Wet betreffende het verzamelen en het bewaren van de identificatiegegevens en van metagegevens in de sector van de elektronische communicatie en de verstrekking ervan aan de autoriteiten, de 20 juillet 2022

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van de wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie

Art. 2. In artikel 2 van de wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 17 februari 2022, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  1. de bepalingen onder 5/5° en 5/6° worden ingevoegd, luidende:

    "5/5° "fraude": een oneerlijke daad gepleegd met de bedoeling om te misleiden, indruisend tegen de wet, de reglementen of een contract, om voor zichzelf of iemand anders een onrechtmatig voordeel te verkrijgen, ten nadele van de operator of eindgebruiker, via het gebruik van een elektronische-communicatiedienst;

    5/6° "kwaadwillig gebruik van het netwerk of van de dienst": gebruik van het elektronische-communicatienetwerk of van de elektronische-communicatiedienst om overlast te veroorzaken aan zijn correspondent of om schade te berokkenen;";

  2. in de plaats van de bepaling onder 74°, vernietigd bij arrest nr. 57/2021 van het Grondwettelijk Hof, wordt een bepaling onder 74° ingevoegd, luidende:

    "74° "oproeppoging zonder resultaat": iedere communicatie waarbij een oproep wel werd doorgezonden, maar onbeantwoord is gebleven of door de netwerkbeheerder is beantwoord;";

  3. het artikel wordt aangevuld met de bepalingen onder 91°, 92° en 93°, luidende:

    "91° "elektronische-communicatiegegevens": de inhoud en de metagegevens van elektronische communicatie;

  4. "inhoud van elektronische communicatie": de inhoud die wordt uitgewisseld door middel van elektronische-communicatiediensten, met name tekst, spraak, video, beelden en geluid;

  5. "elektronische-communicatiemetagegevens": de gegevens die worden verwerkt in een elektronische-communicatienetwerk met het oog op de transmissie, de distributie of de uitwisseling van de inhoud van elektronische communicatie, met inbegrip van gegevens waarmee een communicatie kan worden getraceerd en de bron en de bestemming van de communicatie kunnen worden bepaald, alsmede gegevens betreffende de locatie van de apparatuur die in het kader van het aanbieden van elektronische-communicatiediensten zijn gegenereerd, en de datum, het tijdstip, de duur en de aard van de communicatie.".

    Art. 3. Artikel 107/5 van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 21 december 2021, wordt vervangen als volgt:

    "Art. 107/5. § 1. Ter bevordering van de digitale veiligheid is het gebruik van versleuteling vrij binnen de in de paragrafen 2 tot 4 gestelde grenzen.

    § 2. Het gebruik van versleuteling mag noodcommunicatie, met inbegrip van de identificatie van de oproepende lijn of het verstrekken van de identificatiegegevens van de oproeper, niet verhinderen.

    § 3. Het gebruik van versleuteling door een operator, met als doel de veiligheid van de communicatie te waarborgen, mag geen beletsel vormen voor de uitvoering van een gericht verzoek van een bevoegde autoriteit, onder de bij wet bepaalde voorwaarden, met als doel de identificatie van de eindgebruiker, de opsporing en de lokalisatie van niet voor het publiek toegankelijke communicatie.

    § 4. Het gebruik van versleuteling door een buitenlandse operator, wiens eindgebruiker of abonnee zich op het Belgisch grondgebied bevindt, mag de uitvoering van een verzoek van een bevoegde overheid, zoals bedoeld in de paragrafen 2 en 3, niet verhinderen.

    Elk contractueel beding dat door de operatoren wordt opgesteld en de uitvoering van het eerste lid belemmert, is verboden en van rechtswege nietig.".

    Art. 4. In titel IV, hoofdstuk III, afdeling 1, onderafdeling 7, van dezelfde wet wordt een artikel 121/8 ingevoegd, luidende:

    "Art. 121/8. § 1. Zonder kennis te nemen van de inhoud van de communicatie, treffen de operatoren de gepaste, evenredige, preventieve en curatieve maatregelen, rekening houdende met de meest recente technische mogelijkheden, om fraude en kwaadwillig gebruik op hun netwerken en diensten op te sporen en om te vermijden dat de eindgebruikers schade lijden of lastiggevallen worden.

    De Koning kan de door de operatoren krachtens het eerste lid te treffen maatregelen preciseren.

    Het Instituut is bevoegd om bindende instructies te geven, met inbegrip van instructies betreffende de uitvoeringstermijnen, met het oog op de toepassing van deze paragraaf.

    § 2. Wanneer dat gerechtvaardigd is ten aanzien van de ernst van de omstandigheden, die per geval onderzocht moeten worden, kunnen de in paragraaf 1, eerste lid, bedoelde gepaste maatregelen met name het volgende omvatten:

    - maatregelen op netwerkniveau, zoals de blokkering van nummers, diensten, URL's, domeinnamen, IP-adressen of elk ander element ter identificatie van de elektronische communicatie;

    - maatregelen op het niveau van de eindgebruiker, zoals de volledige of gedeeltelijke deactivering van bepaalde diensten of apparatuur.".

    Art. 5. In artikel 122 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 21 december 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  6. in paragraaf 1 wordt het tweede lid opgeheven;

  7. in paragraaf 2 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

    a) het eerste lid wordt vervangen als volgt:

    "In afwijking van paragraaf 1 en met als enig doel de facturering van abonnees of het doen van interconnectiebetalingen, mogen de operatoren de daartoe noodzakelijke verkeersgegevens bewaren en verwerken.";

    b) in het tweede lid worden de woorden "van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens" vervangen door de woorden "van de AVG en van de wet van 30 juli 2018";

    c) in het derde lid wordt het woord "opgesomd" vervangen door het woord "bedoeld";

  8. in paragraaf 3 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

    a) in het eerste lid, 2°, worden de woorden "de vrije, specifieke en op informatie berustende wilsuiting waarmee de betrokkene of zijn wettelijke vertegenwoordiger aanvaardt dat verkeersgegevens die op hem betrekking hebben worden verwerkt" vervangen door de woorden "de toestemming in de zin van artikel 4, 11), van de AVG";

    b) in het eerste lid, 3°, worden de woorden "op eenvoudige wijze" vervangen door de woorden "makkelijk en te allen tijde";

    c) in het tweede lid worden de woorden "van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens" vervangen door de woorden "van de AVG en van de wet van 30 juli 2018";

  9. paragraaf 4 wordt vervangen als volgt:

    " § 4. In afwijking van paragraaf 1, teneinde de gepaste maatregelen bedoeld in artikel 121/8, § 1, te kunnen nemen en om fraude of kwaadwillig gebruik van het netwerk of de dienst te kunnen vaststellen of om de dader en de herkomst ervan te kunnen identificeren, en voor zover hij deze verwerkt of genereert in het kader van de verstrekking van dat netwerk of van die dienst:

  10. bewaart de operator, in het kader van de verstrekking van een interpersoonlijke communicatiedienst en gedurende vier maanden vanaf de datum van de communicatie, de daartoe noodzakelijke verkeersgegevens onder de volgende verkeersgegevens:

    - de identifier van de bron van de communicatie;

    - de identifier van de bestemming van de communicatie;

    - de precieze datums en tijdstippen van het begin en het einde van de communicatie;

    - de locatie van de eindapparatuur van de communicerende partijen bij de aanvang en bij het einde van de communicatie;

  11. bewaart de operator gedurende twaalf maanden vanaf de datum van de communicatie de volgende verkeersgegevens betreffende de binnenkomende communicatie in het kader van de verstrekking van interpersoonlijke communicatiediensten, teneinde de persoon die de communicatie doet, te identificeren:

    - het telefoonnummer aan de bron van de binnenkomende communicatie, of;

    - het IP-adres dat werd gebruikt om de binnenkomende communicatie te versturen, het tijdstempel en de gebruikte poort, en;

    - de precieze datums en tijdstippen van begin en einde van de binnenkomende communicatie;

  12. bewaart de operator de in 1° bedoelde gegevens die betrekking hebben op een specifieke geïdentificeerde fraude of een specifiek geïdentificeerd kwaadwillig gebruik van het netwerk gedurende de periode die nodig is voor de analyse en het verhelpen ervan, in voorkomend geval langer dan de termijn van vier maanden bedoeld in 1° ;

  13. bewaart de operator de verkeersgegevens bedoeld in 2° en met betrekking tot een specifiek kwaadwillig gebruik van het netwerk gedurende de periode die nodig is voor de verwerking van dit kwaadwillig gebruik, in voorkomend geval langer dan de termijn van twaalf maanden bedoeld in 2° ;

  14. verwerkt de operator de noodzakelijke verkeersgegevens voor deze doeleinden, met inbegrip van de gegevens bedoeld in paragraaf 2 indien nodig.

    In afwijking van paragraaf 1, teneinde de gepaste maatregelen bedoeld in artikel 121/8, § 1, te kunnen nemen, om fraude of kwaadwillig gebruik van het netwerk of de dienst te kunnen vaststellen of om de dader en de herkomst ervan te kunnen identificeren, mag de operator andere gegevens dan deze bedoeld in het eerste lid bewaren en verwerken, die voor deze doeleinden nodig worden geacht.

    De Koning kan, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad en na advies van het Instituut en van de Gegevensbeschermingsautoriteit, de verkeersgegevens waarvan de bewaring als noodzakelijk moet worden beschouwd voor het nastreven van de in deze paragraaf bedoelde doeleinden, preciseren en uitbreiden.

    In geval van vermeende fraude of van vermeend kwaadwillig gebruik, kunnen de operatoren aan de bevoegde autoriteiten alle wettelijk bewaarde gegevens in verband met de vermeende fraude of het vermeende kwaadwillig gebruik doorsturen.";

  15. een paragraaf 4/1 wordt ingevoegd, luidende:

    " § 4/1. In afwijking van paragraaf 1 mogen de operatoren die verkeersgegevens bewaren en verwerken die nodig zijn om de veiligheid en correcte werking van hun elektronische-communicatienetwerken en -diensten te garanderen, en...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT