Vonnis/arrest, Hof van Cassatie van België, 2021-11-30
Court | Hof van Cassatie van België |
Judgment Date | 30 novembre 2021 |
ECLI | ECLI:BE:CASS:2021:ARR.20211130.2N.18 |
Link to Original Source | https://juportal.be/content/ECLI:BE:CASS:2021:ARR.20211130.2N.18 |
Docket Number | P.21.1398.N |
Nr. P.21.1398.N
W. M
veroordeelde tot vrijheidsstraf
eiser
met als raadsman mr. Boris Reynaerts, advocaat bij de balie Antwerpen
I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF
Het cassatieberoep is gericht tegen het vonnis van de strafuitvoeringsrechtbank Antwerpen van 2 november 2021.
De eiser voert in een memorie die aan dit arrest is gehecht, een middel aan.
Raadsheer Filip Van Volsem heeft verslag uitgebracht.
Advocaat-generaal Bart De Smet heeft geconcludeerd.
II. BESLISSING VAN HET HOF
Beoordeling
Middel
Eerste onderdeel
1. Het onderdeel voert schending aan van artikel 47, § 1, Wet Strafuitvoering: de strafuitvoeringsrechtbank wijst eisers verzoek tot elektronisch toezicht af op andere gronden dan die welke op limitatieve wijze zijn vastgelegd in de vermelde bepaling.
2. Artikel 47 § 1, Wet Strafuitvoering bepaalt dat de strafuitvoeringsmodaliteit van het elektronisch toezicht aan de veroordeelde wordt toegekend voor zover er geen tegenaanwijzingen bestaan waaraan niet kan worden tegemoet gekomen door het opleggen van bijzondere voorwaarden.
3. Die tegenaanwijzingen zijn op limitatieve wijze in deze bepaling opgesomd: 1) de afwezigheid van vooruitzichten op sociale reclassering van de veroordeelde; 2) het risico op het plegen van nieuwe ernstige strafbare feiten; 3) het risico dat de veroordeelde de slachtoffers zou lastig vallen; 4) de houding van de veroordeelde ten aanzien van de slachtoffers van de misdrijven die tot zijn veroordeling hebben geleid; 5) de door de veroordeelde geleverde inspanningen om de burgerlijke partij te vergoeden, rekening houdend met zijn vermogenssituatie zoals die door zijn toedoen is gewijzigd sinds het plegen van de feiten waarvoor hij is veroordeeld.
4. De strafuitvoeringsrechtbank kan de strafuitvoeringsmodaliteit van het elektronisch toezicht voor een veroordeelde die aan de vorm- en tijdsvoorwaarden voldoet enkel afwijzen indien zij ondubbelzinnig het bestaan vaststelt van één of meerdere van deze tegenaanwijzingen.
5. De strafuitvoeringsrechtbank kan bij de beoordeling van de toekenning van de strafuitvoeringsmodaliteit van het elektronisch toezicht in aanmerking nemen of de strafuitvoeringsmodaliteit van de beperkte detentie gunstig is verlopen. Die beoordelingsbevoegdheid ontslaat de strafuitvoeringsrechtbank evenwel niet van de verplichting aan te geven op grond van welke tegenaanwijzing of tegenaanwijzingen het verzoek om...
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI