Wet houdende diverse bepalingen inzake burgerlijk recht en bepalingen met het oog op de bevordering van alternatieve vormen van geschillenoplossing, de 18 juin 2018

TITEL 1. - Algemene bepaling

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

TITEL 2. - Modernisering van de burgerlijke stand

HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van het Burgerlijk Wetboek

Art. 2. De Inleidende titel van het Burgerlijk Wetboek wordt gewijzigd als volgt :

  1. artikel 2 wordt vernummerd tot artikel 1;

  2. artikel 6 wordt vernummerd tot artikel 2.

    Art. 3. In boek I, titel I, van hetzelfde Wetboek worden volgende wijzigingen aangebracht :

  3. het opschrift van hoofdstuk I wordt geschrapt;

  4. artikel 7 wordt vernummerd tot artikel 3;

  5. artikel 8 wordt vernummerd tot artikel 4;

  6. artikel 11 wordt vernummerd tot artikel 5;

  7. het opschrift van hoofdstuk II, van afdeling I en van afdeling II wordt geschrapt.

    Art. 4. Boek I, titel II, van hetzelfde Wetboek, dat de artikelen 34 tot 101 bevat, wordt vervangen als volgt :

    "TITEL 2. DE BURGERLIJKE STAND

    Hoofdstuk 1. Algemene principes van de burgerlijke stand

    Afdeling 1. Doelstellingen van de burgerlijke stand

    Art. 6. § 1. De burgerlijke stand heeft als voornaamste doelstellingen :

    - de rechtsfeiten en rechtshandelingen vast te stellen die de staat van een persoon bepalen of wijzigen;

    - de rechtzekerheid inzake de staat van de persoon te garanderen;

    - het bewijs van de staat van de persoon te verzekeren, door middel van de akten van de burgerlijke stand, en dit bewijs zorgvuldig te bewaren.

    § 2. De staat van een persoon is het geheel van bepaalde hoedanigheden van een persoon die zijn rechtspositie in de familie en in de maatschappij bepalen en die hem onderscheiden van de andere personen wat het bezit en de uitoefening van bepaalde rechten betreft.

    Afdeling 2. De ambtenaar van de burgerlijke stand

    Art. 7. Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het beheer van de burgerlijke stand.

    De burgemeester, of een hiertoe door het college aangeduide schepen, vervult de taak van ambtenaar van de burgerlijke stand. Hij zorgt in het bijzonder voor het nauwkeurig naleven van alle bepalingen in verband met de akten van de burgerlijke stand.

    Bij verhindering van de ambtenaar van de burgerlijke stand wordt deze tijdelijk vervangen door de burgemeester, een schepen of een raadslid in de volgorde van hun benoemingen.

    Art. 8. Wanneer binnengemeentelijke territoriale organen werden opgericht overeenkomstig artikel 41 van de Grondwet, kan het college van burgemeester en schepenen, in afwijking van artikel 7, één of meer schepenen aanwijzen voor de taak van de ambtenaar van de burgerlijke stand wanneer de burgemeester deze taak niet uitoefent, die elk voor één of meer binnengemeentelijke territoriale organen bevoegd zullen zijn.

    Art. 9. De ambtenaar van de burgerlijke stand kan voor alle taken inzake het opmaken van akten van burgerlijke stand, met inbegrip van het afleveren van afschriften en uittreksels ervan, een speciale schriftelijke machtiging verlenen aan één of meer beambten van het gemeentebestuur.

    Deze machtiging is niet mogelijk voor de opmaak van de akte van huwelijk.

    Art. 10. De consulaire ambtenaren, bij het Consulair Wetboek bevoegd verklaard inzake burgerlijke stand, zijn bevoegd voor de bediening van de burgerlijke stand onder de voorwaarden bepaald in het Consulair Wetboek.

    Art. 11. De officieren aangeduid door de minister van Defensie of door de hiertoe gedelegeerde autoriteit maken de akten van overlijden op van de personen van Belgische nationaliteit in dienst van de Belgische strijdkrachten, alsook van het personeel van Defensie van Belgische nationaliteit waarvan de aanwezigheid bij deze Strijdkrachten is vereist, overeenkomstig de bepalingen van dit Wetboek indien het, bij militaire operaties buiten het Belgisch grondgebied, onmogelijk is om een akte van overlijden op te stellen volgens de bepalingen van het Consulair wetboek.

    Art. 12. De ambtenaar van de burgerlijke stand of zijn gemachtigde mag geen akte van de burgerlijke stand opmaken die betrekking heeft op zichzelf, zijn echtgenoot of echtgenote, zijn wettelijk samenwonende partner, zijn bloedverwanten in de opgaande en in de nederdalende lijn of zijn bloedverwanten in de zijlijn tot de tweede graad.

    Artikel 7, derde lid, is in dit geval van toepassing.

    Art. 13. Tenzij de wet anders bepaalt, is de bevoegde ambtenaar van de burgerlijke stand deze van :

    - de plaats van inschrijving in het bevolkings-, vreemdelingen- of wachtregister van de betrokkene, de betrokkenen of één van hen; of bij gebrek hieraan,

    - de actuele verblijfplaats van de betrokkene, de betrokkenen of één van hen; of bij gebrek hieraan,

    - Brussel.

    Afdeling 3. De akten van de burgerlijke stand

    Art. 14. De akten van de burgerlijke stand zijn authentieke akten.

    De akten van de burgerlijke stand worden, behoudens wettelijke uitzonderingen, in gedematerialiseerde vorm opgemaakt in de Databank Akten Burgerlijke Stand (afgekort DABS).

    Ze worden bewaard via een gekwalificeerde dienst van elektronische archivering, beoogd in artikel I.18, 18°, van het Wetboek van economisch recht en beantwoorden aan de voorwaarden van boek XII, titel 2 van hetzelfde wetboek.

    Indien het door uitzonderlijke omstandigheden onmogelijk is om een akte in gedematerialiseerde vorm op te maken, maakt de ambtenaar van de burgerlijke stand in de plaats hiervan een proces-verbaal op. Van zodra mogelijk maakt de ambtenaar van de burgerlijke stand een akte in gedematerialiseerde vorm op. Het proces-verbaal wordt als bijlage in de DABS opgenomen. Het op papier opgemaakte proces-verbaal wordt bewaard door de ambtenaar van de burgerlijke stand die de akte heeft opgemaakt, tot op het ogenblik van de overdracht van het proces-verbaal aan het Rijksarchief.

    Art. 15. De bijlagen worden slechts in de DABS gevoegd, bij de akten van de burgerlijke stand waarop ze betrekking hebben, wanneer de wet dit uitdrukkelijk vermeldt en voor zover ze niet beschikbaar zijn in een andere authentieke bron.

    Indien de partijen bijlagen hebben overgelegd aan de ambtenaar van de burgerlijke stand, worden de originelen van deze bijlagen aan hen teruggeven.

    Art. 16. De ambtenaar van de burgerlijke stand vermeldt in de akten die hij opmaakt niets anders dan wat hem door de partijen moet worden verklaard en wat hem door de wet wordt opgelegd.

    Art. 17. De personen waarop de akte betrekking heeft of die betrokken zijn bij de totstandkoming ervan zijn verplicht de ambtenaar van de burgerlijke stand alle informatie mee te delen die de ambtenaar nodig heeft om de akte op te maken, voor zover deze informatie niet beschikbaar is in een andere authentieke bron.

    Art. 18. § 1. De ambtenaar van de burgerlijke stand tekent de door hem opgemaakte of, overeenkomstig afdeling 6, gewijzigde akten, tenzij de wet anders bepaalt.

    § 2. Onverminderd het artikel 1317, bestaat de handtekening uit een handgeschreven handtekening, of een gekwalificeerde elektronische handtekening, als bedoeld in artikel 3.12 van verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt en tot intrekking van Richtlijn 1999/93/EG.

    Art. 19. Door de ondertekening van de in artikel 18, § 1, bedoelde akten waarborgt de ambtenaar van de burgerlijke stand :

    - de juiste verbinding van die akten met de akten waarop deze akten betrekking hebben, van de betrokkene of, in voorkomend geval, van zijn afstammelingen tot de eerste graad, en

    - de wijziging van de akten waarop deze akten betrekking hebben, van de betrokkene of, in voorkomend geval, van zijn afstammelingen tot de eerste graad,

    tenzij de wet anders bepaalt.

    De akten van de burgerlijke stand die de wijziging van de in het eerste lid bedoelde akten tot stand brengen zijn zichtbaar in de DABS.

    Art. 20. Er wordt niets bij afkorting in de akten van de burgerlijke stand vermeld.

    De data worden in cijfers uitgedrukt.

    Art. 21. De belanghebbende partijen kunnen zich bij alle akten, met uitzondering van de huwelijksakte, laten vertegenwoordigen door een lasthebber door middel van een bijzondere en authentieke volmacht.

    De volmacht wordt als bijlage in de DABS opgenomen.

    Art. 22. De ambtenaar van de burgerlijke stand kan de akte voorlezen. In elk geval wordt de akte voorgelezen op verzoek van één van de verschijnende partijen.

    Afdeling 4. Bewijskracht van akten van de burgerlijke stand

    Art. 23. Enkel de akten van de burgerlijke stand gelden als enige bewijs van de staat van de persoon, tenzij de wet het anders bepaalt.

    Enkel de processen-verbaal als bedoeld in de artikelen 14, vierde lid, 47 en 57 gelden als enige bewijs van de staat van de persoon, zolang er op basis hiervan geen akte van de burgerlijke stand werd opgemaakt.

    Art. 24. De na de inwerkingtreding van de wet van 18 juni 2018 houdende diverse bepalingen inzake burgerlijk recht en bepalingen met het oog op de bevordering van alternatieve vormen van geschillenoplossing in de DABS opgenomen akten, alsook de afschriften en uittreksels daarvan, gelden tot bewijs van valsheid in geschrifte.

    Art. 25. § 1. De in gedematerialiseerde vorm in de DABS opgenomen akten van de burgerlijke stand op basis van de vóór de inwerkingtreding van de wet van 18 juni 2018 houdende diverse bepalingen inzake burgerlijk recht en bepalingen met het oog op de bevordering van alternatieve vormen van geschillenoplossing op papier opgemaakte akten, gelden tot bewijs van het tegendeel.

    De oorspronkelijke papieren akten gelden tot bewijs van valsheid in geschrifte.

    In geval van tegenstrijdigheid tussen een oorspronkelijke papieren akte en dezelfde, in gedematerialiseerde vorm in de DABS opgenomen akte, heeft de oorspronkelijke papieren akte voorrang op deze laatste.

    § 2. De in gedematerialiseerde vorm in de DABS opgenomen akten van de burgerlijke stand op basis van op papier opgemaakte processen-verbaal als bedoeld in de artikelen 14, vierde lid, 47 en 57 gelden tot bewijs van het tegendeel.

    De oorspronkelijke op papier opgemaakte processen-verbaal als bedoeld in de artikelen 14, vierde...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT