Vonnis/arrest, Hof van Cassatie van België, 2022-12-20

JurisdictionBélgica
Judgment Date20 décembre 2022
ECLIECLI:BE:CASS:2022:ARR.20221220.2N.19
Link to Original Sourcehttps://juportal.be/content/ECLI:BE:CASS:2022:ARR.20221220.2N.19
CourtHof van Cassatie van België
Docket NumberP.22.0514.N
Nr. P.22.0514.N 1. P P M-J O beklaagde eiser 2. K.T.I.-W.T.I., met zetel te 2240 Zandhoven, Vierselbaan 40 unit 1 beklaagde, eiseres, beiden met als raadsman mr. Philip Daeninck, advocaat bij de balie Limburg. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF De cassatieberoepen zijn gericht tegen het arrest van het hof van beroep te Gent, correctionele kamer, van 17 maart 2022. De eiser en de eiseres voeren in afzonderlijke memories die aan dit arrest zijn gehecht, drie gelijkluidende middelen aan. Raadsheer Filip Van Volsem heeft verslag uitgebracht. Advocaat-generaal Bart De Smet heeft geconcludeerd. II. BESLISSING VAN HET HOF Beoordeling Eerste middel 1. Het middel voert schending aan van artikel 195, tweede lid, Wetboek van Strafvordering en artikel 3 Probatiewet: de weigering opschorting van de uitspraak van veroordeling te verlenen, is niet naar recht verantwoord; het arrest neemt voor die beslissing andere feiten in aanmerking dan die welke het voorwerp uitmaken van de strafvervolging en zelfs feiten die dateren van na de met het arrest beoordeelde feiten. 2. Noch artikel 195, tweede lid, Wetboek van Strafvordering noch artikel 3 Probatiewet noch enig andere bepaling of algemeen rechtsbeginsel verzet zich ertegen dat de rechter bij de beoordeling van een verzoek om de uitspraak van veroordeling op te schorten rekening houdt met feitelijke gegevens die een licht kunnen werpen op de persoonlijkheid van de beklaagde en de omstandigheden waarin de vervolgde en bewezen verklaarde feiten werden gepleegd. 3. Die feitelijke gegevens kunnen ook dateren van na de vervolgde en bewezen verklaarde feiten. 4. Vereist is dat de beklaagde over die feitelijke gegevens tegenspraak heeft kunnen voeren. 5. Indien die feitelijke gegevens onder een misdrijfomschrijving vallen en daarover niet werd geoordeeld bij definitieve gerechtelijke beslissing verzet het vermoeden van onschuld zich ertegen dat de rechter zich over de schuld van de beklaagde aan die feiten zou uitspreken. 6. In zoverre het middel uitgaat van andere rechtsopvattingen, faalt het naar recht. 7. Het arrest vermeldt bij de motivering van de straftoemetingsbeslissing onder de randnummers 22.v en 26.v een aantal feitelijke gegevens, waarvan blijkt dat de eisers daarover tegenspraak hebben kunnen voeren. Het blijkt niet dat het arrest aanneemt dat de eisers, voor zover deze feitelijke gegevens onder een misdrijfomschrijving zouden vallen, zich daardoor aan een misdrijf hebben schuldig gemaakt. In...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT