9 JULI 2010. - Decreet ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie en de toepassing van het beginsel van gelijke behandeling (1)

De vergadering van de Franse Gemeenschapscommissie heeft aangenomen :

HOOFDSTUK I. - Algemeneepalingen

Artikel 1. Dit decreet regelt krachtens artikel 138 van de Grondwet een aangelegenheid als bedoeld in de artikelen 127 en 128 van de Grondwet.

Art. 2. Dit decreet zet, in het kader van de bevoegdheden van de Franse Gemeenschapscommissie, de volgende Europese richtlijnen om :

  1. Richtlijn 2000/43/EG van de Raad van 29 juni 2000 houdende toepassing van het beginsel van gelijke behandeling van personen ongeacht ras of etnische afstamming;

  2. Richtlijn 2000/78/EG van de Raad van 27 novembre 2000 tot instelling van een algemeeen kader voor gelijke behandeling in arbeid en beroep;

  3. Richtlijn 2004/113/EG van de Raad van 13 december 2004 houdende toepassing van het beginsel van gelijke behandeling van mannen en vrouwen bij de toegang tot en het aanbod van goederen en diensten;

  4. Richtlijn 2006/54/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende de toepassing van het beginsel van gelijke kansen en gelijke behandeling van mannen en vrouwen in arbeid en beroep (herschikking).

    De referenties die er in de van kracht zijnde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen worden gemaakt naar de Europese richtlijnen 75/117/EEG, 76/207/EEG, 86/378/EEG en 97/80/EG dienen, voor wat de Franse Gemeenschapscommissie betreft, opgevat te worden als referenties naar de voornoemde Richtlijn 2006/54/EG.

    HOOFDSTUK II. - Doel en toepassingsgebied

    Art. 3. Dit decreet heeft tot doel een algemeen en geharmoniseerd kader te creëren ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie en de bevordering van gelijke behandeling op de tot de bevoegdheden van de Franse Gemeenschapscommissie behorende gebieden.

    Art. 4. § 1. Onverminderd het toepassingsgebied van het decreet van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 22 maart 2007 betreffende de gelijkheid van behandeling van personen in de beroepsopleiding en met eerbiediging van de bevoegdheden van de Franse Gemeenschapscommissie, is dit decreet zowel in de overheidssector als in de particuliere sector, met inbegrip van de overheidsinstellingen, op alle personen van toepassing op de volgende gebieden :

  5. het schoolvervoer en het beheer van de schoolgebouwen;

  6. de gemeentelijke, provinciale, intercommunale en privé-infrastructuren, wat lichamelijke opvoeding, sport en openluchtleven betreft;

  7. het toerisme;

  8. de sociale promotie;

  9. het gezondheidsbeleid;

  10. de bijstand aan personen;

  11. de toegang tot goederen en diensten en het verstrekken van goederen en diensten die ter beschikking van het publiek staan los van de betrokken persoon en die aangeboden worden buiten de private en familiale sfeer om, evenals de verrichtingen uitgevoerd in dat verband;

  12. de toegang tot, de deelname aan en iedere andere uitoefening van een economische, sociale, culturele of politieke activiteit die voor het publiek toegankelijk is.

    § 2. Dit decreet is eveneens van toepassing op de arbeidsbetrekkingen in openbare instellingen van de Franse Gemeenschapscommissie, zoals gedefineerd in artikel 5, 16°.

    HOOFDSTUK III. - Definities

    Art. 5. Voor de toepasing van dit decreet, wordt verstaan onder :

  13. « gelijke behandeling » : afwezigheid van elke vorm van rechtstreekse of onrechtstreekse discriminatie;

  14. « rechtstreekse discriminatie » : elk onderscheid op grond van leeftijd, seksuele geaardheid, burgerlijke staat, geboorte, vermogen, geloof, levensbeschouwing, politieke of syndicale overtuiging, taal, huidige of toekomstige gezondheidstoestand, een handicap, een fysieke of genetische eigenschap, geslacht, zwangerschap, bevalling, moederschap, geslachtsverandering, nationaliteit, een zogenaamd ras, huidskleur, afkomst, nationale of etnische afstamming of sociale afkomst, waardoor een persoon ongunstiger wordt behandeld dan een ander in een vergelijkbare situatie wordt, is of zou worden behandeld;

  15. « onrechtsreekse discriminatie » : elke bepaling, maatstaf of handelswijze die ogenschijnlijk neutraal is, maar personen omwille van een bepaalde leeftijd, seksuele geaardheid, burgerlijke staat, geboorte, vermogen, geloof, levensbeschouwing, politieke overtuiging, taal, nationaliteit, een zogenaamd ras, huidskleur, afkomst, nationale of etnische afstamming of sociale afkomst, geslacht, of omwille van de huidige of toekomstige gezondheidstoestand, een handicap, een fysieke of genetische eigenschap, geslachtsverandering, of zwangerschap, bevalling of moederschap, in vergelijking met andere personen bijzonder kan benadelen;

  16. « opdracht tot discrimineren » : elke handelswijze die erin bestaat wie ook opdracht te geven een persoon, een gemeenschap of een van hun leden te discrimineren op grond van de onder 2° genoemde gronden;

  17. « intimidatie » : ongewenst gedrag dat zich voordoet buiten de arbeidsbetrekkingen, verband houdt met een van de onder 2° bedoelde gronden en tot doel of gevolg heeft dat de waardigheid van een persoon wordt aangetast en een bedreigende, vijandige, beledigende, vernederende of kwetsende omgeving wordt gecreëerd;

  18. « seksuele intimidatie » : ongewenst verbaal, non-verbaal of fysiek gedrag met een seksuele connotatie, dat zich voordoet buiten de arbeidsbetrekkingen, en met als doel of gevolg dat de waardigheid van een persoon wordt aangetast, in het bijzonder wanneer een bedreigende, vijandige, beledigende, vernederende of kwetsende omgeving wordt gecreëerd;

  19. « positieve actie » : het handhaven of aannemen van specifieke maatregelen om de nadelen die verband houden met de in 2° genoemde gronden te voorkomen of te compenseren, met het oog op het waarborgen van een volledige gelijkheid in de praktijk;

  20. « redelijke aanpassingen » : passende maatregelen die in een concrete situatie en naargelang de behoefte worden getroffen om een persoon met een handicap in staat te stellen tot tewerkstelling of elke andere activiteit, die binnen het toepassingsgebied valt van dit decreet, toegang te hebben, er deel aan te nemen en erin vooruit te komen, tenzij deze maatregelen een onevenredige belasting vormen voor de persoon die ze moet aannemen. Wanneer die belasting in voldoende mate wordt gecompenseerd door bestaande maatregelen in het kader van het gevoerde overheidsbeleid inzake personen met een handicap, mag zij niet als onevenredig worden beschouwd;

  21. « arbeidsbetrekkingen » :

    1. de voorwaarden voor toegang, aanstelling en bevordering tot betrekkingen binnen het openbaar ambt van de openbare instellingen van de Franse Gemeenschapscommissie, ongeacht de statutaire of contractuele regeling van de aanwerving, met inbegrip van de selectieprocedures, de voorwaarden en proeven inzake rekrutering en bevordering, voor alle activiteitstakken en voor alle niveaus van de beroepshiërarchie;

    2. de toegang, door titularissen van het openbaar ambt van de openbare instellingen van de Franse Gemeenschapscommissie, ongeacht de statutaire of contractuele regeling van de aanwerving, tot alle vormen en alle niveaus van beroepskeuzevoorlichting, beroepsopleiding, voortgezette beroepsopleiding en omscholing, met inbegrip van praktijkervaring;

    3. de werkgelenheids- en arbeidsvoorwaarden binnen het openbaar ambt van de openbare instellingen van de Franse Gemeenschapscommissie, ongeacht de statutaire of contractuele regeling van de aanwerving, met inbegrip van de ontslag- en beloningsvoorwaarden;

    4. het lidmaatschap van of de betrokkenheid bij een werkgevers- of werknemersorganisatie of enige organisatie waarvan de leden een bepaald beroep uitoefenen door de in punt b) genoemde personen, met inbegrip van de voordelen die deze organisaties bieden;

  22. « loon » : het gewone basis- of minimumloon of wedde en alle andere voordelen die rechtstreeks of onrechtstreeks, in speciën of in natura, worden uitbetaald wegens de dienstbetrekking binnen het openbaar ambt van de openbare instellingen van de Franse Gemeenschapscommissie, ongeacht de statutaire of contractuele regeling van de aanwerving;

  23. « het beheer van de schoolgebouwen » : de bevoegdheid bedoeld in artikel 2 van het decreet van 5 juli 1993 betreffende de overdracht van de uitoefening van bepaalde bevoegdheden van de Franse Gemeenschap naar het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie;

  24. « het schoolvervoer » : de bevoedgheid bedoeld in artikel 3, 5°, van het decreet van 19 juli 1993 betreffende de overdracht van de uitoefening van bepaalde bevoegdheden van de Franse Gemeenschap naar het Waalse Gewest...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT