23 SEPTEMBER 2002. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de procedure- en werkingsregels van de Commissie en het permanent secretariaat, bedoeld in het artikel 130 van het koninklijk besluit van 2 augustus 2002 houdende vaststelling van het regime en de werkingsmaatregelen, toepasbaar op de plaatsen gelegen op het Belgisch grondgebied, beheerd door de Dienst Vreemdelingenzaken, waar een vreemdeling wordt opgesloten, ter beschikking gesteld van de regering of vastgehouden, overeenkomstig de bepalingen vermeld in artikel 74/8, § 1, van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen

De Minister van Binnenlandse Zaken,

Gelet op de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en verwijdering van vreemdelingen, inzonderheid op artikel 74/8, § 2, ingevoegd bij de wet van 15 juli 1996;

Gelet op het koninklijk besluit van 2 augustus 2002, houdende vaststelling van het regime en de werkingsmaatregelen, toepasbaar op de plaatsen gelegen op het Belgisch grondgebied, beheerd door de Dienst Vreemdelingenzaken, waar een vreemdeling wordt opgesloten, ter beschikking gesteld van de regering of vastgehouden, overeenkomstig de bepalingen vermeld in artikel 74/8, § 1, van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, inzonderheid op artikel 130;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat, aangezien het koninklijk besluit van 2 augustus 2002 in werking is getreden op 22 september 2002, het onderhavig besluit binnen de kortst mogelijke tijd moet worden uitgevaardigd om de werking van de Commissie, opgericht bij dit koninklijk besluit, mogelijk te maken,

Besluit :

HOOFDSTUK I. - Indienen van de klacht

Artikel 1. De klacht wordt schriftelijk opgemaakt, hetzij in een van de officiële Belgische landstalen, hetzij in de moedertaal van de bewoner en wordt ondertekend en gedagtekend door de bewoner die de klacht indient.

Het permanent secretariaat doet, indien nodig, de klacht vertalen door een vertaler.

Art. 2. De klacht wordt door de bewoner die de klacht indient overhandigd aan een medewerker van het permanent secretariaat van de Commissie, tijdens een in het centrum geörganiseerde permanentie, of wordt op vraag van de bewoner, door bemiddeling van de centrumdirecteur, zonder verwijl, aan het permanent secretariaat toegezonden of per drager bezorgd.

De bewoner die verzoekt om de hoogdringende verzending van zijn klacht, kan aan de centrumdirecteur eveneens vragen de klacht per fax te verzenden aan het permanent secretariaat. De centrumdirecteur kan weigeren hieraan gevolg te geven indien de hoogdringendheid onterecht wordt ingeroepen.

In dat geval moet hij zijn beslissing schriftelijk motiveren en dit document overhandigen, tegen ontvangstbewijs, aan de bewoner.

Telkens in de bovenvermelde gevallen door...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT