 2018

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen

Art. 2. In artikel 1, § 3, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, gewijzigd bij de wetten van 25 maart 2003 en 9 november 2015, wordt de bepaling onder d) vervangen als volgt:

"d) de administratieve formaliteiten die van burgers door de publieke overheden geëist worden vereenvoudigen en bijdragen tot de vereenvoudiging van de administratieve formaliteiten die door private instellingen gevraagd worden;".

Art. 3. Artikel 2 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 15 mei 2007, wordt vervangen als volgt:

"Art. 2. § 1. Worden ingeschreven in het Rijksregister van de natuurlijke personen:

  1. de personen die ingeschreven zijn in de bevolkingsregisters en in het vreemdelingenregister bedoeld in artikel 1, § 1, eerste lid, 1°, van de wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters, de identiteitskaarten, de vreemdelingenkaarten en de verblijfsdocumenten;

  2. de personen die ingeschreven zijn in het wachtregister bedoeld in artikel 1, § 1, eerste lid, 2°, van de wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters, de identiteitskaarten, de vreemdelingenkaarten en de verblijfsdocumenten;

  3. de personen ingeschreven in de registers gehouden in de diplomatieke zendingen en de Belgische consulaire posten in het buitenland, de zogenaamde "consulaire registers".

    § 2. Kunnen eveneens het voorwerp uitmaken van een vermelding in één van de registers waaruit het Rijksregister van de natuurlijke personen bestaat, de personen die niet beschikken over een bewijs van inschrijving in het Rijksregister in toepassing van paragraaf 1.

    Er kan geen enkel socio-economisch recht opgeëist worden door een persoon, enkel en alleen op basis van het feit het voorwerp uit te maken van een vermelding in het Rijksregister van de natuurlijke personen.

    § 3. Aan elke natuurlijke persoon wordt een Rijksregisternummer toegekend bij zijn/haar eerste inschrijving of, in voorkomend geval, bij zijn/haar eerste vermelding in het Rijksregister van de natuurlijke personen. De Koning bepaalt de regels volgens welke dit nummer samengesteld wordt.

    § 4. Worden vermeld in het Rijksregister van de natuurlijke personen:

  4. de personen vermeld in het Protocolregister en bedoeld in artikel 2bis;

  5. de personen vermeld in het register bedoeld in artikel 2ter;

  6. de gehuwde personen of de personen die van plan zijn in het huwelijk te treden met een in het Rijksregister ingeschreven persoon, de samenwonende personen of de personen die van plan zijn wettelijk te gaan samenwonen met een in het Rijksregister ingeschreven persoon, de personen die het voorwerp uitmaken van een erkenning, maar niet beschikken over een identificatienummer in het Rijksregister van de natuurlijke personen; de Koning bepaalt deze personen, alsook de nadere regels en de voorwaarden van deze vermelding in het wachtregister.".

    Art. 4. In artikel 2bis van dezelfde wet, ingevoegd door de wet van 9 november 2015, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  7. in de inleidende zin van het eerste lid worden de woorden "in het Rijksregister" vervangen door de woorden "in het Protocolregister";

  8. het tweede lid en het derde lid worden vervangen als volgt:

    "De diplomatieke ambtenaren van de in het Rijk gevestigde diplomatieke zendingen moeten verplicht vermeld worden in het Protocolregister. De andere in het eerste lid bedoelde categorieën van personen kunnen kiezen voor een vermelding in de zin van dit artikel of voor een inschrijving in de bevolkingsregisters of het vreemdelingenregister bedoeld in artikel 2, § 1, 1°. ".

    Art. 5. In dezelfde wet wordt een artikel 2ter ingevoegd, luidende:

    "Art. 2ter. Worden vermeld in het Rijksregister, vanaf de door de minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken vastgelegde datum, de natuurlijke personen die vermeld worden in een akte van de burgerlijke stand opgemaakt door een ambtenaar van de burgerlijke stand, maar die niet het voorwerp uitmaken van een inschrijving of een vermelding in het Rijksregister van de natuurlijke personen in een andere hoedanigheid.".

    Art. 6. In artikel 3 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 9 november 2015, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  9. in de inleidende zin van het eerste lid worden de woorden "Voor ieder persoon wordt volgende informatie" vervangen door de woorden "Voor elke persoon ingeschreven of vermeld in de in artikel 2, § 1, 1°, 2° en 3° bedoelde registers wordt volgende informatie";

  10. in het eerste lid wordt de bepaling onder 10° aangevuld met de woorden "of vermeld";

  11. het tweede lid wordt vervangen als volgt:

    "De opeenvolgende wijzigingen van de in het eerste lid bedoelde informatiegegevens, behalve het informatiegegeven bedoeld in de bepaling onder 17°, alsook de datum waarop zij uitwerking hebben, worden tevens in het Rijksregister opgenomen.";

  12. het vijfde lid wordt vervangen als volgt:

    "De informatiegegevens worden bewaard gedurende dertig jaar te rekenen van de dag van het overlijden van de persoon op wie zij betrekking hebben.

    Na deze periode worden de informatiegegevens uitsluitend bewaard voor archiveringsdoeleinden van openbaar nut, namelijk voor archiveringsdoeleinden van openbaar belang, voor wetenschappelijk of historisch onderzoek of voor statistische doeleinden met een karakter van algemeen belang. De machtiging om toegang te hebben tot die gegevens wordt verleend door de minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken.".

    Art. 7. In artikel 4, eerste lid, van dezelfde wet worden de woorden "van de in artikel 2 bedoelde registers" vervangen door de woorden "van de in artikel 2, § 1, 1°, 2° en 3°, bedoelde registers".

    Art. 8. In artikel 4ter van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 9 november 2015, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  13. in het eerste lid, worden de woorden "de schrapping in het Rijksregister" vervangen door de woorden "de schrapping ervan" en wordt het woord "Rijksregister" vervangen door de woorden "in het Protocolregister";

  14. het tweede lid wordt vervangen als volgt:

    "De in artikel 3, eerste lid, 1° tot 10° en 13°, bedoelde informatiegegevens worden geregistreerd en bewaard in het Protocolregister. De informatiegegevens worden bewaard gedurende dertig jaar, te rekenen vanaf de einddatum van de functie die de vermelding in het Protocolregister verantwoordde. Na deze periode worden de informatiegegevens uitsluitend bewaard voor archiveringsdoeleinden van openbaar nut, namelijk voor archiveringsdoeleinden van openbaar belang, voor wetenschappelijk of historisch onderzoek of voor statistische doeleinden met een karakter van algemeen belang. De machtiging om toegang te hebben tot die gegevens wordt verleend door de minister bevoegd voor Buitenlandse Zaken.".

    Art. 9. In dezelfde wet wordt een artikel 4quater ingevoegd, luidende:

    "Art. 4quater. De ambtenaar van de burgerlijke stand die een akte van de burgerlijke stand opmaakt, verzamelt de informatiegegevens betreffende de personen vermeld in het in artikel 2ter bedoelde register.

    Worden geregistreerd en bewaard in dit register de informatiegegevens bedoeld in artikel 3, eerste lid, 1° tot 3°, en 10°, en in voorkomend geval, de andere gegevens bedoeld in artikel 3, eerste lid, voor zover zij vermeld zijn in de desbetreffende akte van de burgerlijke stand.

    De informatiegegevens worden uitsluitend voor archiveringsdoeleinden van openbaar nut bewaard, namelijk voor archiveringsdoeleinden van openbaar belang, voor wetenschappelijk of historisch onderzoek of voor statistische doeleinden met een karakter van algemeen belang. De machtiging om toegang te hebben tot die gegevens wordt verleend door de minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken, nadat deze het gunstig advies gekregen heeft van de minister bevoegd voor Justitie. Een kopie van de beslissing wordt verstuurd naar de minister bevoegd voor Justitie.".

    Art. 10. In artikel 5 van de dezelfde wet, gewijzigd bij de wetten van 15 mei 2007 en 9 november 2015, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  15. het eerste lid wordt paragraaf 1;

  16. in de inleidende zin van paragraaf 1 worden de woorden "het sectoraal comité van het Rijksregister ingesteld door artikel 15" vervangen door de woorden "de minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken";

  17. in § 1, 2°, worden de woorden "het voormelde sectoraal comité" vervangen door de woorden "de minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken";

  18. in paragraaf 1 wordt de bepaling onder 2° /1 ingevoegd, luidende:

    "2° /1, aan de feitelijke verenigingen en aan de natuurlijke personen, uitdrukkelijk gemachtigd door een wet, een decreet of een ordonnantie, voor de noodzakelijke informatie voor de uitvoering van de opdrachten van algemeen belang die hen zijn toevertrouwd door of krachtens een wet, een decreet of een ordonnantie;";

  19. in paragraaf 1 wordt de bepaling onder 3° vervangen als volgt:

    "3° aan de natuurlijke personen of rechtspersonen die handelen als onderaannemer van de Belgische openbare overheden en de openbare of private instellingen van Belgisch recht bedoeld in 1°, 2° en 2° /1; de eventuele onderaanneming gebeurt op verzoek, onder controle en verantwoordelijkheid van deze overheden en instellingen; deze onderaannemers conformeren zich aan de wettelijke en reglementaire bepalingen, met name met het oog op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, en nemen hiertoe de nodige maatregelen;";

  20. het tweede tot het vijfde lid worden opgeheven;

  21. het artikel wordt aangevuld met de paragrafen 2 tot 4 luidende:

    " § 2. De minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken machtigt de overheden, de openbare instellingen en de personen bedoeld in paragraaf 1, met het oog op de vervulling van dezelfde doeleinden als die bepaald in paragraaf 1 en volgens dezelfde voorwaarden en nadere regels als die bedoeld in artikel 15, om de mededeling te ontvangen van...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT