Vonnis/arrest, Hof van Cassatie van België, 2021-11-30

JurisdictionBélgica
Judgment Date30 novembre 2021
ECLIECLI:BE:CASS:2021:ARR.20211130.2N.12
Link to Original Sourcehttps://juportal.be/content/ECLI:BE:CASS:2021:ARR.20211130.2N.12
CourtHof van Cassatie van België
Docket NumberP.21.0743.N
Nr. P.21.0743.N I ARAS (Groep Argenta) nv, met zetel te 2018 Antwerpen, Belgiëlei 49-53 vrijwillig tussengekomen partij eiseres met als raadsman mr. Jorgen Van Laer, advocaat bij de balie Antwerpen tegen, 1. C. V. C., burgerlijke partij, 2. J.-L. V. C., handelend in eigen naam en in zijn hoedanigheid van wettelijke erfopvolger en vertegenwoordiger van zijn minderjarige kinderen Q. V. C. en N. V. C., burgerlijke partij, 3. M. V. C., burgerlijke partij, 4. L. V. C., burgerlijke partij, verweerders. II G. F., beklaagde, eiseres, met als raadsman mr. Natascha Bielen, advocaat bij de balie Limburg. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF De cassatieberoepen zijn gericht tegen het vonnis in hoger beroep van correctionele rechtbank Antwerpen, afdeling Turnhout, van 15 april 2021. De eiseres I voert in een memorie die aan dit arrest is gehecht, twee middelen aan. De eiseres II voert in een memorie die aan dit arrest is gehecht, twee middelen aan. Raadsheer Sidney Berneman heeft verslag uitgebracht. Advocaat-generaal Bart De Smet heeft geconcludeerd. II. BESLISSING VAN HET HOF Beoordeling Ambtshalve middel Geschonden wettelijke bepaling - artikel 21, eerste lid, 5°, Voorafgaande Titel Wetboek van Strafvordering. 1. Volgens artikel 21, eerste lid, 5°, Voorafgaande Titel Wetboek van Strafvordering verjaart de strafvordering voor een wanbedrijf dat in een overtreding is omgezet door verloop van één jaar te rekenen vanaf de dag waarop het misdrijf is gepleegd. Er is stuiting van de verjaring van de strafvordering door daden van onderzoek of vervolging verricht binnen die termijn. 2. Het bestreden vonnis verklaart de eiseres II schuldig aan de feiten van de telastleggingen A (inbreuk op artikel 10.1.3°, Wegverkeersreglement en artikel 29, § 1, derde lid, Wegverkeerswet), B (inbreuk op artikel 12.3.1., tweede lid, a, Wegverkeersreglement en artikel 29, § 1, derde lid, Wegverkeerswet), C (inbreuk op artikel 12.2 Wegverkeersreglement en artikel 29, § 1, derde lid, Wegverkeerswet) en D (inbreuk op de artikelen 418 en 419, tweede lid, Strafwetboek). Met bevestiging van het beroepen vonnis veroordeelt het bestreden vonnis met aanneming van verzachtende omstandigheden de eiseres II voor al die feiten samen tot een geldboete van 25,00 euro, verhoogd met 70 opdeciemen of 200,00 euro, met uitstel van tenuitvoerlegging voor een termijn van drie jaar, of een vervangende gevangenisstraf van 3 dagen. Het spreekt bovendien lastens de eiseres II een...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT