15 DECEMBER 2011. - Decreet houdende organisatie van de begroting en van de boekhouding van de diensten van de Waalse Regering (1)

Het Waals Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :

Titel I - Machtiging, begripsomschrijving en toepassingsgebied

Artikel 1. Dit decreet legt de bepalingen vast betreffende de begroting en de boekhouding van de in artikel 3 bedoelde diensten.

Art. 2. Voor de toepassing van dit decreet wordt verstaan onder :

  1. wet tot vaststelling van de algemene bepalingen : de wet van 16 mei 2003 tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof;

  2. Parlement : het Waalse Parlement;

  3. Regering : de Waalse Regering;

  4. Minister van Begroting : de Minister van de Waalse Regering bevoegd voor de Begroting;

  5. administratieve dienst met boekhoudkundige autonomie : dienst waarvan het beheer en de boekhouding bij een wet of een decreet zijn gescheiden van die van het algemeen bestuur, zonder dat hem een afzonderlijke rechtspersoonlijkheid wordt toegekend en die beschikt over een autonome thesaurie en boekhouding;

  6. ordonnateur : bevoegde overheid die bij besluit van de Regering aangewezen en gemachtigd wordt om :

    1. de rechten ten laste van de derden vast te stellen en hun invordering te bevelen;

    2. binnen de perken van de toegelaten en beschikbare kredieten elke uitgave die op de begroting uitgetrokken mag worden vast te leggen en uit te betalen alsmede de betalingsopdracht ervan op te stellen;

  7. ontvanger : elke persoon gemachtigd om over te gaan tot de invordering van de vastgestelde rechten ten laste van de derden;

  8. penningmeester : elke persoon gemachtigd om :

    1. de ontvangsten te innen;

    2. de op de begroting toegerekende uitgaven te betalen;

    3. de financiële verrichtingen die niet gebonden zijn aan de begroting uit te voeren;

  9. economische classificatie : classificatie van de begrotingsontvangsten en Buitgaven naar gelang van de macro-economische criteria, waarbij het Instituut voor nationale rekeningen de voor de uitvoering van zijn opdrachten nodige gegevens, zoals bepaald in artikel 108 van de wet van 21 december 1994 houdende sociale en diverse bepalingen, kan ontvangen. Die classificatie is verenigbaar met het Europees Stelsel van Economische Rekeningen (ESR), dat de boekhoudnormen bepaalt met het oog op een coherente, betrouwbare en vergelijkbare kwantitatieve beschrijving van de economie van de lidstaten van de Europese Unie. Ze bestaat uit numerieke codes van maximum vier cijfers en duidingen;

  10. vastgesteld recht : recht dat voldoet aan alle volgende voorwaarden :

    1. het bedrag ervan wordt precies aangegeven;

    2. de identiteit van de schuldenaar of van de schuldeiser kan bepaald worden;

    3. de verplichting tot betaling bestaat;

    4. een verantwoordingsstuk is in het bezit van de eenheid zoals bedoeld in artikel 3;

  11. vastlegging in de begroting : de handeling waarbij het krediet door de ordonnateur wordt gereserveerd ter uitvoering van een juridische verbintenis. De vastlegging in de begroting houdt de verificatie in van de regelmatigheid van de aanwijzing in de begroting, van de beschikbaarheid van kredieten, van de overeenstemming van de uitgave met de wetten, decreten, uitvoeringsbesluiten, vonnissen en contracten alsmede de naleving van het beginsel van goed financieel beheer bepaald in 14° ;

  12. juridische verbintenis : de registratie door de ordonnateur van een onomkeerbare verplichting ten laste van de begroting;

  13. betaalbaarstelling : de handeling waarbij de ordonnateur het bestaan van vastgestelde rechten ten gunste van derden verifieert;

  14. beginsel van goed financieel beheer : dat beginsel omvat :

    1. het beginsel zuinigheid, dat bepaalt dat de door de ordonnateur uitgevoerde middelen ter uitvoering van de activiteiten tijdig beschikbaar worden gesteld in de aangepaste hoeveelheden en kwaliteiten en tegen de beste prijs;

    2. het beginsel efficiëntie, dat de beste verhouding tussen de uitgevoerde middelen en de behaalde resultaten beoogt;

    3. het beginsel doeltreffendheid dat het bereiken van de bepaalde specifieke doelstellingen en het behalen van de verwachte resultaten beoogt.

    Art. 3. De titels II tot IX, XI en XII zijn van toepassing op de diensten van het algemeen bestuur en op de ministeriële kabinetten die samen een enige eenheid vormen.

    De Titels X tot XII, met uitzondering van de artikelen 78 tot 81, zijn van toepassing op de administratieve diensten met boekhoudkundige autonomie van het Waalse Gewest die individueel een specifieke eenheid vormen.

    Titel II. - Bepalingen betreffende de begroting

    HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

    Art. 4. Overeenkomstig de bepalingen van artikel 3 van de wet tot vaststelling van de algemene bepalingen is de begroting de akte die voor elk begrotingsjaar en in decreten voorziet in alle ontvangsten en alle uitgaven van de eenheid zonder onderlinge compensatie en die ze toelaat. Het begrotingsjaar begint op 1 januari en eindigt op 31 december daaropvolgend.

    De gezamenlijke ontvangsten zijn bestemd voor de gezamenlijke uitgaven. In afwijking van dat beginsel kan een decreet een begrotingsfonds oprichten door voor uitgaven, waarvan het het voorwerp vaststelt, sommige ontvangsten te bestemmen.

    HOOFDSTUK II. - Bepalingen betreffende de structuur, de specialisatie en de inhoud van de begroting

    Afdeling 1. - De ontvangsten

    Art. 5. § 1. Op de begroting worden als ontvangsten geboekt :

  15. de raming van de rechten die tijdens het begrotingsjaar ten bate van de eenheid vastgesteld zullen worden overeenkomstig de bepalingen van artikel 4, eerste lid, 1°, van de wet tot vaststelling van de algemene bepalingen, met inbegrip van de rechten betreffende de in artikel 4, tweede lid, bedoelde bestemde ontvangsten;

  16. de raming van de ontvangsten die contant geïnd moeten worden, in voorkomend geval.

    § 2. De begroting, wat de ontvangsten betreft, laat de inkohiering en de inning van de belastingen en taksen toe krachtens en overeenkomstig de vigerende wetten, decreten, besluiten en tarieven.

    Onverminderd de bepalingen van artikel 2 van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten zijn de andere ontvangsten dan de bovenvermelde belastingen en taksen de schuldvorderingen vastgesteld krachtens en overeenkomstig de wetten, decreten, besluiten overeenkomsten, arresten en vonnissen.

    § 3. De geraamde bedragen van de ontvangsten zijn niet-limitatief.

    Art. 6. Naast de in artikel 5, § 2, bedoelde machtiging omvat de begroting, wat de ontvangsten betreft, minstens :

  17. de globale raming van het bedrag van de in artikel 5, § 1, bedoelde rechten en ontvangsten;

  18. de machtigingen gegeven aan de Regering om over te gaan tot het beheer van de thesaurie en de geconsolideerde schulden en om te kunnen inspelen op de financieringsbehoeften voortvloeiend uit de uitvoering van de begroting. De Regering zorgt voor dit financiële beheer met inachtneming van de voorzichtigheids- en efficiëntiebeginselen. Ze zorgt voor de overeenstemming van de behoeften of van de financieringscapaciteit met de nationale en Europese doelstellingen;

  19. de voorwaarden waarin de invordering van de niet-fiscale ontvangsten opgegeven kan worden;

  20. in bijlage, een tabel waarin de in 1° bedoelde bedragen verdeeld worden tussen onderafdelingen en per basisallocatie volgens de volgende regels :

    1. een afzonderlijke onderafdeling omvat de ramingen van de algemene ontvangsten terwijl de specifieke ontvangsten, met inbegrip van de voor de begrotingsfondsen bestemde ontvangsten, vermeld worden in de onderafdelingen overeenstemmend met de in artikel 8, § 1, bedoelde organisatieafdelingen van de ontvangstenbegroting;

    2. de ramingen van ontvangsten van de onderafdelingen worden per basisallocatie verdeeld. Elke basisallocatie wordt gecodificeerd volgens de economische classificatie en identificeert de aard of het doel van de ontvangst via een omschrijving. Als het gaat om een terugbetaling van uitgaven moet de code van de basisallocatie dezelfde zijn als die van de vorige uitgavenverrichting.

    Afdeling 2. - De uitgaven

    Art. 7. Op de begroting worden als uitgaven geboekt :

  21. overeenkomstig de bepalingen van artikel 4, 2°, van de bijzondere wet tot vaststelling van de algemene bepalingen :

    1. de vastleggingskredieten, namelijk de kredieten ten belope waarvan bedragen kunnen worden vastgelegd uit hoofde van verbintenissen die ontstaan of worden gesloten tijdens het begrotingsjaar en, voor de recurrente verbintenissen waarvan de gevolgen zich over meerdere jaren voordoen, ten belope van de tijdens het begrotingsjaar opeisbare sommen;

    2. de vereffeningskredieten, namelijk de kredieten ten belope waarvan bedragen tijdens het begrotingsjaar kunnen worden vereffend uit hoofde van de rechten vastgesteld in uitvoering van de voorafgaandelijk vastgelegde verbintenissen. De vereffeningskredieten kunnen niet-limitatief zijn voor de in de begroting vermelde uitgaven;

  22. de verwachte uitgaven ten laste van de in artikel 4, tweede lid, bedoelde begrotingsfondsen die bepaald zijn met inachtneming van de beschikbare middelen die voor elk fonds bestaan uit de bestemde ontvangsten verhoogd, in voorkomend geval, met de werkelijke of geraamde overdracht van de ontvangsten die tijdens de vorige jaren niet gebruikt zijn.

    De verwachte uitgaven ten laste van de begrotingsfondsen zijn :

    1. voor de vastlegging, de sommen die kunnen worden vastgelegd uit hoofde van verbintenissen die ontstaan of worden gesloten tijdens het begrotingsjaar en, voor de recurrente verbintenissen waarvan de gevolgen zich over meerdere jaren voordoen, de sommen die tijdens het begrotingsjaar opeisbaar zullen zijn;

    2. voor de vereffening, de sommen die tijdens het begrotingsjaar kunnen worden vereffend uit hoofde van de rechten vastgesteld in uitvoering van de voorafgaandelijk vastgelegde verbintenissen.

    Tijdens de uitvoering van de begroting zullen deze uitgaven evenwel beperkt worden door het bedrag van de werkelijk geïnde bestemde ontvangsten...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT