20 MAART 2007. - Koninklijk besluit tot uitvoering van het Hoofdstuk 8 van Titel IV van de programmawet (I) van 27 december 2006 tot voorafgaande melding voor gedetacheerde werknemers en zelfstandigen

VERSLAG AAN DE KONING

Sire,

Het ontwerp van koninklijk besluit dat wij ter ondertekening aan Uwe Majesteit voorleggen is genomen in uitvoering van Hoofdstuk 8 van Titel IV van de programmawet (I) van 27 december 2006, die een voorafgaande meldingsplicht voor gedetacheerde werknemers en zelfstandigen invoert.

Volgens de bepalingen van dit hoofdstuk komt het aan de Koning toe om bepaalde categorieën van werknemers, zelfstandigen en stagiairs uit te sluiten van het toepassingsgebied, rekening houdend met de korte duur van hun verblijf in België of de aard van hun activiteit. Dit is het doel van de artikelen 1 tot 3 van het huidige besluit.

Bovendien bepaalt het hoofdstuk dat de Koning de categorieën van gegevens bepaalt die deel uitmaken van de voorafgaande melding evenals de categorieën van gegevens die deel uitmaken van de melding door de Belgische gebruiker in het geval dat de gedetacheerde het ontvangstbewijs voorzien in de artikelen 139 en 153 van het hoofdstuk, niet kan voorleggen.

Diezelfde artikelen 139 en 153 voorzien dat het aan Uwe Majesteit toekomt om de termijn te bepalen waarbinnen de voorafgaande melding kan worden geannuleerd.

De artikelen 141 en 155 van de wet geven Uwe Majesteit de mogelijkheid om bepaalde Belgische gebruikers vrij te stellen van de verplichting om te waarschuwen dat gedetacheerden niet in het bezit zijn van een ontvangstbewijs dat aantoont dat ze een voorafgaande melding verricht hebben.

Tenslotte komt het aan Uwe Majesteit toe om de bepalen welke de bevoegde inspectiediensten zijn die op de toepassing van de wet moeten toezien en om te omschrijven wat er verstaan wordt onder activiteiten in de bouwsector voor dewelke een uitsluiting uit het toepassingsgebied van de wet niet mogelijk is.

Er is rekening gehouden met alle opmerkingen die de Raad van State gemaakt heeft.

Artikelenbespreking

Artikel 1

Teneinde de EU principes van proportionaliteit te respecteren worden een aantal categorieën vrijgesteld van de verplichting tot voorafgaande melding aangezien dit voor deze personen zou leiden tot een onevenredig zware verplichting die administratieve complicaties veroorzaakt die het vrij verkeer kunnen belemmeren.

Deze overweging beantwoordt gedeeltelijk aan de opmerking die de Raad van State gemaakt heeft in verband met de overeenstemming met de hogere rechtsnormen.

  1. De werknemers tewerkgesteld in de sector van het internationaal vervoer van personen of goederen, tenzij deze werknemers cabotageactiviteiten op het Belgisch grondgebied verrichten.

    Het gaat hier om chauffeurs, piloten, cabinepersoneel, binnenschippers, zeelieden, enzovoort, in dienst van een in het buitenland gevestigde werkgever.

    Deze categorie werknemers wordt vrijgesteld van de verplichting tot het verkrijgen van een arbeidskaart door art. 2, lid 9 van het KB van 9 juni 1999 houdende de uitvoering van de wet van 30 april 1999 betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers : « het rijdend of varend personeel dat voor rekening van een in het buitenland gevestigde werkgever tewerkgesteld is aan werken van vervoer te land, ter zee of in de lucht, op voorwaarde dat hun verblijf in België geen drie opeenvolgende maanden overschrijdt. »

    De wet van 5 maart 2002 tot omzetting van de « detacheringsrichtlijn » en de vereenvoudigde sociale documenten bepaalt in artikel 4 : « Deze wet is niet van toepassing op het varend personeel van de koopvaardij en hun werkgevers », m.a.w. voor deze beroepsgroep moeten geen Belgische sociale documenten opgemaakt worden.

    De uitsluiting uit de meldingsplicht is enerzijds ruimer dan de vrijstelling van arbeidskaart (geen tijdsbeperking) maar heeft anderzijds de beperking dat het niet om cabotage mag gaan (vervoer tussen twee punten die binnen België liggen). Dat intern Belgisch vervoer is steeds onderworpen aan de meldingsplicht, ongeacht de duur ervan, aangezien dit rechtstreeks ingrijpt in het Belgische economische weefsel.

  2. De werknemers die naar België worden gedetacheerd voor de initiële assemblage en/of de eerste installatie van een goed, die een wezenlijk bestanddeel uitmaakt van een overeenkomst voor de levering van goederen, en die noodzakelijk is voor het in werking stellen van het geleverde goed en die uitgevoerd wordt door gekwalificeerde en/of gespecialiseerde werknemers van de leverende onderneming, wanneer de duur van de bedoelde werken niet meer dan acht dagen bedraagt. Deze afwijking geldt evenwel niet voor activiteiten in de bouwsector, zoals hierna gedefinieerd.

    Dit artikel is identiek aan artikel 6 van de wet van 5 maart 2002. Daardoor zijn de hier geviseerde personen niet onderworpen aan de Belgische loonsvoorwaarden en de reglementering inzake jaarlijkse vakantie.

  3. De werknemers die als gespecialiseerde technici tewerkgesteld worden door een in het buitenland gevestigde werkgever en naar België komen om dringende onderhoudswerken of dringende reparatiewerken uit te voeren aan machines of apparatuur die door hun werkgever geleverd werden aan de in België gevestigde onderneming in dewelke de reparaties of het onderhoud plaatsvinden, mits hun verblijf nodig voor de activiteiten, niet meer dan 5 dagen per kalendermaand bedraagt.

    Deze bepaling is geïnspireerd op het ontwerp van KB tot wijziging, wat betreft de onderzoekers en de kaderleden, van het KB van 9 juni 1999 houdende uitvoering van de wet van 30 april 1999 betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers (versie van 20 december 2005), artikel 1, 30°, met dit verschil dat de duur daar als volgt wordt bepaald : « De vrijstelling is beperkt tot de activiteit en de duur van het onderhoud of de reparatie. Per betrokken buitenlandse onderdaan kan de vrijstelling voor maximum vier weken per kwartaal, zeven weken per halfjaar en drie maanden per kalenderjaar ingeroepen worden. [...] ».

    Het toepassingsgebied van deze uitzondering is zeer scherp omschreven :

    - Gespecialiseerde technici

    - Dringend onderhoud/reparaties

    - Enkel aan machines geleverd door de werkgever van de technici

    Aldus wordt vermeden dat dit een achterpoortje openzet.

    De duur van de vrijstelling is gekoppeld aan de notie verblijf nodig voor de activiteiten. Dit is een gemakkelijker te hanteren criterium en vermijdt dat bij inspecties personen beweren nu nog niet te « werken » maar enkel aanwezig te zijn.

  4. De werknemers die naar België komen voor het bijwonen van wetenschappelijke congressen, mits hun verblijf nodig voor deze congressen niet meer dan 5 dagen per kalendermaand bedraagt;

    Deze bepaling is geïnspireerd op het ontwerp van KB tot wijziging, wat betreft de onderzoekers en de kaderleden, van het KB van 9 juni 1999 houdende uitvoering van de wet van 30 april 1999 betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers, meer bepaald artikel 2, 27°.

    De duur van de vrijstelling is gekoppeld aan de notie verblijf. In de meerderheid van de gevallen zullen immers de verblijfsdagen niet aangerekend worden op de betaalde vakantiedagen van de betrokkenen, zodat het arbeidsdagen zijn. Het exacte tijdstip of de duur van de conferentie doen er aldus niet echt toe. Bovendien bestaan sommige conferenties uit facultatieve workshops, halve dagen, enzovoort.

  5. De werknemers die naar België komen voor het bijwonen van vergaderingen in beperkte kring, mits hun verblijf nodig voor de activiteiten, niet meer dan 5 dagen per kalendermaand bedraagt.

    Het gaat hier om zeer diverse types vergaderingen, meestal in de vorm van een zogenaamde zakenreis : onderhandelen van een contract met een klant, houden van evaluatiegesprekken met ondergeschikten, strategische vergaderingen in multinationals, enzovoort.

  6. De werknemers die door een overheidsdienst worden tewerkgesteld.

    Hiermee worden de « ambtenaren & contractuelen » uitgesloten van het toepassingsgebied. Het zou onwenselijk zijn indien ambtenaren uit de andere Staten voor bijvoorbeeld het frequent bijwonen van vergaderingen in Brussel onder de meldingsplicht zouden vallen.

    Anderzijds is deze uitzondering zeer ruim geformuleerd : de overheidsdienst bepaalt immers zelf wie kan beschouwd worden als haar werknemers, zodat dit een mogelijkheid tot achterpoortje laat voor mensen afkomstig uit « verre landen », aangezien een Belgische controleur of inspecteur moeilijk het statuut van bijvoorbeeld een Ghanese of Kazachse « ambtenaar » kan nagaan wanneer die bijvoorbeeld beweert (aan de hand van een schimmig document) te werken voor een lokale openbare elektriciteitsmaatschappij.

    Dit achterpoortje zou kunnen gesloten worden door de uitgesloten categorie te beperken tot een overheidsdienst van bijvoorbeeld een land van de EER/Zwitserland of bilateraal & multilateraal socialezekerheidsverdrag of kandidaat-lidstaat, maar ook van andere Staten komen er veel ambtenaren in België vergaderingen bijwonen in het kader van allerlei Europese en andere internationale programma's en initiatieven hetgeen de formulering van dit artikel absurd gecompliceerd zou maken. Indien misbruik vastgesteld wordt van deze uitsluiting kan de poort nog altijd achteraf gesloten worden, rekening houdend met de op het terrein concreet vastgestelde constructies.

  7. De werknemers die tewerkgesteld worden door een internationale instelling van publiek recht in België gevestigd en waarvan het statuut wordt geregeld door een in werking getreden verdrag.

    Deze formulering heeft betrekking op de zogenaamde « zetelakkoorden ». Dit zijn verdragen die aan internationale instellingen van publiek recht (internationale organisaties die internationale rechtspersoonlijkheid hebben : van de NAVO over de Afrikaanse Unie tot het Internationaal Comité van het Rode Kruis) bepaalde voorrechten en immuniteiten verlenen, zoals vrijstelling van directe belastingen en socialezekerheidsbijdragen, immuniteit van rechtsmacht,...

    Artikel 2, 21°, sub b) van het KB van 9 juni 1999 houdende de uitvoering van de wet van 30 april 1999 betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers stelt de volgende categorie werknemers vrij van de verplichting tot het...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT