10 SEPTEMBER 2010. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 december 2009, gesloten in het Paritair Subcomité voor de betonindustrie, betreffende outplacement (1)

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de betonindustrie;

Op de voordracht van de Minister van Werk,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 14 december 2009, gesloten in het Paritair Subcomité voor de betonindustrie, betreffende outplacement.

Art. 2. De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 10 september 2010.

ALBERT

Van Koningswege :

De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid,

Mevr. J. MILQUET

_______

Nota

(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad :

Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.

Bijlage

Paritair Subcomité voor de betonindustrie

Collectieve arbeidsovereenkomst van 14 december 2009

Outplacement

(Overeenkomst geregistreerd op 21 januari 2010 onder het nummer 97025/CO/106.02)

HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders van de ondernemingen die onder het Paritair Subcomité voor de betonindustrie ressorteren. Onder « arbeiders » verstaat men : zowel arbeiders als arbeidsters.

HOOFDSTUK II. - Rechthebbenden

Art. 2. Komen in aanmerking voor een outplacementbegeleiding georganiseerd door het « Sociaal Fonds van de betonindustrie », de arbeiders waarvan het ontslag werd betekend na 30 juni 2005, en :

  1. die op het ogenblik waarop het ontslag wordt gegeven de leeftijd van veertig jaar hebben bereikt of 15 jaar anciënniteit in het bedrijf hebben;

  2. die minstens één jaar in dienst zijn van de onderneming op het ogenblik van hun ontslag;

  3. waarvan het ontslag werd betekend om een economische reden.

Art. 3. Het recht op outplacement kan worden uitgebreid tot arbeiders jonger dan 40 jaar, op voorwaarde dat dergelijke begeleiding het voorwerp uitmaakt van een akkoord op ondernemingsvlak in geval van herstructurering of bij sluiting of faling van de onderneming.

HOOFDSTUK III. - Aanvraagprocedure

Art. 4. De ontslagen arbeider dient zijn aanvraag tot outplacement schriftelijk in te dienen bij het sociaal fonds, ten laatste binnen de maand nadat de arbeidsovereenkomst een...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT