15 DECEMBER 2006. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van de samenstelling, de vergoeding van de leden en de werking van de Beroepscommissie voor tuchtzaken in uitvoering van het artikel 138 van het Gemeentedecreet en 134 van het Provinciedecreet

De Vlaamse Regering,

Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, zoals gewijzigd bij decreet van 2 juni 2006, inzonderheid op artikel 138;

Gelet op het Provinciedecreet van 9 december 2005, zoals gewijzigd bij decreet van 2 juni 2006, inzonderheid op het artikel 134;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 18 oktober 2006;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Begroting, gegeven op 26 oktober 2006;

Gelet op protocol nr. 2006/2 van 27 november 2006 van de eerste afdeling van het comité voor de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten, onderafdeling Vlaams Gewest en Vlaamse Gemeenschap;

Gelet op het advies van de Raad van State, nr. 41.581/3, gegeven op 21 november 2006, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering;

Na beraadslaging,

Besluit :

HOOFDSTUK I. - De samenstelling van de Beroepscommissie voor tuchtzaken

Artikel 1. De werkingskosten van de Beroepscommissie voor tuchtzaken zijn ten laste van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap.

Art. 2. De Beroepscommissie is samengesteld uit drie leden, die door de Vlaamse minister bevoegd voor binnenlands bestuur worden benoemd voor een hernieuwbare periode van zes jaar. De vacatures voor de Beroepscommissie zullen worden bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

De Beroepscommissie bestaat uit een voorzitter, een assessor die werkzaam is in een lokaal of provinciaal bestuur en een assessor-deskundige met bijzondere kennis van het tuchtrecht of van het administratief recht.

Voor de drie leden gelden de volgende voorwaarden

  1. ze zijn Belg;

  2. ze hebben het volledige genot van alle burgerlijke en politieke rechten;

  3. ze oefenen geen mandaat uit van gemeente- of provincieraadslid.

    Voor ieder effectief lid van de Beroepscommissie wijst de Vlaamse minister bevoegd voor binnenlands bestuur een plaatsvervanger aan die voldoet aan dezelfde voorwaarden.

    Art. 3. De voorzitter van de Beroepscommissie voldoet aan een van de volgende voorwaarden :

  4. Hij oefent een middenkaderfunctie uit op ten minste het N-1 niveau zoals bepaald in het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006 of een andere functie bij een overheidsdienst, die geen lokaal of regionaal bestuur is, van een lidstaat van de Europese unie waarvan de beginwedde minstens gelijk is aan het niveau N-1;

  5. hij oefent in België...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT