13 NOVEMBER 2002. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Verzekeringscomité overeenkomsten kan sluiten met toepassing van artikel 56, § 2, eerste lid, 2°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, voor de jaren 2002, 2003 en 2004

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 56, § 2, eerste lid, 2°, vervangen bij de wet van 10 augustus 2001;

Gelet op het advies van het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging, gegeven op 4 maart 2002;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 24 mei 2002;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 20 juni 2002;

Gelet op het besluit van de Ministerraad over het verzoek aan de Raad van State om advies te geven binnen een termijn van één maand;

Gelet op het advies nr. 33.882/1van de Raad van State, gegeven op 17 oktober 2002, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. Onder de hierna vermelde voorwaarden kan tussen het Verzekeringscomité van de Dienst voor Geneeskundige Verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering en gespecialiseerde centra een overeenkomst worden gesloten waarbij een tegemoetkoming wordt verleend door de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging ter financiering van de behandeling van bepaalde rechthebbenden door middel van :

  1. botuline toxine A bij kinderen van 2 tot en met 8 jaar met spasticiteit veroorzaakt door hersenverlamming;

  2. gehumaniseerde monoklonale antistoffen tegen het F-proteine van het Respiratoir Syncytiaal Virusinfectie (RSV) :

    1. bij pretermen van minder dan 28 weken zwangerschapsleeftijd die jonger zijn dan 12 maand bij het begin van het RSV-seizoen;

    2. bij pretermen tussen 28 en 31 6/7 weken zwangerschapsleeftijd die jonger zijn dan 6 maand bij het begin van het RSV-seizoen;

    3. bij kinderen tussen 32 en 35 weken zwangerschapsleeftijd met een chronisch respiratoire insufficiëntie (bronchopulmonale dysplasie), die chronische zuurstoftherapie of beademing krijgen en die jonger dan 6 maand zijn bij het begin van het RSV-seizoen;

    4. bij kinderen met chronische respiratoire insufficiëntie, onafhankelijk welke hun zwangerschapsleeftijd in het begin was,en die chronisch zuurstoftherapie of beademing krijgen tijdens het RSV seizoen, tot maximum 2 jaar;

  3. geïsoleerde lidmaatperfusie met Tumor Necrosis Factor alpha en Melphalan in het raam van de behandeling van...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT