Wet tot wijziging van de wet van 28 februari 2007 tot vaststelling van het statuut van de militairen van het actief kader van de Krijgsmacht en tot wijziging van sommige bepalingen betreffende het statuut van het militair personeel, de 31 juillet 2013

TITEL 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

TITEL 2. - Wijziging van de bij het koninklijk besluit nr. 16020 van 11 augustus 1923 samengeordende wetten op de militaire pensioenen

Art. 2. In artikel 1, derde lid, van de bij het koninklijk besluit nr. 16020 van 11 augustus 1923 samengeordende wetten op de militaire pensioenen, ingevoegd bij de wet van 28 februari 2007 tot vaststelling van het statuut van de militairen van het actief kader van de Krijgsmacht, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  1. in de bepaling onder 1° worden de woorden "en kandidaat-militairen" ingevoegd tussen de woorden "van de militairen" en de woorden "van het actief kader";

  2. de bepaling onder 4° wordt opgeheven.

    Art. 3. In artikel 4 van dezelfde wetten worden de volgende wijzigingen aangebracht :

    1° in het derde lid, ingevoegd bij de wet van 28 februari 2007, worden de woorden "de datum van inwerkingtreding van deze bepaling" vervangen door de woorden "1 januari 2009";

    2° in het zesde lid, ingevoegd bij de wet van 28 februari 2007, worden de woorden "de datum van inwerkingtreding van deze bepaling wordt een tijdsbonificatie van twee jaar in aanmerking genomen als werkelijke dienst, op voorwaarde dat de voornoemde militairen hun transferpunt voorbij zijn en" vervangen door de woorden "1 januari 2009 wordt een tijdsbonificatie van twee jaar in aanmerking genomen als werkelijke dienst, op voorwaarde dat de voornoemde militairen".

    Art. 4. In artikel 5, vierde lid, van dezelfde wetten, ingevoegd bij de wet van 28 februari 2007, worden de woorden "vanaf de datum van inwerkingtreding van deze bepaling" vervangen door de woorden "vanaf 1 januari 2009 en voor de uitgestelde pensioenen die ingaan vanaf 1 januari 2013".

    Art. 5. In artikel 27bis van dezelfde wetten, ingevoegd bij de wet van 28 februari 2007, worden de woorden "vanaf de datum van inwerkingtreding van deze bepaling" vervangen door de woorden "vanaf 1 januari 2009 en voor de berekening van de uitgestelde pensioenen die ingaan vanaf 1 januari 2013".

    Art. 6. In artikel 51, derde lid, van dezelfde wetten, gewijzigd bij de wet van 14 juli 1930, worden de woorden "de bij de laatste twee alinea's van artikel 4 voorziene dienstjarentoeslag" vervangen door de woorden "de in artikel 4, vierde en vijfde lid, voorziene dienstjarentoeslag, noch op de in artikel 4, zesde lid, bedoelde tijdsbonificatie".

    Art. 7. In artikel 58, negende lid, van dezelfde wetten, ingevoegd bij de wet van 28 februari 2007, worden de woorden "de datum van de inwerkingtreding van deze bepaling" vervangen door de woorden "1 januari 2009".

    Art. 8. In artikel 58bis van dezelfde wetten, ingevoegd bij de wet van 28 februari 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  3. in de eerste zin worden de woorden "de dag vóór de datum van de inwerkingtreding van deze bepaling" vervangen door de woorden "op 31 december 2008";

  4. in de bepaling onder 1°, worden de woorden "de datum van de inwerkingtreding van deze bepaling" vervangen door de woorden "1 januari 2009";

  5. in de bepaling onder 3°, worden de woorden "de datum van de inwerkingtreding van deze bepaling" vervangen door de woorden "1 januari 2009";

  6. in de bepaling onder 4°, worden de woorden "de datum van de inwerkingtreding van deze bepaling" vervangen door de woorden "1 januari 2009", worden de woorden "de dag vóór de datum van de inwerkingtreding van deze bepaling" vervangen door de woorden "op 31 december 2008" en worden de woorden "de dag van de inwerkingtreding van deze bepaling" vervangen door de woorden "1 januari 2009";

  7. in de bepaling onder 5°, worden de woorden "de datum van de inwerkingtreding van deze bepaling" vervangen door de woorden "1 januari 2009".

    Art. 9. In artikel 58ter van dezelfde wetten, ingevoegd bij de wet van 28 februari 2007, worden de woorden "de datum van de inwerkingtreding van deze bepaling" vervangen door de woorden "1 januari 2009".

    Art. 10. In de tabel in bijlage aan dezelfde wetten op de militaire pensioenen, gewijzigd bij de wetten van 29 juli 1926, 14 juli 1930, bij het koninklijk besluit Nr 16 van 15 oktober 1934, bij de wetten van 30 juni 1947, 14 juli 1951, 2 augustus 1955, bij het koninklijk besluit van 20 juli 2000 en bij de wetten van 28 februari 2007 en 22 december 2008, wordt de cel in de kolom "Gedeelte der activiteitswedde als annuïteit dienende voor de pensioenberekening", die begint met "1/60" vervangen als volgt :

    "1/60. Voor de militairen van het actief kader in dienst vanaf 1 januari 2009 en voor de uitgestelde pensioenen die ingaan vanaf 1 januari 2013 wordt deze breuk evenwel op 1/50 gebracht voor alle perioden van werkelijke dienst en daarmee gelijkgestelde perioden alsook voor afwezigheden om gezondheidsredenen, met uitzondering van de perioden van :

    1° voltijds dagonderwijs in de Koninklijke Cadettenschool;

    2° militaire dienstplicht, wederoproeping of bijkomend prestaties verricht in het reservekader, met uitzondering van de vrijwillige encadreringsprestaties;

    3° afwezigheid wegens tijdelijke ambtsontheffing wegens loopbaanonderbreking, vrijwillige opschorting van de prestaties en niet door een wedde bezoldigde afwezigheid om andere dan gezondheidsredenen, vanaf 1 januari 2009;

    De tijd die door voornoemde militairen werd doorgebracht in een burgerlijke dienst wordt voor de berekening van hun militair anciënniteitspensioen in aanmerking genomen aan het tantième eigen aan die burgerlijke dienst, onder voorbehoud van de toepassing van artikel 3 van de wet van 14 april 1965 tot vaststelling van een zeker verband tussen de onderscheiden pensioenregelingen van de openbare sector.".

    TITEL 3. - Wijziging van de wet van 3 juli 1967 betreffende de preventie van of de schadevergoeding voor arbeidsongevallen, voor ongevallen op de weg naar en van het werk en voor beroepsziekten in de overheidssector

    Art. 11. In artikel 1 van de wet van 3 juli 1967 betreffende de preventie van of de schadevergoeding voor arbeidsongevallen, voor ongevallen op de weg naar en van het werk en voor beroepsziekten in de overheidssector, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

    1° in het vierde lid worden de woorden "bij artikel 5, § 5, van de wet van 20 mei 1994 betreffende de beziging van militairen buiten de Krijgsmacht, bedoelde militairen" vervangen door de woorden "militairen die gebezigd worden overeenkomstig de wet van 20 mei 1994 betreffende de beziging van militairen buiten de Krijgsmacht en overeenkomstig Titel V, Afdeling 2, van de wet van 28 februari 2007 tot vaststelling van het statuut van de militairen en kandidaat-militairen van het actief kader van de Krijgsmacht";

    2° in het zevende lid, ingevoegd bij de wet van 17 mei 2007, worden de woorden "en bij Titel V, Afdeling 3, van de wet van 28 februari 2007 tot vaststelling van het statuut van de militairen en kandidaat-militairen van het actief kader van de Krijgsmacht" ingevoegd tussen de woorden "bij de wet van 16 juli 2005 houdende de overplaatsing van sommige militairen naar een openbare werkgever" en de woorden "ter beschikking gestelde militairen".

    TITEL 4. - Wijziging van de wet van 9 juli 1969 tot wijziging en aanvulling van de wetgeving betreffende de rust- en overlevingspensioenen van het personeel van de openbare sector

    Art. 12. In artikel 32, tweede lid, van de wet van 9 juli 1969 tot wijziging en aanvulling van de wetgeving betreffende de rust- en overlevingspensioenen van het personeel van de openbare sector, ingevoegd bij de wet van 28 februari 2007 tot vaststelling van het statuut van de militairen van het actief kader van de Krijgsmacht, worden de woorden "en kandidaat-militairen" ingevoegd tussen de woorden "van het statuut van de militairen" en de woorden "van het actief kader van de Krijgsmacht".

    TITEL 5. - Wijziging van de wet van 8 juli 1970 tot instelling van nieuwe voordelen ten behoeve van de slachtoffers van de militaire plicht of van een daarmee gelijkgestelde plicht

    Art. 13. In artikel 60 van de wet van 8 juli 1970 tot instelling van nieuwe voordelen ten behoeve van de slachtoffers van de militaire plicht of van een daarmee gelijkgestelde plicht, vervangen bij de wet van 18 mei 1998 en gewijzigd bij de wet van 27 december 2000, wordt het vijfde lid vervangen als volgt :

    "Voormelde samengeordende wetten zijn evenwel niet van toepassing :

    1° op de lichamelijke schade overkomen, tijdens hun beziging, aan de militairen die gebezigd worden overeenkomstig de wet van 20 mei 1994 betreffende de beziging van militairen buiten de Krijgsmacht en overeenkomstig Titel V, Afdeling 2, van de wet van 28 februari 2007 tot vaststelling van het statuut van de militairen en kandidaat-militairen van het actief kader van de Krijgsmacht;

    2° op de lichamelijke schade overkomen, tijdens hun periode van terbeschikkingstelling, aan de militairen die ter beschikking gesteld worden van een openbare werkgever overeenkomstig de wet van 16 juli 2005 houdende de overplaatsing van sommige militairen naar een openbare werkgever en overeenkomstig Titel V, Afdeling 3, van de wet van 28 februari 2007 tot vaststelling van het statuut van de militairen en kandidaat-militairen van het actief kader van de Krijgsmacht.".

    TITEL 6. - Wijziging van de wet van 16 juni 1998 waarbij sommige militairen die slachtoffer zijn van lichamelijke schade overkomen tijdens een actie buiten het nationale grondgebied gelijkgesteld worden met oorlogsinvaliden

    Art. 14. In artikel 2 van de wet van 16 juni 1998 waarbij sommige militairen die slachtoffer zijn van lichamelijke schade overkomen tijdens een actie buiten het nationale grondgebied gelijkgesteld worden met oorlogsinvaliden, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

    1° paragraaf 1 wordt vervangen als volgt :

    " § 1. Deze wet is uitsluitend van toepassing op de militairen die deelnemen aan acties buiten het nationale grondgebied en die zich, ofwel krachtens artikel 9 van de wet van 20 mei 1994 betreffende de aanwending van de Krijgsmacht, de paraatstelling...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT