15 DECEMBER 2006. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van de tuchtprocedure voor het statutair gemeentepersoneel in uitvoering van de artikels 129, 136 en 143 van het gemeentedecreet en voor het statutair provinciepersoneel in uitvoering van de artikels 125, 132 en 139 van het Provinciedecreet

De Vlaamse Regering,

Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, zoals gewijzigd bij decreet van 2 juni 2006, inzonderheid op de artikelen 129, 136 en 143;

Gelet op het Provinciedecreet van 9 december 2005, zoals gewijzigd bij decreet van 2 juni 2006, inzonderheid op de artikelen 125, 132 en 139;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 18 oktober 2006;

Gelet op Protocol nr. 2006/2 van 27 november 2006 van de eerste afdeling van het comité voor de provinciale en plaatselijke besturen, onderafdeling Vlaams Gewest en Vlaamse Gemeenschap;

Gelet op het advies van de Raad van State nr. 41.582/3, gegeven op 21 november 2006 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering;

Na beraadslaging,

Besluit :

HOOFDSTUK I. - Het tuchtonderzoek

Artikel 1. § 1. De tuchtoverheid die feiten vaststelt die mogelijk een tuchtvergrijp uitmaken, of er kennis van krijgt, geeft, conform het artikel 124 van het Gemeentedecreet en het artikel 120 van het Provinciedecreet, aan een tuchtonderzoeker opdracht tot het voeren van een tuchtonderzoek, het opmaken van een tuchtverslag en de samenstelling van een tuchtdossier.

De tuchtoverheid brengt het betrokken personeelslid onmiddellijk op de hoogte van haar beslissing tot het opstarten van een tuchtonderzoek, met vermelding van de aard van de feiten en de datum van vaststelling of kennisneming van de feiten.

Bij partijdigheid van de in het Gemeentedecreet of het Provinciedecreet voorziene tuchtonderzoeker wordt die functie waargenomen door een andere door de tuchtoverheid aan te duiden persoon.

§ 2. Bij aanduiding van een leidinggevend personeelslid door de gemeentesecretaris of de provinciegriffier die optreedt als tuchtoverheid, moet dit personeelslid ook minstens dezelfde of een gelijkwaardige graad hebben als het personeelslid dat het voorwerp is van het onderzoek.

De tuchtoverheid wordt regelmatig geïnformeerd over het verloop van het onderzoek.

Zodra het tuchtonderzoek langer duurt dan drie maanden moet de tuchtoverheid bovendien in ieder geval regelmatig worden geïnformeerd over de redenen waarom het tuchtonderzoek nog niet kan worden afgesloten.

Art. 2. Het onderzoek kan het verhoor van de betrokkene omvatten en van elke andere persoon. De afgifte van stukken en voorwerpen die nuttig zijn om de juistheid van de feiten te bepalen kan gevraagd worden.

De weigering tot medewerking van de betrokkene bij het tuchtonderzoek wordt vermeld in het tuchtverslag.

Art. 3. § 1. Het tuchtonderzoek resulteert in een tuchtverslag dat al de nuttige gegevens over de feiten en de omstandigheden bevat zodat de tuchtoverheid met kennis van zaken kan oordelen over de verdere tuchtvervolging.

§ 2. De tuchtonderzoeker kan toelichting geven over zijn bevindingen. Hij is niet aanwezig bij de beraadslaging en de beslissing door de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT