Vonnis/arrest, Hof van Cassatie van België, 2022-11-15
Jurisdiction | Bélgica |
Judgment Date | 15 novembre 2022 |
ECLI | ECLI:BE:CASS:2022:ARR.20221115.2N.12 |
Link to Original Source | https://juportal.be/content/ECLI:BE:CASS:2022:ARR.20221115.2N.12 |
Court | Hof van Cassatie van België |
Docket Number | P.22.0636.N |
Nr. P.22.0636.N
F N L
beklaagde
eiser
met als raadsman mr. Walter Damen, advocaat bij de balie Antwerpen, met kantoor te 2600 Antwerpen (Berchem), Elisabethlaan 122, waar de eiser woonplaats kiest
tegen
1. A D,
burgerlijke partij,
2. J B,
burgerlijke partij,
verweerders.
I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF
Het cassatieberoep is gericht tegen het arrest van het hof van beroep te Antwerpen, correctionele kamer, van 21 april 2022.
De eiser voert in een memorie die aan dit arrest is gehecht, een middel aan.
Raadsheer Peter Hoet heeft verslag uitgebracht.
Advocaat-generaal Alain Winants heeft geconcludeerd.
II. BESLISSING VAN HET HOF
Beoordeling
Ontvankelijkheid van het cassatieberoep
1. Het arrest spreekt de eiser vrij van de telastlegging A ten aanzien van de verweerster en het oordeelt dat de appelrechters onbevoegd zijn om te beslissen over de door de verweerster ingestelde burgerlijke rechtsvordering.
In zoverre gericht tegen deze beslissingen, is het cassatieberoep bij gebrek aan belang niet ontvankelijk.
2. Het arrest bevestigt de beslissing van de eerste rechter die de eiser heeft veroordeeld tot betaling van een provisionele schadevergoeding aan de verweerder, een deskundige heeft aangesteld en de beslissing over de interesten, de kosten en de rechtsplegingvergoeding heeft aangehouden. Het verzendt de zaak terug naar de eerste rechter voor verdere afhandeling van de burgerlijke rechtsvordering van de verweerder. Dit is geen eindbeslissing in de zin van artikel 420, eerste lid, Wetboek van Strafvordering en evenmin een beslissing vallend onder een van de uitzonderingen van artikel 420, tweede lid, Wetboek van Strafvordering.
In zoverre ook gericht tegen de beslissing op de burgerlijke rechtsvordering van de verweerder tegen de eiser, is eisers cassatieberoep voorbarig en bijgevolg niet ontvankelijk.
Middel
3. Het middel voert schending aan van artikel 6.1 EVRM, alsmede miskenning van de algemene rechtsbeginselen van het recht van verdediging en het recht op een eerlijk proces:...
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI