Besluit van de Vlaamse Regering betreffende het onderhoud en het nazicht van stooktoestellen voor de verwarming van gebouwen of voor de aanmaak van warm verbruikswater., de 8 décembre 2006

HOOFDSTUK I. - Draagwijdte en definities.

Artikel 1. Toepassingsgebied.

De bepalingen van dit besluit zijn van toepassing op de centrale stooktoestellen die in hoofdzaak gebruikt worden voor het verwarmen van gebouwen of voor het aanmaken van warm verbruikswater.

Art. 2. Definities. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

  1. de minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor het leefmilieu;

  2. de afdeling : de afdeling van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie bevoegd voor erkenningen;

  3. titel I van het Vlarem : het besluit van de Vlaamse Regering van 6 februari 1991 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning;

  4. titel II van het Vlarem : het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne;

  5. de toezichthoudende ambtenaar : de ambtenaar, bedoeld in artikel 38, § 1, die door de minister aangewezen zijn om toezicht te houden op de naleving van de bepalingen van dit besluit;

  6. stooktoestel : technisch toestel waarin vaste, vloeibare of gasvormige brandstof verbrand wordt om de gegenereerde warmte te gebruiken voor ruimteverwarming of voor de aanmaak van warm verbruikswater;

  7. stooktoestel type B (open stooktoestel) : een stooktoestel, bestemd om te worden aangesloten op een schoorsteen of rookgasafvoerkanaal, waarbij de verbrandingslucht ontnomen wordt uit het stooklokaal;

  8. stooktoestel type C (gesloten stooktoestel) : stooktoestel waarvan de verbrandingskamer gesloten is ten opzichte van het stooklokaal. De leidingen voor de aanvoer van de verbrandingslucht en de afvoer van de rookgassen en het eindstuk vormen een geheel met het toestel;

  9. centraal stooktoestel : een stooktoestel met een centrale stookketel, en, optioneel, een aparte brander, waarbij de gegenereerde warmte via een geleid en gekanaliseerd transportsysteem gedistribueerd wordt naar meerdere, afzonderlijke ruimten en, optioneel, naar een voorziening voor de productie van warm verbruikswater;

  10. nieuw centraal stooktoestel : een centraal stooktoestel dat na de inwerkingtreding van dit besluit een van onderstaande handelingen heeft ondergaan :

    1. het stooktoestel werd voor het eerst in gebruik genomen;

    2. de ketel of brander van het stooktoestel werd vervangen;

    3. het stooktoestel werd verbouwd;

    4. het stooktoestel werd verplaatst.

  11. bestaand centraal stooktoestel : een centraal stooktoestel dat niet beantwoordt aan de definitie van een nieuw centraal stooktoestel;

  12. gasvormige brandstof : elke brandstof die bij een temperatuur van 15 °C onder een druk van 1 bar (0,1 MPa) in een gasvormige toestand verkeert;

  13. gastoestel : een centraal stooktoestel, gevoed met gasvormige brandstof;

  14. categorie : categorie waartoe een gastoestel behoort naargelang de gebruikte gasvormige brandstof en de technologische kenmerken, overeenkomstig de Europese norm EN 437 en addendum 1 - 1993;

  15. atmosferische gasketel : centraal stooktoestel type B, gevoed met gasvormige brandstof;

  16. gasunit : centraal stooktoestel type C, gevoed met gasvormige brandstof;

  17. gasketel met ventilatorbrander : centraal stooktoestel, gevoed met gasvormige brandstof, met aangeblazen gasbrander;

  18. schoorsteen : constructie, bedoeld voor het afvoeren van de rookgassen;

  19. stooklokaal : het lokaal waarin het stooktoestel zich bevindt;

  20. bouwjaar : Het bouwjaar van het toestel, bepaald uit de informatie vermeld op de kenplaat van de ketel of brander. Indien geen kenplaat aanwezig is of indien de kenplaat onleesbaar is, dan wordt het bouwjaar van het toestel afgeleid uit de factuur van plaatsing, uit het keuringsrapport of uit de technische documentatie van de ketel. Indien het bouwjaar van de ketel verschilt van het bouwjaar van de brander, wordt het bouwjaar van het stooktoestel gelijkgesteld aan het bouwjaar van de ketel;

  21. rookgassen (of verbrandingsproducten) : de gasvormige uitstoot van een stooktoestel als resultaat van de verbranding, met daarin vaste, vloeibare en gasvormige emissies;

  22. controleproeven omtrent de goede werking : de controleproeven, beschreven in bijlage I bij dit besluit;

  23. rookindex : maat voor de zwarting van de rookgassen van een stooktoestel, gevoed met vloeibare brandstof; het getal dat met de rookindexpomp wordt gemeten tijdens de controleproeven omtrent de goede staat van werking;

  24. verbrandingsrendement : het verbrandingsrendement, berekend volgens de formule van Siegert;

  25. code van goede praktijk : een geheel van geschreven en publiek toegankelijke regels over de bouw, de plaatsing, de aansluiting, het gebruik en het onderhoud van stooktoestellen, met inbegrip van de toepasselijke productnormen en de algemeen aanvaarde regels van goed vakmanschap bij de beroepscategorieën in kwestie. Als code van goede praktijk gelden in elk geval :

    1. de toepasselijke bepalingen in Belgische wetten en koninklijke besluiten, en in Vlaamse decreten en besluiten;

    2. de bij het Belgisch Instituut voor Normalisatie geregistreerde toepasselijke normen;

    3. de toepasselijke Europese normen;

    4. de regels, uitgegeven door de beroepsfederaties van de fabrikanten en distributeurs van stooktoestellen.

    Bij tegenstrijdigheden is de opgegeven volgorde bepalend;

  26. erkende technicus vloeibare brandstof : een technicus waarvan de kwalificatie inzake verbrandingscontrole en onderhoud van centrale stooktoestellen, gevoed met vloeibare brandstof, is erkend door de minister overeenkomstig de bepalingen van dit besluit;

  27. erkend opleidingscentrum vloeibare brandstof : een door de minister overeenkomstig de bepalingen van dit besluit erkend opleidingscentrum voor het uitreiken van het certificaat van bekwaamheid inzake vloeibare brandstof;

  28. erkende technicus gasvormige brandstof : een technicus waarvan de kwalificatie inzake verbrandingscontrole en onderhoud van centrale stooktoestellen, gevoed met gasvormige brandstof, is erkend door de minister overeenkomstig de bepalingen van dit besluit;

  29. erkend opleidingscentrum gasvormige brandstof : een door de minister overeenkomstig de bepalingen van dit besluit erkend opleidingscentrum voor de uitreiking van het certificaat van bekwaamheid inzake gasvormige brandstof;

  30. erkende technicus verwarmingsaudit : een technicus waarvan de bekwaamheid inzake het uitvoeren van een verwarmingsaudit is erkend door de minister, overeenkomstig de bepalingen van dit besluit;

  31. erkend opleidingscentrum verwarmingsaudit : een door de minister overeenkomstig de bepalingen van dit besluit erkend opleidingscentrum voor het uitreiken van het certificaat van bekwaamheid inzake de verwarmingsaudit;

  32. reinigingsattest : het attest overeenkomstig het toepasselijke model in bijlage III bij dit besluit, dat opgemaakt wordt na het beëindigen van de reinigingsbeurt van het stooktoestel;

  33. verbrandingsattest : het attest overeenkomstig het toepasselijke model in bijlage III bij dit besluit, dat opgemaakt wordt na de verbrandingscontrole van een stooktoestel;

  34. keuringsrapport : verslag van de keuring voor de eerste ingebruikname van een nieuw centraal stooktoestel, dat minstens de toepasselijke gegevens uit bijlage III bij dit besluit bevat;

  35. verwarmingsauditrapport : verslag van de verwarmingsaudit van de gehele verwarmingsinstallatie, dat advies bevat over vervanging van de ketel, over andere wijzigingen van het verwarmingssysteem en alternatieve oplossingen die een significante energiebesparing kunnen realiseren;

  36. geaccrediteerde keuringsinstelling : een onafhankelijke instelling die geaccrediteerd is als keuringsinstelling van het type A op basis van de criteria van de NBN-EN ISO/IEC 17020 voor de activiteiten voorzien in dit besluit, overeenkomstig het accreditatiesysteem ingesteld in toepassing van de wet van 20 juli 1990 betreffende de accreditatie van certificatie- en keuringsinstellingen alsmede van beproevingslaboratoria, of die geaccrediteerd is door een evenwaardige organisatie die de naleving oplegt van criteria die gelijkwaardige garanties bieden als het voormelde accreditatiesysteem;

  37. schoorsteenveger : persoon, die vakbekwaam is in het reinigen en controleren van de schoorsteen van een stooktoestel;

  38. geschoold vakman : persoon die vakbekwaam is in het onderhouden van een centraal stooktoestel, gevoed met vaste brandstof;

  39. energieaudit : audit uitgevoerd conform het besluit van de Vlaamse Regering van 17 juni 2005 houdende de erkenning als energiedeskundige voor woningen en houdende de uitvoeringsvoorwaarden van de energieaudit voor woningen.

    Art. 3. Wijzigingsbevoegdheid.

    De minister kan de bepalingen opgenomen in de bijlagen bij dit besluit wijzigen.

    HOOFDSTUK II. - Goede en veilige staat van werking van een centraal stooktoestel.

    Art. 4. Goede en veilige staat van werking van een centraal stooktoestel, gevoed met vloeibare brandstof.

    § 1. Een centraal stooktoestel, gevoed met vloeibare brandstof, wordt geacht in goede staat van werking te zijn, indien het zo is afgesteld dat :

  40. geen zichtbaar oliespoor aanwezig is op het filtreerpapier dat gebruikt wordt bij de bepaling van de rookindex van de rookgassen;

  41. in de schoorsteen (voor stooktoestel type B) of in het rookgasafvoerkanaal (voor stooktoestel type C) geen condensatie optreedt, tenzij het ervoor is voorzien;

  42. voldaan is aan de in de volgende tabel weergegeven eisen voor de rookindex van de rookgassen, het gehalte aan koolstofdioxide (CO2) van de rookgassen, het gehalte aan koolstofmonoxide (CO) van de rookgassen, het verbrandingsrendement en het gehalte aan zuurstof (O2) in de rookgassen. De metingen moeten worden uitgevoerd wanneer het toestel op bedrijfstemperatuur is.

    Parameter Maximale Minimaal Maximaal Minimaal Maximaal

    (eenheid) rookindex CO2-gehalte CO-gehalte Verbrandings- O2-

    (Bacharach) (%) (mg/kWh) rendement (%) gehalte

    (%)

    Bouwjaar

    Vanaf 6 jaar na het van kracht worden van dit besluit

    Alle 1 12 155 90 4,4

    Tot 6 jaar na het van kracht worden van dit besluit

    Voor 2 10 155 85 -

    1/1/1988

    Tussen

    1/1/1988

    en 1 11 155 88 -

    31/12/1997

    Vanaf 1 12 155 90 4,4

    1/1/1998

    De...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT