Besluit van de Vlaamse Regering inzake de verhandelbare emissierechten voor broeikasgassen en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 6 februari 1991 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning en van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende de algemene..., de 4 février 2005

HOOFDSTUK I. - Definities.

Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder :

  1. broeikasgassen : koolstofdioxide (CO2), methaan (CH4), distikstofoxide (N2O), fluorkoolwaterstoffen (HFK's), perfluorkoolstoffen (PFK's) of zwavelhexafluoride (SF6);

  2. ton koolstofdioxide-equivalent : een metrische ton koolstofdioxide (CO2) of een hoeveelheid van een ander broeikasgas met een gelijkwaardig aardopwarmingspotentieel;

  3. emissierecht : een volgens de bepalingen, gesteld in dit besluit, overdraagbaar recht om gedurende een bepaalde periode één ton CO2-equivalent aan broeikasgassen uit te stoten;

  4. titel I van het VLAREM : het besluit van de Vlaamse Regering van 6 februari 1991 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning;

  5. titel II van het VLAREM : het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne;

  6. BKG-inrichting : een inrichting die in de vierde kolom van de indelingslijst in titel I van het VLAREM is aangeduid met de letter Y en die de vaste technische eenheid omvat waarin de activiteiten en processen, vermeld in de tweede kolom, alsmede andere daarmee rechtstreeks samenhangende activiteiten plaatsvinden, die technisch in verband staan met de op die plaats ten uitvoer gebrachte activiteiten en die gevolgen kunnen hebben voor de emissies en de verontreiniging;

  7. exploitant : de houder van de milieuvergunning van een BKG-inrichting;

  8. betekenen : bij wijze van een aangetekend schrijven verzenden;

  9. startperiode : de periode van 1 januari 2005 tot en met 31 december 2007;

  10. eerste verbintenisperiode : de periode van 1 januari 2008 tot en met 31 december 2012;

  11. volgende verbintenisperiode : de periode van vijf jaar die ingaat op 1 januari 2013 of elke daaropvolgende periode van vijf jaar;

  12. handelsperiode : startperiode, eerste verbintenisperiode of een volgende verbintenisperiode;

  13. referentiejaar : kalenderjaar waarvoor de directe CO2-emissies uit een BKG-inrichting als representatief kunnen worden beschouwd voor de directe CO2-emissies in een kalenderjaar van een handelsperiode;

  14. nieuwkomer : een BKG-inrichting, die een milieuvergunning dan wel een aanpassing van de milieuvergunning wegens een verandering aan een BKG-inrichting zoals vermeld in artikel 1, 42° van titel I van het VLAREM heeft verkregen nadat het toewijzingsplan aan de Europese Commissie is meegedeeld;

  15. toewijzingsplan : het plan dat aangeeft hoe emissierechten worden toegewezen aan exploitanten van BKG-inrichtingen en dat minstens de elementen uit bijlage I bevat;

  16. REG-decreet : het decreet van 2 april 2004 tot vermindering van de uitstoot van broeikasgassen in het Vlaamse Gewest door het bevorderen van het rationeel energiegebruik, het gebruik van hernieuwbare energiebronnen en de toepassing van flexibiliteitsmechanismen uit het Protocol van Kyoto;

  17. CO2-emissies uit verbrandingsprocessen : directe CO2-emissies die vrijkomen bij de productie van energie (warmte, elektriciteit, mechanische energie) uit de verbranding van fossiele brandstoffen;

  18. procesemissies : directe CO2-emissies die niet als CO2-emissies uit verbrandingsprocessen kunnen worden beschouwd;

  19. het verificatiebureau : de organisatie die aangesteld is om de correcte uitvoering van het Vlaams Benchmarking convenant over energie-efficiëntie in de industrie van 29 november 2002 te bewaken, zoals bepaald in artikel 10 van dit convenant;

  20. Toewijzingsreserve : hoeveelheid emissierechten die bij het opstellen van het toewijzingsplan eenmalig wordt vastgelegd en die voor een handelsperiode kan worden toegewezen aan nieuwkomers;

  21. Nationale Klimaatcommissie : de commissie, opgericht bij artikel 3 van het samenwerkingsakkoord van 14 november 2002 tussen de federale staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest betreffende het opstellen, het uitvoeren en het opvolgen van een Nationaal Klimaatplan, alsook het rapporteren, in het kader van het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake Klimaatverandering en het Protocol van Kyoto;

  22. AMINABEL : de afdeling Algemeen Milieu- en Natuurbeleid van de administratie Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap;

  23. publieke bekendmaking : het ter kennis brengen van de bevolking door bekendmaking in drie Vlaamse dagbladen met nationale verspreiding en door bekendmaking en inzage via het internet en door het inzagerecht bij AMINABEL. De inzage bij AMINABEL is enkel mogelijk tijdens de kantooruren en na afspraak;

  24. annuleren van emissierechten : het ongeldig of onbruikbaar maken van emissierechten;

  25. persoon : natuurlijke persoon of rechtspersoon;

  26. UNFCCC : United Nations Framework Convention on Climate Change (raamverdrag van de Verenigde Naties inzake Klimaatverandering);

  27. partij uit bijlage I : een partij, opgesomd in bijlage I van het UNFCCC, die het Protocol van Kyoto heeft geratificeerd, zoals bepaald in artikel 1(7) van het Protocol van Kyoto;

  28. projectactiviteit : een projectactiviteit die door een of meer partijen uit bijlage I is goedgekeurd in overeenstemming met artikel 6 of artikel 12 van het Protocol van Kyoto en de overeenkomstig het UNFCCC of het Protocol van Kyoto genomen besluiten;

  29. JI-projectactiviteit : een projectactiviteit die door een of meer partijen uit bijlage I is goedgekeurd in overeenstemming met artikel 6 van het Protocol van Kyoto en de overeenkomstig het UNFCCC of het Protocol van Kyoto genomen besluiten;

  30. emissiereductie-eenheid (ERU) : een eenheid die is verleend overeenkomstig artikel 6 van het Protocol van Kyoto en de overeenkomstig het UNFCCC of het Protocol van Kyoto genomen besluiten;

  31. gecertificeerde emissiereductie (CER) : een eenheid die is verleend overeenkomstig artikel 12 van het Protocol van Kyoto en de overeenkomstig het UNFCCC of het Protocol van Kyoto genomen besluiten. "

    HOOFDSTUK II. - Het toewijzingsplan, de toewijzing van emissierechten en het verlenen van emissierechten.

    Afdeling I. - Procedure voor het opstellen van een Toewijzingsplan.

    Art. 2. (Uiterlijk 24 maanden voor het begin van elke handelsperiode leggen de Vlaamse minister bevoegd voor Leefmilieu, en de Vlaamse minister, bevoegd voor het Energiebeleid, een voorstel van toewijzingsplan voor de handelsperiode in kwestie voor aan de Vlaamse Regering.)

    Art. 3. Het voorstel van toewijzingsplan, zoals goedgekeurd door de Vlaamse Regering, wordt publiek bekendgemaakt.

    Iedereen kan, vanaf de dag van de publieke bekendmaking gedurende dertig dagen opmerkingen over het betreffende voorstel van toewijzingsplan indienen bij AMINABEL.

    Tegelijkertijd met de publieke bekendmaking, bedoeld in het eerste lid, wordt het voorstel van toewijzingsplan, zoals principieel goedgekeurd door de Vlaamse Regering, bezorgd aan de Milieu- en Natuurraad van Vlaanderen en de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen, die na ontvangst van het voorstel een met redenen omkleed advies uitbrengen binnen een termijn van dertig dagen.

    Art. 4. Uiterlijk 20 maanden voor het begin van elke handelsperiode leggen de Vlaamse minister bevoegd voor leefmilieu, en de Vlaamse minister, bevoegd voor het energiebeleid een ontwerp van toewijzingsplan voor de handelsperiode in kwestie voor aan de Vlaamse Regering. In dit toewijzingsplan wordt daarbij tevens meegedeeld wat er omtrent de overeenkomstig artikel 3, tweede en derde lid, ingediende opmerkingen en verstrekte adviezen overwogen werd. Dit ontwerp van toewijzingsplan wordt bezorgd aan de voorzitter van de Nationale Klimaatcommissie, die het ontwerp meedeelt aan de Europese Commissie.

    Art. 5. Na ontvangst van de opmerkingen van de Europese Commissie met betrekking tot het ontwerp van toewijzingsplan, wordt het ontwerp, bedoeld in artikel 4, publiek bekendgemaakt. Iedereen kan, vanaf de dag van de publieke bekendmaking, gedurende dertig dagen opmerkingen over het ontwerp van toewijzingsplan indienen bij AMINABEL.

    Art. 6. Na het beëindigen van de procedure zoals vermeld in artikel 5 leggen de Vlaamse minister bevoegd voor leefmilieu, en de Vlaamse minister, bevoegd voor het energiebeleid, een definitief ontwerp van toewijzingsplan voor aan de Vlaamse Regering. In dit toewijzingsplan wordt daarbij tevens meegedeeld wat er omtrent de opmerkingen van de Europese Commissie en het publiek zoals gesteld artikel 5, overwogen en in voorkomend geval in het toewijzingsplan aangepast werd.

    Het toewijzingsplan wordt na de definitieve goedkeuring door de Vlaamse Regering op het internet en bij uittreksel in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd.

    Art. 7. De procedure voor het opstellen van een toewijzingsplan voor de startperiode verloopt volgens de procedure zoals gesteld in artikelen 2 tot en met 6. Voor de Startperiode kan er van de in artikelen 2 tot en met 5 vermelde termijnen afgeweken worden.

    Afdeling II. - De toewijzing van emissierechten.

    Art. 8. De hoeveelheid emissierechten die aan de exploitant van een BKG-inrichting wordt toegewezen wordt bepaald volgens de rekenregels en bepalingen beschreven in het voor de betreffende handelsperiode van toepassing zijnde toewijzingsplan.

    Art. 9. § 1. De bijkomende emissierechten voor nieuwkomers worden toegewezen binnen een termijn van één maand die ingaat op de eerste dag van de periode waarvoor een milieuvergunning aan de BKG-inrichting in kwestie werd verleend, in eerste aanleg en waartegen geen ontvankelijk administratief beroep werd ingesteld, of in beroep.

    § 2. De toewijzing van emissierechten, voor wat de hierna vermelde inrichtingen betreft, wordt bepaald in het voor de betreffende handelsperiode van toepassing zijnde toewijzingsplan :

    het betreft een nog niet in bedrijf gestelde BKG-inrichting die uiterlijk dertig maanden voor het begin van een handelsperiode (of voor 1 juli 2004, voor wat betreft de startperiode) aan alle hierna volgende voorwaarden voldoet :

    1. de verwachte opstartdatum van de exploitatie van de BKG-inrichting is vastgelegd;

    2. de milieuvergunningsaanvraag van de BKG-inrichting is ingediend...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT