18 OKTOBER 2002. - Besluit van de Waalse Regering waarbij de vernietiging van sommige soorten wild mogelijk gemaakt wordt

De Waalse Regering,

Gelet op de jachtwet van 28 februari 1882, inzonderheid op de artikelen 7, vervangen door het decreet van 14 juli 1994 en gewijzigd bij het decreet van 6 december 2001, 8, vervangen bij het decreet van 14 juli 1994 en gewijzigd bij het decreet van 6 december 2001, 9, opgeheven bij het decreet van 19 juli 1985 en hersteld bij het decreet van 14 juli 1994, 12bis , ingevoegd bij het decreet van 14 juli 1994, 30bis , vervangen bij het decreet van 14 juli 1994 en 30ter , ingevoegd bij het decreet van 14 juli 1994;

Gelet op de adviezen van de "Conseil supérieur wallon de la Chasse" (Waalse Hoge Jachtraad), gegeven op 10 oktober 2001, 14 november 2001, 12 december 2001 en 9 januari 2002;

Gelet op de beraadslaging van de Regering over het verzoek om adviesverlening door de Raad van State binnen hoogstens een maand;

Gelet op het advies 33.280/4 van de Raad van State, gegeven op 3 juli 2002, overeenkomstig artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten;

Op de voordracht van de Minister van Landbouw en Landelijke Aangelegenheden;

Na beraadslaging,

Besluit :

HOOFDSTUK I. - Algemeen

Artikel 1. Elke persoon die de vernietiging uitvoert d.m.v. een vuurwapen of een wettelijk gehouden roofvogel, moet houder zijn van een jachtverlof dat geldig is voor het lopende jachtjaar.

Die verplichting is echter niet van toepassing :

  1. op de beëdigde wachters en op de ambtenaren en aangestelden van de Afdeling Natuur en Bossen, behalve in geval van gebruik van een roofvogel;

  2. op de leden van de "Bird Control Units" van de militaire vliegvelden, behalve in geval van gebruik van een vuurwapen.

    Art. 2. Elke aanvraag om vernietigingsvergunning die vereist is overeenkomstig de bepalingen van dit besluit, moet bij aangetekende brief of tegen ontvangbewijs worden gestuurd aan de Minister of in geval van afvaardiging, aan de Directeur van het Centrum van de Afdeling Natuur en Bossen dat territoriaal bevoegd is, hierna de "afgevaardigde" genoemd.

    Die moet :

  3. gemotiveerd zijn door de omvang van de bestaande of dreigende schade;

  4. de betrokken soort wild en het bij benadering geschatte aantal dieren die zouden moeten worden vernietigd, vermelden;

  5. de naam, voornaam en het adres vermelden van de personen die de vernietiging zullen uitvoeren met het nummer van hun jachtverlof;

  6. op straffe van niet-ontvankelijkheid, de formele verbintenis van betrokkene bevatten om de aanwezigheid van het bosbeheer te allen tijde te aanvaarden, om de bestaande wildpopulaties en de wettelijke aard van de verrichtingen te verifiëren;

  7. bevestigen dat het wild niet werd vetgemest tijdens de jachtperiodes.

    De vergunning bepaalt :

  8. het maximale aantal dieren die moeten worden geslacht en in voorkomend geval, een minimaal aantal;

  9. de wijze(n) waarop de vernietiging zal uitgevoerd worden.

    De vernietigingsvergunningen zijn geldig tijdens één maand. Ze kunnen worden verlengd.

    De Minister of zijn afgevaardigde kunnen elk ogenblik een vernietigingsvergunning beëindigen indien de redenen waarop die gegrond is, niet meer bestaan.

    De Minister of zijn afgevaardigde richt aan de jachtraad een afschrift van elke vernietigingsvergunning die werd toegestaan op grondgebieden gelegen binnen de territoriale ruimte waarvoor de raad bevoegd is. Hetzelfde geldt indien hij, overeenkomstig het derde lid, één van die vergunningen beëindigt.

    Art. 3. Elke persoon die de vernietiging uitvoert, moet bij elke vordering van de personeelsleden bedoeld in artikel 24 van de jachtwet van 28 februari 1882 volgende stukken vertonen :

  10. de vernietigingsvergunning die eventueel vereist is overeenkomstig de voorschriften van dit besluit;

  11. het jachtverlof indien dit vereist wordt overeenkomstig artikel 1 van dit besluit.

    Art. 4. Het gebruik van vuurwapens en munitie in het kader van de vernietiging moet voldoen aan dezelfde voorwaarden als degene die bedoeld zijn in het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 4 juni 1987 houdende regeling van het gebruik van vuurwapens en van hun munitie met het oog op het uitoefenen van de jacht in het Waalse Gewest.

    Art. 5. Het vervoer van elk wild, vernietigd of gevangen overeenkomstig de voorschriften van dit besluit, wordt tijdens het hele jaar toegestaan, in voorkomend geval met inachtneming van de voorwaarden die opgelegd zijn bij het besluit van de Waalse Regering van 8 juni 2001 tot regeling van het vervoer van doodgeschoten grof wild met het oog op de traceerbaarheid.

    HOOFDSTUK II. - Vernietiging in het belang van fauna en flora en om ernstige schade te voorkomen aan teelten, veeteelt, bossen, visserijen en wateren

    Afdeling I. - Vernietiging van wild zwijn

    Art. 6. De vernietiging van het wild zwijn wordt alleen toegestaan om belangrijke schade aan teelten te voorkomen.

    Het is verboden wild zwijn te vernietigen zonder voorafgaande vergunning van de Minister of van zijn afgevaardigde.

    De vergunning wordt alleen toegestaan voorzover ze de overleving van de betrokken populatie niet bedreigt en op voorwaarde dat geen andere voldoende oplossing bestaat om belangrijke schade aan teelten te voorkomen.

    Art. 7. De vernietiging van wild zwijn mag het hele jaar door alleen in open veld...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT