11 JUNI 2011. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 juli 1971 houdende instelling van een uitkeringsverzekering en een moederschapsverzekering ten voordele van de zelfstandigen en van de meewerkende echtgenoten
ALBERT II, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, artikel 86, § 3, gewijzigd bij de wet van 22 augustus 2002;
Gelet op het koninklijk besluit van 20 juli 1971 houdende instelling van een uitkeringsverzekering en een moederschapsverzekering ten voordele van de zelfstandigen en van de meewerkende echtgenoten;
Gelet op het advies van het Beheerscomité van de uitkeringsverzekering voor zelfstandigen, gegeven op 5 april 2011;
Gelet op het advies van het Algemeen beheerscomité voor het sociaal statuut der zelfstandigen, gegeven op 7 april 2011;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 12 april 2011;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Staatssecretaris voor Begroting, gegeven op 20 april 2011;
Gelet op het advies nr. 49.636/2 van de Raad van State, gegeven op 23 mei 2011, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Onze Minister van Zelfstandigen, en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1. In artikel 9, § 1, eerste lid, 3° van het koninklijk besluit van 20 juli 1971 houdende instelling van een uitkeringsverzekering en een moederschapsverzekering ten voordele van de zelfstandigen en van de meewerkende echtgenoten, vervangen bij het koninklijk besluit van 1 maart 2009, wordt de laatste zin gewijzigd als volgt :
Dit bedrag wordt met ingang van 1 augustus 2009 verhoogd tot 24,3153 euro en met ingang van 1 september 2011 tot 24,8016 euro.
.
Art. 2. Artikel 12 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 21 december 2006, wordt aangevuld met een lid luidend als volgt :
Met ingang van 1 september 2011 bedraagt het dagbedrag van de forfaitaire tegemoetkoming bedoeld in het eerste lid 12,8122 euro.
.
Art. 3. In artikel 20bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 21 april 2007, wordt het eerste lid vervangen als volgt :
Art. 20bis. De gerechtigde die...
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI