26 JUNI 1963. - Wet betreffende de aanmoediging van de lichamelijke opvoeding, de sport en het openluchtleven en het toezicht op de ondernemingen die wedstrijden van weddenschappen op sportuitslagen inrichten. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie
De hiernavolgende tekst is de officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie van de wet van 26 juni 1963 betreffende de aanmoediging van de lichamelijke opvoeding, de sport en het openluchtleven en het toezicht op de ondernemingen die wedstrijden van weddenschappen op sportuitslagen inrichten (Belgisch Staatsblad van 25 december 1963), zoals ze achtereenvolgens werd gewijzigd bij :
- de wet van 4 juni 1971 tot wijziging van de wet van 26 juni 1963 betreffende de aanmoediging van de lichamelijke opvoeding, de sport en het openluchtleven en het toezicht op de ondernemingen die wedstrijden van weddenschappen op sportuitslagen organiseren (Belgisch Staatsblad van 21 juli 1971);
- de wet van 28 december 1973 betreffende de budgettaire voorstellen 1973-1974 (Belgisch Staatsblad van 29 december 1973);
- de wet van 19 april 2002 tot rationalisering van de werking en het beheer van de Nationale Loterij (Belgisch Staatsblad van 4 mei 2002);
- de wet van 10 januari 2010 tot wijziging van de wetgeving inzake kansspelen (Belgisch Staatsblad van 1 februari 2010).
Deze officieuze coördinatie in het Duits is opgemaakt door de Centrale Dienst voor Duitse vertaling in Malmedy.
MINISTERIUM DES NATIONALEN UNTERRICHTSWESENS UND DER KULTUR
26. JUNI 1963 - Gesetz über die Förderung der Leibeserziehung, der sportlichen Betätigung und des Lebens im Freien und über die Kontrolle der Unternehmen, die Wetten auf Sportergebnisse in Form eines Wettbewerbs organisieren
KAPITEL 1 - Regelung für das Organisieren von Wetten auf Sportergebnisse
Art. 1 - 9 - [...]
[Art. 1 bis 9 aufgehoben durch Art. 53 Nr. 1 des G. vom 10. Januar 2010 (B.S. vom 1. Februar 2010)]
KAPITEL 2 - Nationaler Sportfonds
Artikel 10 - Bei [den Ministerien des Nationalen Unterrichtswesens und der Kultur] wird zur Förderung der Leibeserziehung und des Sports ein "Nationaler Sportfonds" geschaffen. [Der Fonds wird von den für die Leibeserziehung, den Sport und das Leben im Freien zuständigen Ministern verwaltet, entweder gemeinsam oder jeder für seinen Bereich].
Die Mittel des Fonds müssen entweder unmittelbar oder durch Gewährung eventuell rückforderbarer Zuschüsse unter anderem für folgende Tätigkeiten verwendet werden:
1. Tätigkeiten von Vereinigungen und Gruppierungen zur Förderung der Leibeserziehung und der sportlichen Betätigung,
2. Durchführung von Sportveranstaltungen auf nationaler oder internationaler Ebene,
3. Herausgabe von Unterlagen, Studien und Zeitschriften über Leibeserziehung und Sport,
4. Bekanntmachung von Leibeserziehung und Sport bei der breiten Bevölkerung.
[Art. 10 Abs. 1 abgeändert durch Art. 3 des G. vom 4. Juni 1971 (B.S. vom 21. Juli 1971)]
Art. 11 - [Einnahmen und Ausgaben des Fonds werden in den Haushaltsplan des...
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI