Uitleveringsovereenkomst tussen België en Frankrijk, ondertekend te Parijs, op 15 augustus 1874. (NOTA : Er bestaat geen officiële Nederlandstalige publikatie van deze overeenkomst. Behalve voor de recente wijzigingen, waarvan wel een nederlandse tekst bestaat, verzoeken wij U zich te wenden tot de Franstalige tekst), de 15 août 1874
Artikel 2. ..... 12° (De aanranding der eerbaarheid zonder geweld gepleegd door een bloedverwant in opklimmende lijn op den persoon van een minderjarige, zelfs als deze meer dan 13 jaar oud is doch niet is ontvoogd door het huwelijk.)
13° .....
(Verronseling, verleiding of vervreemding van een minderjarige vrouw of van een minderjarig meisje, zelfs met haar toestemming, tot het plegen van ontucht, ten einde eens anders driften te voldoen;
Verronseling, verleiding of vervreemding van een meerderjarige vrouw of van een meerderjarig meisje tot het plegen van ontucht, wanneer het feit begaan werd door bedrog of door geweld, bedreiging, misbruik van gezag of door welke ander dwangmiddel ook, ten einde eens anders driften te voldoen;
Ophouding, tegen haar wil in, van een persoon in een huis van ontucht of dwang uitgeoefend op een persoon, zelfs een meerderjarige, tot het plegen van ontucht.)
.....
29° (Het bedrog inzake verkoop van waren, tegelijk voorzien in België door artikelen 498, 499, 500 en 501 van het Strafwetboek, en in Frankrijk door artikelen 1, 2, 3 en 4 der wet van 1 Augustus 1905, alsmede door artikel 8 der wet van 6 Mei 1919, in de mate waarin een aanmatiging van benaming van oorsprong reden kan geven tot strafvervolging krachtens artikelen 496, 498 of 500 van het Belgische Strafwetboek.)
.....
(40° Onwettige handel in verdovende middelen)
Art. 10.
1° Zoo hij er uitdrukkelijk in heeft toegestemd om vervolgd of geoordeeld te worden of om zijne straf uit te doen, in welk geval zijne toestemming zal worden medegedeeld aan de Regeering, die hem overgeleverd heeft;
2° Zoo hij, binnen de maand, dat hij voorgoed op...
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI