Weerslag van de schommeling van het indexcijfer van de consumptieprijzen (spilindexcijfer 121,92 (basis 1988 = 100)) op de sociale uitkeringen (geneeskundige verzorging en uitkeringen, pensioenen, arbeidsongevallen en beroepsziekten, tegemoetkomingen aan gehandicapten, bestaansminimum, gezinsbijslag)., de 18 octobre 1997
-
Geneeskundige verzorging en uitkeringen.
Artikel M1. I. Algemeen stelsel.
-
Regeling voor werknemers
-
Maximum daguitkering voor het eerste jaar
arbeidsongeschiktheid 2.219 F
-
Maximum daguitkering vanaf het tweede jaar
arbeidsongeschiktheid :
-
-
arbeidsongeschiktheid aanvangend voor 1 oktober 1974 :
- met gezinslast 1.518 F
- zonder gezinslast 1.016 F
-
arbeidsongeschiktheid aanvangend vanaf 1 oktober 1974 :
- met gezinslast 2.219 F
- zonder gezinslast 1.479 F
-
Minimum dagbedrag van de invaliditeitsuitkering toe te
kennen aan de gerechtigden die de hoedanigheid hebben
van regelmatig werknemer :
-
-
met gezinslast 1.337 F
-
zonder gezinslast
-
alleenstaanden 1.070 F
-
samenwonenden 957 F
-
Minimum dagbedrag van de invaliditeitsuitkering voor
gerechtigden die niet de hoedanigheid hebben van
regelmatig werknemer (bestaansminimum) :
-
-
met gezinslast 1.073 F
-
zonder gezinslast 804 F
-
Uitkering voor begrafeniskosten (forfaitair bedrag) : 6.000 F
-
-
Regeling voor zelfstandigen
(Dagbedragen)
-
Primaire ongeschiktheid :
-
-
met gezinslast 708 F
-
zonder gezinslast 575 F
-
Invaliditeit :
Zonder stopzetting van het bedrijf :
-
-
met gezinslast 1.073 F
-
zonder gezinslast 804 F
Na stopzetting van het bedrijf :
-
met gezinslast 1.139 F
-
zonder gezinslast 855 F
-
Moederschapsuitkering : 35.853 F
Art. M2. II. Stelsel der zeelieden.
-
Maximum daguitkering voor het eerste jaar arbeidsongeschiktheid :
Categorie I 421 F
Categorie II 500 F
Categorie III 579 F
Categorie IV 658 F
Categorie V 737 F
Categorie VI 815 F
Categorie VII 894 F
Categorie VIII 973 F
Categorie IX 1.052 F
Categorie X 1.130 F
Categorie XI 1.209 F
Categorie XII 1.288 F
Categorie XIII 1.367 F
Categorie XIV 1.446 F
Categorie XV 1.524 F
Categorie XVI 1.603 F
Categorie XVII 1.682 F
Categorie XVIII 1.761 F
Categorie XIX 1.839 F
Categorie XX 1.918 F
Categorie XXI 1.997 F
Categorie XXII 2.076 F
Categorie XXIII 2.155 F
Categorie XXIV 2.219 F
-
Maximum daguitkering vanaf het tweede jaar arbeidsongeschiktheid :
-
-
gewoon bedrag 2.219 F
-
bedrag tijdens de opneming in een verpleeginrichting en
zonder gezinslast 1.479 F
-
Minimum dagbedrag van de invaliditeitsuitkering voor
gerechtigden die de hoedanigheid hebben van regelmatig
werknemer :
-
-
met gezinslast 1.337 F
-
zonder gezinslast 1.070 F
-
Minimum dagbedrag van de invaliditeitsuitkering voor
gerechtigden die niet de hoedanigheid hebben van
regelmatig werknemer :
-
-
met gezinslast 1.073 F
-
zonder gezinslast 804 F
-
Uitkering voor begrafeniskosten (forfaitair bedrag) : 6.000 F
-
-
-
Pensioenen.
Art. M3. 1. De pensioenen toegekend uit hoofde van een activiteit als werknemer (arbeider, bediende, zeevarende of mijnwerker) worden vanaf 1 oktober 1997 verhoogd tot een bedrag gelijk aan het vorig maandbedrag vermenigvuldigd met een coëfficiënt 1,02.
-
Gewaarborgd minimum-pensioen voor een volledige werknemersloopbaan (rekening houdend met het koninklijk besluit van 7 april 1995 tot verhoging van het gewaarborgd minimum-bedrag van het rust- en overlevingspensioen voor werknemers) :
(Jaarbedragen)
Rustpensioen :
gezinsbedrag 424.828 F
bedrag alleenstaande 339.960 F
Overlevingspensioen 334.252 F
-
Mijnwerkersinvaliditeitspensioen :
(Jaarbedragen)
ondergrond :
gezinsbedrag 482.028 F
bedrag alleenstaande 378.804 F
Bovengrond :
gezinsbedrag 412.932 F
bedrag alleenstaande 330.168 F
-
Ouderdomsrentebijslag (de toe te kennen bedragen varieren,
naargelang het geboortejaar der gerechtigden) :
(Jaarbedragen)
gezinsbedrag :
- geboortejaar van de echtgenoot : 1909 99.999 F
bedrag alleenstaande :
- man geboren in 1909 49.476 F
- vrouw geboren in 1914 54.620 F
weduwenrente :
- geboortejaar van de man : 1909 3.941 F
-
Gewaarborgd inkomen voor bejaarden :
(Jaarbedragen)
-
gewoon maximumbedrag :
gezinsbedrag 334.657 F
bedrag alleenstaande 250.996 F
-
maximumbedrag wanneer de aanvrager of zijn echtgenoot
het genot heeft bekomen van de verhoging voorbehouden
aan de mindervaliden die een invaliditeit van
minstens 65 pct. bewezen :
gezinsbedrag 398.500 F
bedrag alleenstaande 314.839 F
-
maximumbedrag wanneer de aanvrager en zijn echtgenoot
het genot hebben bekomen van de verhoging voorbehouden
aan de minder-validen die een invaliditeit van
minstens 65 pct. bewezen :
gezinsbedrag 462.343 F
-
-
Toegelaten beroepsbezigheden voor gepensioneerden - Bedrage van het toegelaten beroepsinkomen :
Algemene Grens
grens voor de
langstlevende
echtgenoot
per jaar per jaar
(F) (F)
1997 1997
Beroepsbezigheid als
-
werknemer (incl. mandaat,
ambt of post) - bruto beroepsinkomen :
- zonder kinderlast 282.118 F 564.235 F
- met kinderlast 423.177 F 705.294 F
-
zelfstandige (incl. helper)
- netto beroepsinkomen :
- zonder kinderlast 225.693 F 451.387 F
- met kinderlast 338.540 F 564.234 F
-
werknemer + zelfstandige
(gelijktijdig of achtereenvolgend)
- totaal van het netto beroepsinkomen beoogd
onder b) en van 80 pct. van het bruto
beroepsinkomen beoogd onder a) :
- zonder kinderlast 225.693 F 451.387 F
- met kinderlast 338.540 F 564.234 F
-
-
-
Arbeidsongevallen en beroepsziekten.
Art. M4. I. Arbeidsongevallen. Gerechtigden op arbeidsongevallenrenten.
Het jaarbedrag van de aanvullende bijslag die door het Fonds voor arbeidsongevallen wordt toegekend, is gelijk aan het verschil tussen :
-
de hierna aangegeven geherwaardeerde bedragen die gekoppeld zijn aan het indexcijfer der consumptieprijzen en 2° het bedrag van de rente vóór iedere uitkering in kapitaal, of van de jaarlijkse vergoeding die in toepassing van de arbeidsongevallenwet wordt uitbetaald.
-
De getroffenen (per pct. blijvende ongeschiktheid) :
-
met een blijvende ongeschiktheid van minder dan 10 pct 2.333,15 F
-
met een blijvende ongeschiktheid tussen 10 en 35 pct 3.398,13 F
-
met een blijvende ongeschiktheid tussen 36 en 65 pct 4.527,07 F
-
met een blijvende ongeschiktheid van 66 pct. of meer,
of wanneer de getroffene een vergoeding voor hulp van
derden ontvangt, berekend op een hoger bedrag dan 100
pct. zonder 150 pct. te overschrijden 5.746,33 F
-
wanneer het ongeval voor 15 oktober 1951 is gebeurd en
de hulp van derden als noodzakelijk werd erkend bij
overeenkomst tussen de partijen of bij vonnis of
wanneer de bijkomende vergoeding voor de hulp van
derden berekend wordt op basis van het gewaarborgd
gemiddeld maandelijks minimumloon 2.875,05 F
-
-
De andere rechthebbenden :
-
de overlevende echtgenoot 126.588,69 F
-
met een rente van 20 pct. van het basisloon 84.392,46 F
-
met een rente van 15 pct. van het basisloon 63.292,46 F
-
met...
-
-
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI