Koninklijk besluit tot oprichting van gewestelijke paritaire comités voor de bedienden der stadstramwegen, -trolleybussen en -autobussen., de 1 août 1968
Artikel 1. Bij het Nationaal Paritair Comité voor de bedienden der stadstramwegen, -trolleybussen en -autobussen worden de volgende gewestelijke paritaire comités opgericht :
-
Gewestelijk Paritair Comité voor de bedienden van het intercommunaal vervoer te Brussel, met zijn zetel te Brussel;
-
Gewestelijk Paritair Comité voor de bedienden van het intercommunaal vervoer te Antwerpen, met zijn zetel te Antwerpen;
-
Gewestelijk Paritair Comité voor de bedienden van het intercommunaal vervoer van het Luikse, met zijn zetel te Luik;
-
Gewestelijk Paritair Comité voor de bedienden van het intercommunaal vervoer te Gent, met zijn zetel te Gent;
-
Gewestelijk Paritair Comité voor de bedienden van het intercommunaal vervoer te Verviers, met zijn zetel te Verviers;
-
Gewestelijk Paritair Comité voor de bedienden van het intercommunaal vervoer te Charleroi, met zijn zetel te Charleroi.
Art. 2. Het aantal effectieve en plaatsvervangende leden, die enerzijds de werkgeversgroep en anderzijds de werknemersgroep vertegenwoordigen, wordt voor elke groep en voor elk der gewestelijke paritaire comités als volgt vastgesteld :
-
Gewestelijk Paritair Comité voor de bedienden van het intercommunaal vervoer te Brussel : 6;
-
Gewestelijk Paritair Comité voor de bedienden van het intercommunaal vervoer te Antwerpen : 4;
-
Gewestelijk Paritair Comité voor de bedienden van het intercommunaal vervoer van het Luikse : 4;
-
Gewestelijk Paritair Comité voor de bedienden van het intercommunaal vervoer te Gent : 4;
-
Gewestelijk Paritair Comité voor de bedienden van het intercommunaal vervoer te Verviers : 4;
-
Gewestelijk Paritair Comité voor de bedienden van het intercommunaal vervoer te Charleroi : 4.
Art. 3. De representatieve professionele of interprofessionele organisaties van werkgevers en werknemers der in artikel 1 bedoelde stadstramwegen, -trolleybussen en -autobussen zullen, rekening gehouden met artikelen 4, 5 en 6, binnen de termijn van een maand, te rekenen vanaf de bekendmaking van dit besluit, een dubbele lijst van kandidaten voordragen voor elk mandaat van effectief en plaatsvervangend lid waarop deze organisaties menen recht te hebben.
De duur van de mandaten bedraagt zes jaar.
De ter vervanging van overleden of ontslagnemende leden benoemde leden voleindigen het mandaat van degene die zij vervangen.
Het mandaat eindigt van rechtswege wanneer het lid ophoudt te behoren tot de nationale organisatie, die hem, toen hij er bij aangesloten was, voorgesteld...
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI