Uittreksel uit arrest nr. 113/2020 van 31 augustus 2020 Rolnummers 7003, 7021, 7024, 7025

Uittreksel uit arrest nr. 113/2020 van 31 augustus 2020

Rolnummers 7003, 7021, 7024, 7025, 7028 en 7029

In zake : de beroepen tot gehele of gedeeltelijke vernietiging van de wet van 30 maart 2018 « met betrekking tot het niet in aanmerking nemen van diensten gepresteerd als nietvastbenoemd personeelslid voor een pensioen van de overheidssector, tot wijziging van de individuele responsabilisering van de provinciale en lokale overheden binnen het Gesolidariseerde pensioenfonds, tot aanpassing van de reglementering inzake aanvullende pensioenen, tot wijziging van de modaliteiten van de financiering van het Gesolidariseerde pensioenfonds van de provinciale en plaatselijke besturen en tot bijkomende financiering van het Gesolidariseerde pensioenfonds van de provinciale en plaatselijke besturen », ingesteld door de Franse Gemeenschapsregering, door Muriel Hogie, door Myriam Maes, door Gilles Thône, door Natacha Crèvecoeur en Suliga Faraji en door de gemeente Schaarbeek.

Het Grondwettelijk Hof,

samengesteld uit de voorzitters F. Daoût en A. Alen, en de rechters L. Lavrysen, J.-P. Moerman, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, T. Giet, R. Leysen, J. Moerman en M. Pâques, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter F. Daoût,

wijst na beraad het volgende arrest :

I. Onderwerp van de beroepen en rechtspleging

  1. Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 6 september 2018 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 10 september 2018, heeft de Franse Gemeenschapsregering, bijgestaan en vertegenwoordigd door Mr. J.-M. Wolter, advocaat bij de balie te Brussel, beroep tot vernietiging ingesteld van de artikelen 2, 3, 5, 10 en 15 tot 23 van de wet van 30 maart 2018 « met betrekking tot het niet in aanmerking nemen van diensten gepresteerd als nietvastbenoemd personeelslid voor een pensioen van de overheidssector, tot wijziging van de individuele responsabilisering van de provinciale en lokale overheden binnen het Gesolidariseerde pensioenfonds, tot aanpassing van de reglementering inzake aanvullende pensioenen, tot wijziging van de modaliteiten van de financiering van het Gesolidariseerde pensioenfonds van de provinciale en plaatselijke besturen en tot bijkomende financiering van het Gesolidariseerde pensioenfonds van de provinciale en plaatselijke besturen » (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 17 april 2018).

  2. Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 12 oktober 2018 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 15 oktober 2018, heeft Muriel Hogie beroep tot vernietiging ingesteld van dezelfde wet.

  3. Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 15 oktober 2018 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 17 oktober 2018, heeft Myriam Maes beroep tot vernietiging ingesteld van dezelfde wet.

  4. Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 16 oktober 2018 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 17 oktober 2018, heeft Gilles Thône beroep tot vernietiging ingesteld van dezelfde wet.

  5. Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 17 oktober 2018 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 19 oktober 2018, is beroep tot vernietiging ingesteld van de artikelen 3, § 2, en 6 van dezelfde wet door Natacha Crèvecoeur en Suliga Faraji, bijgestaan en vertegenwoordigd door Mr. P. Joassart, advocaat bij de balie te Brussel.

  6. Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 17 oktober 2018 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 19 oktober 2018, heeft de gemeente Schaarbeek, bijgestaan en vertegenwoordigd door Mr. C. Molitor, advocaat bij de balie te Brussel, beroep tot vernietiging ingesteld van de artikelen 12 en 28 van dezelfde wet.

Die zaken, ingeschreven onder de nummers 7003, 7021, 7024, 7025, 7028 en 7029 van de rol van het Hof, werden samengevoegd.

(...)

II. In rechte

(...)

Ten aanzien van de bestreden wet en de context ervan

B.1.1. De wet van 30 maart 2018 « met betrekking tot het niet in aanmerking nemen van diensten gepresteerd als nietvastbenoemd personeelslid voor een pensioen van de overheidssector, tot wijziging van de individuele responsabilisering van de provinciale en lokale overheden binnen het Gesolidariseerde pensioenfonds, tot aanpassing van de reglementering inzake aanvullende pensioenen, tot wijziging van de modaliteiten van de financiering van het Gesolidariseerde pensioenfonds van de provinciale en plaatselijke besturen en tot bijkomende financiering van het Gesolidariseerde pensioenfonds van de provinciale en plaatselijke besturen » (hierna : de wet van 30 maart 2018) maakt een einde aan een algemene administratieve praktijk die erin bestond, voor de toekenning en de berekening van een pensioen van de overheidssector, de diensten die door een statutair personeelslid bij een openbare werkgever zijn verricht vóór diens vaste benoeming, in aanmerking te nemen.

Uit de memorie van toelichting blijkt :

Krachtens artikel 1 van de algemene wet van 21 juli 1844 op de burgerlijke en kerkelijke pensioenen wordt een rustpensioen van de openbare sector enkel toegekend aan een vastbenoemd personeelslid.

Niettemin en op basis van een constante administratieve jurisprudentie die goedgekeurd werd door het Rekenhof, worden de diensten geleverd als contractuele personeelsleden bij een werkgever van de publieke sector, onder bepaalde voorwaarden, in aanmerking genomen voor de berekening van een pensioen van de publieke sector, voor zover een vaste benoeming volgt op deze diensten.

De personen die op contractuele basis werden aangeworven en die hun administratieve loopbaan als contractueel personeelslid beëindigen, dus zonder het voorwerp te zijn van een vaste benoeming, zullen een rustpensioen in het werknemersstelsel ontvangen, zijnde een pensioen dat doorgaans minder hoog is dan dat van de publieke sector.

In het bijzonder vloeit hieruit voort dat in de huidige situatie contractuele diensten die op dezelfde manier bij eenzelfde werkgever gepresteerd worden, qua pensioen op een andere manier gevaloriseerd worden, al naargelang het personeelslid zijn loopbaan al dan niet als vastbenoemd personeelslid beëindigt, waarbij de diensten die gepresteerd worden door personeelsleden die daarna vast benoemd worden, beter gevaloriseerd worden dan deze gepresteerd door personen die hun loopbaan beëindigen zonder benoemd geweest te zijn, hetgeen ten opzichte van deze laatstgenoemden een ongelijkheid in behandeling inhoudt.

Over het algemeen genomen, is de regering van oordeel dat de pensioenhervorming hand in hand moet gaan met de ontwikkeling van de aanvullende pensioenen met inbegrip van deze voor de contractuele personeelsleden. Zoals echter aangegeven door de Commissie Pensioenhervorming 2020-2040 in haar rapport ' Voorstellen van de Commissie Pensioenhervorming 2020-2040 voor een structurele hervorming van de pensioenstelsels ', is het behoud van de diensten gepresteerd als contractueel personeelslid in het pensioenstelsel van de werknemers vanzelfsprekend in het geval van een veralgemening van een aanvullende pensioenregeling voor de contractuele personeelsleden van de publieke sector (p. 119). In dit kader en voor het federaal openbaar ambt, heeft de regering beslist om via een tweede pensioenpijler een aanvullend pensioen voor de contractuele personeelsleden te voorzien, ongeacht of zij hun loopbaan als vastbenoemd personeelslid beëindigen. Een dergelijke maatregel wordt bovendien voorzien in het regeerakkoord dat op 9 oktober 2014 werd ondertekend.

Bijgevolg zal de hierboven beschreven administratieve jurisprudentie opgeheven worden en zullen de diensten geleverd als contractueel personeelslid niet langer in aanmerking genomen worden voor een pensioen van de publieke sector, en dit zelfs als het personeelslid zijn loopbaan beëindigt als vastbenoemd personeelslid.

Meer bepaald is het zo dat op de personeelsleden van wie de vaste benoeming vóór 1 december 2017, is gebeurd, de voormelde jurisprudentie volledig van toepassing zal blijven. Concreet betekent dit dat voor de berekening van het pensioen van de publieke sector de door hen geleverde diensten als contractueel personeelslid, zullen blijven meetellen en dit voor zover zij voldoen aan de voorziene voorwaarden.

Daarentegen is het zo dat voor de personeelsleden die het voorwerp uitmaken van een benoeming na 30 november 2017, hun eventueel als contractuele personeelsleden geleverde diensten niet langer in aanmerking zullen genomen worden voor de berekening van hun pensioen van de publieke sector. Deze contractuele diensten zullen echter in aanmerking genomen worden in het pensioenstelsel van de werknemers en, in voorkomend geval, gevaloriseerd worden in het kader van een aanvullend pensioen

(Parl. St., Kamer, 2017-2018, DOC 54-2718/001, pp. 4-5).

B.1.2. Artikel 3, § 2, van de wet van 30 maart 2018 voorziet bijgevolg erin dat diensten die, als contractueel personeelslid, dit wil zeggen vóór hun benoeming, door vastbenoemde personeelsleden werden verricht na 30 november 2017 niet langer in aanmerking worden genomen voor een pensioenregeling van de overheidssector, maar wel voor de pensioenregeling van de werknemers. De diensten die als statutair personeelslid zijn verricht, blijven gevaloriseerd voor een publieke pensioenregeling.

Op die manier voert artikel 3, § 2, een zogenoemde « gemengde pensioenregeling » in voor de ambtenaren die bij een openbare werkgever hebben gewerkt vóór hun vaste benoeming.

Artikel 3 bepaalt :

§ 1. Indien een vastbenoemd personeelslid vóór zijn vaste benoeming diensten bij een werkgever heeft gepresteerd als niet vastbenoemd personeelslid, worden deze diensten voor de toekenning en de berekening van het pensioen van de overheidssector in aanmerking genomen voor zover het personeelslid, tijdens de diensten die het als niet vastbenoemde heeft verstrekt :

1° door zijn werkgever werd bezoldigd hetzij ten laste van de Schatkist, hetzij...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT