6 MAART 2008. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende goedkeuring van de beslissing van de gemeente Sint-Lambrechts-Woluwe tot volledige opheffing van het bijzonder bestemmingsplan nr. 8 « Klakkedellewijk », goedgekeurd bij koninklijk besluit van 3 oktober 1956
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering,
Gelet op het Brussels Wetboek van de Ruimtelijke Ordening, inzonderheid op de artikelen 58 tot 61;
Gelet op het gewestelijk bestemmingsplan goedgekeurd bij besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 3 mei 2001;
Gelet op het gewestelijk ontwikkelingsplan goedgekeurd bij besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 12 september 2002;
Gelet op het bijzonder bestemmingsplan nr. 8 ´ Klakkedellewijk ª van de gemeente Sint-Labrechts-Woluwe (begrensd door de Klakkedellestraat, Veldkapellaan en Emile Vanderveldelaan ) goedgekeurd bij koninklijk besluit van 3 october 1956;
Gelet op de beraadslaging van de gemeenteraad van 21 mei 2007 waarbij de gemeente Sint-Labrechts-Woluwe voorlopig haar goedkeuring hecht aan de ontwerp beslissing om het bijzonder bestemmingsplan nr. 8 ´ Klakkedellewijk ª volledig op te heffen;
Gelet op het verslag dat het ontwerp vergezelt en dat de volledige opheffing van het plan rechtvaardigt in plaats van de wijziging ervan;
Gelet op het advies van de overlegcommissie uitgebracht tijdens de zitting van 17 mei 2007;
Gelet op de beraadslaging van de Gemeenteraad van 12 november 2007 waarbij de gemeente Sint-Labrechts-Woluwe de beslissing tot volledige opheffing van het bijzonder bestemmingsplan nr. 8 ´ Klakkedellewijk ª definitief goedkeurt;
Overwegende dat uit het bij deze beraadslaging gevoegde dossier blijkt dat de formaliteiten voorgeschreven door de artikelen 59 en 60 van het Brussels Wetboek van de Ruimtelijke Ordening vervuld zijn;
Overwegende dat het bijzonder bestemmingsplan werd ontworpen vanuit het gezichtspunt van de vastgoedontwikkeling, met name door de aanleg van nieuwe wegen met bouwlijnen bestemd voor huisvesting;
Overwegende dat de inhoud van de schriftelijke voorschriften onsamenhangend is en niet aangepast aan de geldende stedenbouwkundige plannen en verordeningen;
Overwegende dat verschillende impliciete opheffingen werden doorgevoerd sinds de inwerkingtreding van het gewestelijk bestemmingsplan;
Overwegende dat het bijzonder bestemmingsplan grotendeels werd gerealiseerd;
Overwegende dat de opheffing van het bijzonder bestemmingsplan gerechtvaardigd is in plaats van de wijziging ervan;
Overwegende...
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI