21 MAART 2013. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende de voorwaarden voor het gebruik van voorbehouden parkeerplaats aan operatoren van gedeelde motorvoertuigen

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering

Gelet op de ordonnantie van 22 januari 2009 houdende de organisatie van het parkeerbeleid en de oprichting van het Brussels Hoofdstedelijk Parkeeragentschap, in het bijzonder de artikelen 8, 14, § 3 en 30;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 juli 2000 tot regeling van haar werkwijze en tot regeling van de ondertekening van de akten van de Regering;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 19 juli 2004 tot vaststelling van de bevoegdheden van de ministers van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering;

Gelet op het advies 52.222/4 van de Raad van State, verstrekt op 7 november 2012, met toepassing van artikel 84, § 1, 1e lid, 1, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende dat de Regering de nadere regels vaststelt voor het gebruik van de voorbehouden parkeerplaatsen op de weg in uitvoering van de ordonnantie van 22 januari 2009 houdende de organisatie van het parkeerbeleid en de oprichting van het Brussels Hoofdstedelijk Parkeeragentschap;

Overwegende dat artikel 2 van de ordonnantie van 22 januari 2009 de voorbehouden parkeerplaatsen op de weg omschrijft als « een parkeerplaats uitsluitend bestemd voor voertuigen gebruikt door gehandicapte personen, taxi's, fietsers, gemotoriseerde tweewielers, motorvoertuigen gebruikt voor het autodelen, vrachtwagens, motorvoertuigen die mensen in en uit laten stappen en goederen laden en lossen en voor elke categorie voertuigen aangeduid door de Regering ».

Overwegende dat, ongeacht het type van gebruikt voertuig, de dienst voor gemengde motorvoertuigen tot doel heeft de intermodaliteit te bevorderen en de autodruk in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest te verminderen.

Overwegende dat het gewestelijk parkeerbeleid tot doel heeft de gemeentelijke reglementeringen te harmoniseren om samenhang en leesbaarheid te brengen in de organisatie van het parkeren op gewestelijk niveau;

Overwegende dat het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in het Plan Iris II onder meer als doel stelt om de dienst voor gedeelde motorvoertuigen te ontwikkelen en streeft naar 15 000 klanten in 2020;

Met inachtneming van de demografische prognoses alsook de huidige ontwikkeling van de dienst voor gedeelde motorvoertuigen, wordt de groeidoelstelling naar boven toe aangepast : er wordt gestreefd naar 2% van de bevolking, d.i. 25 000 klanten.

Na beraadslaging,

Besluit :

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit, wordt verstaan onder :

  1. « Administratie » : Administratie Uitrusting en Vervoer - Mobiel Brussel - Directie Beleid;

  2. « Agentschap » : het Brussels Hoofdstedelijk Parkeeragentschap, zoals bepaald in hoofdstuk VI van de ordonnantie van 22 januari 2009 houdende de organisatie van het parkeerbeleid en de oprichting van het Brussels Hoofdstedelijk Parkeeragentschap;

  3. « Ordonnantie » : de ordonnantie van 22 januari 2009 houdende de organisatie van het parkeerbeleid en de oprichting van het Brussels Hoofdstedelijk Parkeeragentschap;

  4. « Dienst voor gedeelde motorvoertuigen » of « carsharing » : dienst waarbij motorvoertuigen in de zin van artikel 2.16 van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg ter beschikking worden gesteld van geabonneerde gebruikers voor occasionele verplaatsingen;

  5. « Operator » : verstrekker van de dienst voor gedeelde motorvoertuigen;

  6. « Erkenning » : door het Agentschap verleende toelating aan de operator van het gedeelde motorvoertuigen om de voorbehouden parkeerplaatsen op de weg in de zin van artikel 2,2° van de ordonnantie te gebruiken;

  7. « Parkeerplaats voor carsharing » : voorbehouden parkeerplaats in de zin van artikel 2, 2° van de ordonnantie op de openbare weg voor een motorvoertuig voor gedeelde motorvoertuigen dat toebehoort aan een erkende operator en dat wordt gebruikt in een dienst voor gedeelde motorvoertuigen;

  8. « Carsharingstandplaats » : geheel van één of meer parkeerplaatsen voor carsharing;

  9. « Uitrusting van de carsharingstandplaatsen » : al het materiaal dat nodig is voor het gebruik van de parkeerplaatsen die voorbehouden zijn voor het systeem van gedeelde motorvoertuigen en voor de werking van de carsharingstandplaatsen, dat geen betrekking heeft op de fysieke inrichting van de standplaatsen, noch op hun reglementaire signalisatie;

  10. « Fysieke aanleg van de carsharingstandplaatsen » : grondmarkeringen zoals voorzien door het Reglement van de Wegbeheerder in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;

  11. « Onderhoud van de carsharingstandplaatsen » : in goede staat behouden van de fysieke aanleg van de carsharingstandplaatsen door de wegbeheerder;

  12. « Ecoscore » : in de zin van artikel 1, 6° van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 28 mei 2009 betreffende de invoering van schone voertuigen in het wagenpark van de gewestelijke instanties, globale score voor een voertuig ter kenmerking van de milieuschade die de uitstoot in de lucht veroorzaakt voor de verschillende componenten van de natuurlijke, menselijke en bebouwde omgeving;

  13. « voertuig van het type stadswagen » : voertuig van categorie M1 met maximaal vijf zitplaatsen, met inbegrip van de chauffeur, met uitzondering van voertuigen van het type monovolume;

  14. « voertuig van het type gezinswagen » : voertuig van het type mono-volume of voertuig van categorie M1 met meer dan 5 zitplaatsen, met inbegrip van de bestuurder;

  15. « voertuig van het...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT