Verdrag tussen het Koninkrijk België en de Republiek Servië betreffende de politiesamenwerking, opgesteld te Belgrado op 7 februari 2017, de 22 octobre 2021

DEFINITIES

Art. 1.

In het kader van dit Verdrag, verstaat men onder:

1) bevoegde autoriteit: een openbare autoriteit van een Verdragsluitende Partij aan wie bepaalde taken zijn toevertrouwd betreffende de bestrijding van criminaliteit en die door die Verdragsluitende Partij is aangesteld om de bepalingen van dit Verdrag uit te voeren zoals bepaald in artikel 5 van dit Verdrag;

2) functionaris: een vertegenwoordiger van een bevoegde autoriteit;

3) verbindingsofficier: een functionaris van een van de Verdragsluitende Partijen die is aangesteld om zijn of haar land te vertegenwoordigen bij de andere Verdragsluitende Partij;

4) informatie: alle gegevens over natuurlijke personen of rechtspersonen, informatie over gebeurtenissen, omstandigheden en kenmerken alsook alle andere gegevens die nodig zijn om dit Verdrag uit te voeren;

5) persoonsgegevens: alle informatie betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare persoon;

6) verwerking van persoonsgegevens: elke operatie of elk geheel van operaties uitgevoerd op persoonsgegevens, al dan niet met behulp van geautomatiseerde procédés;

7) mensenhandel: de misdrijven, opgesomd in artikel 3, paragraaf (a) van het Aanvullend Protocol van de Verenigde Naties van 15 november 2000 inzake de preventie, bestrijding en bestraffing van mensenhandel, in het bijzonder vrouwenhandel en kinderhandel, bij het Verdrag van de Verenigde Naties tegen transnationale georganiseerde misdaad;

8) mensensmokkel: de misdrijven, opgesomd in artikel 3 van het Aanvullend Protocol van de Verenigde Naties van 15 november 2000 tegen de smokkel van migranten over land, over de zee en in de lucht, bij het Verdrag van de Verenigde Naties tegen transnationale georganiseerde misdaad;

9) seksuele exploitatie van kinderen: de misdrijven, opgesomd in artikel 34 van het Verdrag van de Verenigde Naties van 20 november 1989 inzake de Rechten van het Kind, in het bijzonder de productie, verkoop en distributie van of enige andere vorm van handel in pornografisch materiaal waarbij kinderen betrokken zijn, en het bezit van dit materiaal voor persoonlijk gebruik;

10) criminaliteit in verband met nucleair en radioactief materiaal: de misdrijven, opgesomd in artikel 7, paragraaf 1 van het Verdrag van de Verenigde Naties van 3 maart 1980 inzake de fysieke bescherming van nucleair materiaal, ondertekend in Wenen en in New York;

11) witwassen van geld: de misdrijven, opgesomd in artikel 9, paragrafen 1 tot 3 van het Verdrag van de Raad van Europa van 16 mei 2005 inzake het witwassen, de opsporing, de inbeslagneming en de confiscatie van opbrengsten van misdrijven en terrorismefinanciering, ondertekend in Warschau;

12) georganiseerde criminaliteit: elk misdrijf dat valt onder transnationale georganiseerde misdaad zoals bepaald in het Verdrag van de Verenigde Naties van 15 november 2000 tegen transnationale georganiseerde misdaad;

13) verdovende middelen: alle substanties, zowel plantaardige als synthetische, die voorkomen in Tabel I en Tabel II van het Enkelvoudig Verdrag van de Verenigde Naties van 30 maart 1961 inzake verdovende middelen, opgemaakt te New York, of die voorkomen in de toepasselijke bepalingen van enig navolgend verdrag dat de lijst van verdovende middelen uitbreidt en waartoe de Verdragsluitende Partijen toetreden;

14) psychotrope stoffen: alle substanties, zowel plantaardige als synthetische, of alle natuurlijk producten vermeld in Tabel I, II, III of IV van het Verdrag van de Verenigde Naties van 21 februari 1971 inzake psychotrope stoffen, opgemaakt in Wenen, of die voorkomen in de toepasselijke bepalingen van enig navolgend verdrag dat de lijst van psychotrope stoffen uitbreidt en waartoe de Verdragsluitende Partijen toetreden;

15) illegale handel in verdovende middelen of psychotrope stoffen: de teelt en de vervaardiging van of de handel in verdovende middelen of psychotrope stoffen die strijdig zijn met de bepalingen van het Verdrag van de Verenigde Naties van 30 maart 1961 inzake verdovende middelen, het Verdrag van de Verenigde Naties van 21 februari 1971 inzake psychotrope stoffen, of het Verdrag van de Verenigde Naties van 19 december 1988 tegen de sluikhandel in verdovende middelen en psychotrope stoffen;

16) cybercriminaliteit: elk misdrijf dat valt onder cybercriminaliteit zoals bepaald in het Verdrag van de Raad van Europa van 23 november 2001 inzake cybercriminaliteit, ondertekend in Boedapest;

17) corruptie: de misdrijven, beschreven in de artikelen 2 tot 15 van het Verdrag van de Raad van Europa van 27 januari 1999 inzake de strafrechtelijke bestrijding van corruptie, gedaan te Straatsburg;

18) terrorisme: de opzettelijke gedragingen bedoeld onder (a) tot en met (i) hieronder, die overeenkomstig het nationale recht van de Verdragsluitende Partijen als strafbare feiten zijn gekwalificeerd, en die door hun aard of context een land of een internationale organisatie ernstig kunnen schaden, indien de dader deze feiten pleegt met het oogmerk om:

- een bevolking ernstig vrees aan te jagen, of

- een overheid of een internationale organisatie op onrechtmatige wijze te dwingen tot het verrichten of het zich onthouden van een handeling, dan wel

- de politieke, constitutionele, economische of sociale basisstructuren van een land of een internationale organisatie ernstig te ontwrichten of te vernietigen,

worden beschouwd als terroristische misdrijven:

(a) aanslag op het leven van een persoon, die de dood ten gevolge kan hebben;

(b) ernstige schending van de lichamelijke integriteit van een persoon;

(c) ontvoering of gijzeling;

(d) het veroorzaken van grootschalige vernieling van staats- of regeringsvoorzieningen, vervoersystemen of infrastructurele voorzieningen, met inbegrip van informaticasystemen, een vast platform op het continentale plat, openbare plaatsen of niet voor het publiek toegankelijke terreinen, waardoor mensenlevens in gevaar kunnen worden gebracht of grote economische schade kan worden aangericht;

(e) het kapen van een luchtvaartuig, vaartuig of ander transportmiddel voor het vervoer van groepen van personen of goederen;

(f) het vervaardigen, bezitten, verwerven, vervoeren, leveren of gebruiken van vuurwapens, springstoffen, kernwapens, biologische en chemische wapens, alsmede het verrichten van onderzoek en het ontwikkelen van biologische en chemische wapens;

(g) het laten ontsnappen van gevaarlijke stoffen of het veroorzaken van brand, overstroming of ontploffing...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT