Vonnis/arrest, Hof van Cassatie van België, 2020-04-30
Jurisdiction | Bélgica |
Judgment Date | 18 juin 2020 |
ECLI | ECLI:BE:CASS:2020:ARR.20200618.1N.19 |
Court | Hof van Cassatie van België |
Link to Original Source | https://juportal.be/content/ECLI:BE:CASS:2020:ARR.20200618.1N.19 |
Docket Number | C.18.0357.N |
Nr. C.18.0357.N
WILLEMEN CONSTRUCT nv, met zetel te 2800 Mechelen, Boerenkrijgstraat 133
eiseres
vertegenwoordigd door mr. Huguette Geinger, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 1000 Brussel, Quatre Brasstraat 6
tegen
1. MARCANNE nv, met zetel te 1800 Vilvoorde, Stationlei 74, bus B4.1
eerste verweerster,
vertegenwoordigd door mr. Johan Verbist, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 2000 Antwerpen, Amerikalei 187/302,
2. STUDIEBUREAU W.J. & M.C. VAN CAMPENHOUT, met zetel te 1853 Strombeek-Bever, Nieuwelaan 123,
tweede verweerster, minstens tot bindendverklaring opgeroepen partij.
I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF
Het cassatieberoep is gericht tegen het arrest van het hof van beroep te Brussel van 27 juni 2017.
Sectievoorzitter Eric Dirix heeft verslag uitgebracht.
Advocaat-generaal Els Herregodts heeft geconcludeerd.
II. CASSATIEMIDDELEN
De eiseres voert in haar verzoekschrift dat aan dit arrest is gehecht, vier middelen aan.
III. BESLISSING VAN HET HOF
Beoordeling
Eerste middel
1. De appelrechters stellen vast en oordelen dat:
- de gerechtsdeskundige bij het uitvoeren van een kernboring op 1 oktober 2009 vaststelde dat tussen de topplaat en de eigenlijke vloerplaat er een open ruimte was van 10 mm, waarin zich modder bevond;
- de gerechtsdeskundige duidelijk tot het besluit komt dat de top- en onderliggende betonlaag van de vloerplaat niet hechten;
- wanneer de gerechtsdeskundige bevestigde dat de toplaag “inderdaad rechtstreeks, zonder aanbrandlaag, op de waarschijnlijk met slijk vervuilde, vloerplaat is gestort”, hij mogelijk uit het oog verloor dat hij ook sporen van een aanbrandlaag aantrof, maar dat dit geen afbreuk doet aan zijn vaststellingen inzake de vervuiling van de vloerplaat.
2. De appelrechters geven aldus te kennen dat het gebrek uitsluitend werd veroorzaakt door de vervuiling van de vloerplaat.
Deze reden draagt de bestreden beslissingen, zodat het middel dat miskenning van het beschikkingsbeginsel aanvoert op grond dat de appelrechters de aanwezigheid van een aanbrandlaag aannemen, terwijl partijen het erover eens waren dat geen aanbrandlaag werd aangebracht, niet tot cassatie kan leiden en, bij gebrek aan belang, niet ontvankelijk is.
Tweede middel in zijn geheel
3. In geval van niet-nakoming van een contractuele verbintenis heeft de schuldeiser, indien de prestatie zich hiertoe leent, het recht zich door de rechter te laten machtigen om de verbintenis te laten uitvoeren door een derde...
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI