Vonnis/arrest, Hof van Cassatie van België, 2022-11-15

JurisdictionBélgica
Judgment Date15 novembre 2022
ECLIECLI:BE:CASS:2022:ARR.20221115.2N.1
Link to Original Sourcehttps://juportal.be/content/ECLI:BE:CASS:2022:ARR.20221115.2N.1
CourtHof van Cassatie van België
Docket NumberP.22.0745.N
Nr. P.22.0745.N I M A beklaagde, aangehouden eiser met als raadsman mr. Frédéric Thiebaut, advocaat bij de balie Antwerpen II N N, beklaagde, aangehouden, eiseres, met als raadsman mr. Loïc Cerulus, advocaat bij de balie Antwerpen, beide cassatieberoepen tegen 1. NATIONALE IRAANSE WEERSTANDSRAAD (NCRI), met zetel te 95430 Auvers-sur-Oise (Frankrijk), rue des Gords 15, 2. E Z, 3. R G. T, 4. G T D S’A, 5. R G, 6. W M M, 7. I B, 8. A G, 9. L C, 10. T K, 11. R B, 12. Y B, 13. T B, 14. F H, 15. S A J, 16. R G J, 17. M R, 18. R H A, 19. M P, 20. A T, 21. S S, 22. J F L, 23. H M A, 24. M J D, 25. P B, burgerlijke partijen, verweerders, die woonplaats kiezen bij mr. Rik Vanreusel, met kantoor te 9000 Gent, Heernislaan 91. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF De cassatieberoepen zijn gericht tegen het arrest van het hof van beroep te Antwerpen, correctionele kamer, van 10 mei 2022. De eiser voert geen middel aan. De eiseres voert in een memorie die aan dit arrest is gehecht, een middel aan. De eiseres doet afstand van haar cassatieberoep II op burgerlijk gebied. Raadsheer Erwin Francis heeft verslag uitgebracht. Advocaat-generaal Alain Winants heeft geconcludeerd. II. BESLISSING VAN HET HOF Beoordeling Ontvankelijkheid van het cassatieberoep I 1. Uit de stukken waarop het Hof vermag acht te slaan, blijkt niet dat het cassatieberoep I is betekend aan de verweerders, zoals nochtans vereist door artikel 427 Wetboek van Strafvordering. In zoverre gericht tegen de beslissing op de burgerlijke rechtsvordering van deze verweerders, is het cassatieberoep I niet ontvankelijk. Middel 2. Het middel voert schending aan van artikel 6.1 EVRM: het arrest oordeelt dat er geen reden is om de strafvordering niet-ontvankelijk te verklaren en dat de strafvervolging in haar geheel beschouwd eerlijk is verlopen omdat niet aannemelijk wordt gemaakt dat de bron of partnerdienst aangehaald in de nota van de Veiligheid van de Staat (VSSE) van 25 juni 2018 verdacht is en de onderzoeksmaatregelen bevolen op basis van de inlichtingen vervat in de nota van de VSSE van 28 juni 2018 regelmatig zijn, zodat het hieruit verkregen bewijs betrouwbaar en rechtmatig is; deze nota’s vermelden echter geen herkomst van de gegevens, zodat de verdediging de regelmatigheid ervan niet kan controleren, terwijl nochtans op basis van die nota’s de strafvordering is opgestart en ingrijpende onderzoeksmaatregelen zijn bevolen; in de nota van 25 juni 2018 is enkel...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT