10 FEBRUARI 2011. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 november 2002, gesloten in het Paritair Comité voor de warenhuizen, betreffende de overlonen en premies (1)
ALBERT II, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de warenhuizen;
Op de voordracht van de Minister van Werk,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 5 november 2002, gesloten in het Paritair Comité voor de warenhuizen, betreffende de overlonen en premies.
Art. 2. De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 10 februari 2011.
ALBERT
Van Koningswege :
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid,
Mevr. J. MILQUET
_______
Nota
(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad :
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Bijlage
Paritair Comité voor de warenhuizen
Collectieve arbeidsovereenkomst van 5 november 2002
Overlonen en premies
(Overeenkomst geregistreerd op 3 januari 2003 onder het nummer 64933/CO/312)
HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werknemers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de warenhuizen.
HOOFDSTUK II. -
Laattijdige opening van winkels
Art. 2. Voor de arbeidsprestaties na 18 uur, genieten de bedienden van de eerste vijf categorieën en de werklieden een overloon van 50 pct. de eerste vijf dagen van de week en van 100 pct. op zaterdag.
Deze overlonen worden berekend op basis van het uurloon dat wordt omgerekend naar een wekelijkse arbeidsduur van 38 uur. De omrekening gebeurt volgens de volgende formule :
uurloon x 36 uren/38 uren
waarbij het uurloon gelijk is aan het maandloon gedeeld door 151,66.
HOOFDSTUK III. - Opslagplaatsen
Art. 3. Behalve voor het personeel van de wacht- en toezichtdiensten dat een eigen statuut heeft, wordt het uurloon van de arbeidsprestaties welke in de opslagplaatsen worden verricht van 18 uur tot 22 uur en van 6 uur tot 8 uur verhoogd met 25 pct.; vanaf 22 uur tot 6 uur met 50 pct.
Art. 4. Het overloon voor gewerkte...
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI