7 JUNI 2002. - Besluit van de Vlaamse regering betreffende de uitvoering van het decreet op het Vlaamse Jeugdbeleid

De Vlaamse regering,

Gelet op het decreet van 29 maart 2002 op het Vlaamse Jeugdbeleid;

Gelet op het advies nummer 1/02 van de Jeugdraad voor de Vlaamse Gemeenschap, gegeven op 6 februari 2002;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Begroting, gegeven op 29 mei 2002;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat in de loop van 2000 werd vastgesteld dat het decreet van 12 mei 1998 houdende de erkenning en subsidiëring van het landelijk georganiseerde jeugdwerk tot een ongewenste verschraling zou leiden van het Vlaamse jeugdwerklandschap. Een belangrijk deel van de op basis van een eerdere regelgeving erkende en gesubsidieerde landelijk georganiseerde jeugdverenigingen zouden vanaf 1 januari 2001 niet langer erkend en bijgevolg gesubsidieerd worden. Daarom moest dit decreet van 12 mei 1998 zo snel mogelijk herzien worden. Ten gevolge van het decreet van 22 december 2000 werd een overgangsmaatregel opgenomen waardoor de meeste van de niet langer erkende organisaties nog 2 jaar (2001 en 2002) kunnen worden gesubsidieerd. In de loop van dit laatste jaar zouden ze dan moeten beantwoorden aan de nieuwe voorwaarden. Intussen werd het nieuwe decreet Vlaams Jeugdbeleid gestemd door het Vlaams Parlement en bekrachtigd door de Vlaamse regering op 29 maart 2002. In het voorliggende uitvoeringsbesluit van het decreet Vlaams Jeugdbeleid worden o.a. de nadere erkenningvoorwaarden voor het landelijk jeugdwerk bepaald. Zo wordt geregeld dat organisaties een aanvraag tot erkenning in 2002 kunnen indienen. Indien zij vervolgens erkend worden, kunnen zij in 2003 worden gesubsidieerd volgens dit nieuwe decreet. Dit is niet alleen belangrijk voor de verenigingen die reeds sinds 2001 onder het overgangsreglement vallen. Een aantal andere verenigingen staan nu klaar om een erkenning landelijk jeugdwerk aan te vragen. Ook om die verenigingen de mogelijkheid tot een erkenning te geven, moeten zij de kans krijgen zich in 2002 aan te passen aan de nieuwe erkenningvoorwaarden en de procedure tot erkenning kunnen doorlopen;

Gelet op advies 33.405/3 van de Raad van State, gegeven op 21 mei 2002, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Cultuur, Jeugd, Sport, Brusselse Aangelegenheden en Ontwikkelingssamenwerking;

Na beraadslaging,

Besluit :

Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder :

1 ° de minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor de Cultuur en de Jeugd;

  1. de administratie : de afdeling Jeugd en Sport van de administratie Cultuur;

  2. het decreet : het decreet van 29 maart 2002 op het Vlaamse Jeugdbeleid;

  3. de jeugdraad : de Jeugdraad voor de Vlaamse Gemeenschap, erkend ter uitvoering van artikel 5 van het decreet op het Vlaamse Jeugdbeleid;

  4. de adviserende beroepscommissie : de adviserende beroepscommissie voor culturele aangelegenheden, bedoeld in artikel 15 van het decreet van 19 december 1997 houdende oprichting van een Raad voor Cultuur, een Raad voor de Kunsten, een Raad voor Volksontwikkeling en Cultuurspreiding en van een adviserende beroepscommissie inzake culturele aangelegenheden.

    Art. 2. § 1. De erkenningsprocedure voor het landelijk georganiseerd jeugdwerk verloopt als bepaald in dit artikel.

    Een aanvraag voor erkenning als landelijk georganiseerde jeugdvereniging wordt ingediend voor 1 januari bij de administratie, volgens de leidraad die de administratie ter beschikking stelt. Samen met die aanvraag bezorgt de vereniging de administratie een activiteitenkalender voor de eerstvolgende periode met vermelding van de aard van de activiteit, alsook plaats, datum, begin- en einduur van de activiteit. Ze bezorgt gedurende de hele erkenningsprocedure die activiteitenkalender volgens een vaste frequentie in overleg met de administratie. Tevens bezorgt ze de administratie een beleidsnota die beantwoordt aan de voorwaarden, bepaald in artikel 58 van het decreet en in artikel 5 van dit besluit.

    Als vastgesteld wordt dat een aanvraag onvolledig is en nog vervolledigd kan worden, vraagt de administratie de aanvullende gegevens op voor 20 januari. De verenigingen moeten hun dossier vervolledigen voor 5 februari.

    De administratie brengt voor 1 maart alle landelijke jeugdverenigingen die een aanvraag tot erkenning hebben ingediend ervan op de hoogte of hun aanvraag al dan niet ontvankelijk is.

    De administratie brengt voor 15 maart de jeugdraad op de hoogte van de al dan niet ontvankelijke aanvragen.

    § 2. De administratie begeleidt en inspecteert alle landelijke jeugdverenigingen die een ontvankelijke aanvraag tot erkenning hebben ingediend door informatie en...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT