Omzendbrief inzake de wet van 2 juni 2013 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek, de wet van 31 december 1851 met betrekking tot de consulaten en de consulaire rechtsmacht, het Strafwetboek, het Gerechtelijk Wetboek en de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, met het oog op de strijd tegen de schijnhuwelijken en de schijnwettelijke samenwoningen, de 6 septembre 2013

Article M. HOOFDSTUK I. - Huwelijk.

  1. Akte van aangifte

    A.1. Indien men een huwelijk wil aangaan moet men hiervan aangifte doen bij de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente waar, op de datum van opmaak van de akte van aangifte, een van de aanstaande echtgenoten zijn inschrijving in het bevolkings-, vreemdelingen- of wachtregister heeft. Teneinde het recht op huwelijk te garanderen, is tevens voorzien dat indien geen van beide aanstaande echtgenoten een inschrijving heeft in een van deze registers, of indien de actuele verblijfplaats van één van hen of beiden om gegronde redenen niet met deze inschrijving overeenstemt (b.v. binnenschippers, betrokkene bevindt zich in een ziekenhuis, enz.), de aangifte kan gebeuren bij de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente van de actuele verblijfplaats van een van de aanstaande echtgenoten (geen gegronde redenen zijn b.v. het loutere feit dat uren waarop het in een bepaalde gemeente mogelijk is om te huwen voor betrokkenen beter uitkomen, dat het in bepaalde gemeenten goedkoper is om op een welbepaalde dag te huwen, een mooier kader, enz.).

    Voor Belgen die in het buitenland verblijven en die niet zijn ingeschreven in het bevolkingsregister van een Belgische gemeente, bestaat ook de mogelijkheid om in België een aangifte van het huwelijk te doen, en derhalve in België te huwen. Het volstaat dat één van de aanstaande echtgenoten de Belgische nationaliteit bezit.

    In deze gevallen kan de aangifte gebeuren bij de ambtenaar van de burgerlijke stand :

    - van de gemeente van de laatste inschrijving in het bevolkings-, vreemdelingen- of wachtregister van een van de aanstaande echtgenoten

    - van de gemeente waar een bloedverwant tot en met de tweede graad van een van de aanstaande echtgenoten zijn inschrijving heeft op de datum van de opmaak van de akte

    - of van de geboorteplaats van een van de aanstaande echtgenoten.

    Bij ontstentenis hiervan kan de aangifte gebeuren bij de ambtenaar van de burgerlijke stand van de stad Brussel.

    Ter verduidelijking dient te worden opgemerkt dat de aangifte in de gemeente van laatste inschrijving in het vreemdelingen- of wachtregister, betrekking heeft op die gevallen waar betrokkene op het ogenblik van het verlaten van het grondgebied nog niet in het bezit was van de Belgische nationaliteit.

    Wanneer minstens één van de echtgenoten op de dag van de opmaak van de akte van aangifte zijn inschrijving in het bevolkings-, vreemdelingen- of wachtregister of zijn actuele verblijfplaats niet heeft binnen de gemeente waar de aangifte wordt gedaan, dient de ambtenaar van de burgerlijke stand die de akte heeft opgemaakt, onmiddellijk, bij voorkeur door middel van e-mail en bij ontstentenis hiervan door middel van fax of gewone brief een afschrift van de akte over te maken aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente van inschrijving in vermelde registers of van de actuele verblijfplaats van deze aanstaande echtgenoot of echtgenoten. Op deze manier kan ook door deze laatstgenoemde ambtenaar van de burgerlijke stand worden nagegaan of er geen huwelijksbeletselen zijn. In voorkomend geval meldt hij dit binnen de tien dagen aan de ambtenaar van de burgerlijke stand die de akte van aangifte heeft opgemaakt. Zo kan hij bijvoorbeeld ook meedelen dat betrokkenen in zijn gemeente reeds tevergeefs hebben geprobeerd een aangifte te doen of een huwelijk te sluiten. De eventuele melding van het bestaan van huwelijksbeletselen gebeurt schriftelijk bij voorkeur door middel van e-mail en bij ontstentenis hiervan door middel van fax of gewone brief.

    A.2. Voor ieder van de aanstaande echtgenoten dienen bij de aangifte van het huwelijk aan de ambtenaar van de burgerlijke stand de in artikel 64 opgesomde documenten te worden voorgelegd. Deze bepaling is er op gericht een einde te maken aan de bestaande rechtsonzekerheid inzake de bij een huwelijk voor te leggen documenten. De voorlegging van de volgende documenten is vereist :

    1. een voor eensluidend verklaard afschrift van de akte van geboorte. Aan de mogelijkheid om, deze te vervangen door een akte van bekendheid zoals bedoeld in de artikelen 70 tot 72ter van het Burgerlijk Wetboek wordt niet geraakt :

      - in geval van onmogelijkheid of zware moeilijkheden om de voor het huwelijk vereiste akte van geboorte over te leggen, kan deze vervangen worden door een akte van bekendheid afgegeven door de vrederechter van zijn geboorteplaats of woonplaats;

      - de echtgenoot, geboren in het buitenland, die in de onmogelijkheid verkeert zich de akte van geboorte te verschaffen moet evenwel een gelijkwaardig document overleggen, afgegeven door de diplomatieke of consulaire overheden van het land van geboorte : in geval van onmogelijkheid of zware moeilijkheiden om zich dit document te verschaffen, kan hij de akte van geboorte vervangen door een akte van bekendheid afgegeven door de vrederechter van zijn woonplaats;

      - indien een van de aanstaande echtgenoten in de onmogelijkheid verkeert zich zodanige akte van bekendheid te verschaffen, kan die akte, met verlof van de rechtbank, vervangen worden door een beëdigde verklaring van de aanstaande echtgenoot zelf;

      - de aanstaande echtgenoot die reeds een akte van bekendheid of verlof om een beëdigde verklaring af te leggen werd verkregen, en die aantoont dat hij nog steeds in de onmogelijkheid verkeert de akte van geboorte over te leggen, kan deze vervangen door de akte van bekendheid of door het verlof, voor zover de juistheid van de gegevens die zij bevat, niet wordt weerlegd.

    2. een bewijs van identiteit : een document waaruit de identiteit van de betrokkene blijkt (b.v. een identiteitskaart, een paspoort);

    3. een bewijs van nationaliteit;

    4. een bewijs van de ongehuwde staat, en in voorkomend geval van de ontbinding of nietigverklaring van de vorige huwelijken;

    5. een bewijs van de inschrijving in het bevolkings-, vreemdelingen of wachtregister en/of een bewijs van de actuele verblijfplaats : op basis hiervan kan de ambtenaar van de burgerlijke stand zijn territoriale bevoegdheid nagaan;

    6. in voorkomend geval, een gelegaliseerd schriftelijk bewijs uitgaande van de bij de aangifte van het huwelijk afwezige aanstaande echtgenoot, waaruit diens instemming met de aangifte blijkt : dit document dient enkel te worden overgelegd indien de aangifte slechts door één van de aanstaande echtgenoten wordt gedaan;

    7. ieder ander authentiek stuk waaruit blijkt dat in hoofde van de betrokkene is voldaan aan de door de wet gestelde voorwaarden om een huwelijk te mogen aangaan : het betreft hier o.m. de zogenaamde wetscertificaten die de ambtenaar van de burgerlijke stand moeten toelaten na te gaan of is voldaan aan de door het toepasselijke recht gestelde voorwaarden, of ieder ander document dat de ambtenaar van de burgerlijke stand noodzakelijk vindt om te kunnen nagaan of aan de gestelde voorwaarden is voldaan (b.v. een eventuele ontheffing van de leeftijdsvereiste door de jeugdrechtbank, enz.).

      Wanneer de overgelegde documenten in een vreemde taal zijn opgesteld, kan de ambtenaar van de burgerlijke stand om een voor eensluidend verklaarde vertaling ervan verzoeken.

      Er dient op te worden toegezien dat de overgelegde vreemde documenten op een afdoende wijze werden gelegaliseerd. In dit kader kan o.m. worden verwezen naar de omzendbrief van 14 december 2006 houdende instructies inzake legalisatie (B.S., 11 januari 2007), en de instructies terzake van de Minister van Buitenlandse Zaken.

      De ambtenaar van de burgerlijke stand levert na ontvangst van alle documenten, in voorkomend geval met eensluidend verklaarde vertaling en op afdoende wijze gelegaliseerd, een bericht van ontvangst af aan de aanstaande echtgenoten of aan één van de aanstaande echtgenoten, voor zover deze beschikt over een gelegaliseerd schriftelijk bewijs uitgaande van de bij de aangifte van het huwelijk afwezige aanstaande echtgenoot waaruit diens instemming met de aangifte blijkt, zoals bedoeld in artikel 64, § 1, 6° van het Burgerlijk Wetboek.

      Indien niet alle documenten worden voorgelegd, wordt het bericht van ontvangst niet afgeleverd.

      Het afleveren van een bericht van ontvangst is niet nodig in de gevallen waar de ambtenaar van de burgerlijke stand de akte van aangifte van huwelijk onmiddellijk opmaakt.

      Het bericht van ontvangst dient enkel tot bewijs van...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT