13 NOVEMBER 2002. - Ministerieel besluit houdende verschillende bepalingen betreffende de specialisten in opruiming en vernietiging van ontploffingstuigen van de Krijgsmacht

De Minister van Landsverdediging,

Gelet op het koninklijk besluit van 11 november 2002 houdende toekenning van toelagen aan de specialisten in opruiming en vernietiging van ontploffingstuigen van de Krijgsmacht en houdende wijziging van het koninklijk besluit van 21 januari 1971 betreffende de toekenning van toelagen aan leden van de krijgsmacht, evenals aan sommige leden van het burgerlijk personeel van het departement van Landsverdediging, voor sommige werken of prestaties van bijzonder gevaarlijke of ongezonde aard, inzonderheid op artikelen 2 en 7;

Gelet op het koninklijk besluit van 21 december 2001 tot bepaling van de algemene structuur van het ministerie van Landsverdediging en tot vastlegging van de bevoegdheden van bepaalde autoriteiten, inzonderheid op artikel 14;

Gelet op het protocol van het onderhandelingscomité van het militair personeel van de Krijgsmacht, afgesloten op 25 september 2001;

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 30 november 2001;

Gelet op het adviezen 33.846/2/V en 33.847/2/V van de Raad van State, gegeven op 2 september 2002;

Besluit :

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder « prestatie » : « prestatie van opruiming of vernietiging van ontploffingstuigen ».

Art. 2. Wordt beschouwd als zijnde een prestatie, de uitvoering van één van de volgende operaties :

  1. de detectie, met geschikte middelen, van munitie en explosieven waarvan de aanwezigheid op een min of meer bepaalde plaats wordt vermoed;

  2. de externe identificatie van de opgespoorde munitie en explosieven, om de aard en in het bijzonder de ontstekingsmechanismen ervan te bepalen;

  3. de evaluatie om de later toe te passen interventieprocédés te bepalen en om in voorkomend geval, indien dit bij de localisatie nog niet gebeurde, de beschermings- en veiligheidsmaatregelen te verbeteren of op te leggen;

  4. de neutralisatie die het geheel omvat van de procédés aangewend om de ontstekingssystemen van munitie en explosieven buiten werking te stellen;

  5. de conditionering en de evacuatie van de munitie en de explosieven die niet ter plaatse konden worden vernietigd en die naar een opslagplaats en/of vernietigingsterrein moeten worden geëvacueerd;

  6. het sorteren alsook het reinigen van de munitie bij aankomst in de zone bestemd voor dit doel, teneinde de twijfelachtige munitie, waarvan de uitwendige kenmerken mogelijk wijzen op de aanwezigheid van een toxische lading, van de andere munitie te scheiden;

  7. de interne...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT