Koninklijk besluit houdende oprichting van een Federale Commissie voor de Verkeersveiligheid en een Interministerieel Comité voor de Verkeersveiligheid., de 26 juin 2002

Artikel 1. Binnen de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer wordt een commissie opgericht met de naam " Federale Commissie voor de Verkeersveiligheid ".

Art. 2. Er wordt een Interministerieel Comité voor Verkeersveiligheid opgericht.

Art. 3. De Commissie krijgt als opdracht :

- de becijferde indicatoren te bepalen die nuttig zijn voor de verkeersveiligheid;

- becijferde doelstellingen te bepalen die inzake verkeersveiligheid tijdens een gegeven periode moeten worden bereikt;

- maatregelen voor te stellen die ten uitvoer moeten worden gelegd om de vooropgestelde becijferde doelstellingen te bereiken;

- de nodige middelen bepalen om deze maatregelen te ontwikkelen en van deze doelstellingen te bereiken.

De Commissie evalueert voortdurend hoe deze indicatoren evolueren.

Art. 4. Op verzoek van het interministerieel Comité, van de Minister van Mobiliteit of op eigen initiatief geeft de Commissie een advies over de maatregelen te nemen om de verkeersveiligheid te bevorderen, onder andere inzake de wet betreffende de politie over het wegverkeer en haar uitvoeringsbesluiten.

De Commissie onderzoekt eveneens de maatregelen die moeten worden genomen inzake de bijstand aan slachtoffers van verkeersongevallen.

Art. 5. De Commissie stelt een jaarlijks syntheseverslag op met de resultaten van haar werkzaamheden en haar aanbevelingen. Het verslag wordt overgemaakt aan het interministerieel Comité via haar voorzitterschap.

Art. 6. De Commissie is samengesteld uit de volgende leden :

- een ambtenaar die de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer vertegenwoordigt, aangewezen door de Minister van Mobiliteit en Vervoer;

- een vertegenwoordiger van de lokale politie, aangewezen door de Minister van Binnenlandse Zaken;

- een vertegenwoordiger van de federale politie, aangewezen door de Minister van Binnenlandse Zaken;

- een vertegenwoordiger van het College van Procureurs-generaal;

- een vertegenwoordiger van de Minister van Uitrusting en Vervoer, aangewezen door de Waalse Minister die bevoegd is voor Infrastructuur;

- een vertegenwoordiger van het Ministerie van de Uitrusting en Vervoer, aangewezen door de Minister van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest die bevoegd is voor Infrastructuur;

- een vertegenwoordiger van de Administratie van Leefmilieu en Infrastructuur van de Vlaamse Gemeenschap, aangewezen door de Vlaamse Minister die bevoegd is voor Infrastructuur;

- een vertegenwoordiger van het Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap, aangewezen door de Vlaamse Minister(s) die bevoegd is (zijn) voor secundair en hoger onderwijs;

- een vertegenwoordiger van het Onderwijs van de Franse Gemeenschap, aangeduid door de Minister(s) van de Franse gemeenschap die bevoegd is (zijn) voor secundair en hoger onderwijs;

- een vertegenwoordiger van het Onderwijs van de Duitstalige Gemeenschap, aangeduid door de Minister(s) van de Duitstalige gemeenschap die bevoegd is (zijn) voor secundair en hoger onderwijs;

- drie vertegenwoordiger van de Vereniging van Steden en Gemeenten, één voor het Waals Gewest, één voor het...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT