Samenwerkingsakkoord houdende uitvoering van het samenwerkingsakkoord van 2 februari 2018 tussen de Federale Staat, het Waals Gewest, het Vlaams Gewest, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Duitstalige Gemeenschap met betrekking tot de coördinatie tussen het beleid inzake de toelatingen tot arbeid en het beleid inzake de verblijfsvergunningen en inzake de normen betreffende de tewerkstelling en het verblijf van buitenlandse arbeidskrachten en wat betreft de oprichting van een elektronisch platform in het kader van de gecombineerde verblijfsaanvraagprocedure met het oog op tewerkstelling, de 5 mars 2021

HOOFDSTUK 1. - ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1. § 1. Dit samenwerkingsakkoord creëert een gemeenschappelijk elektronisch platform dat bestemd is voor:

  1. de indiening, via de elektronische weg, van een verblijfsaanvraag met het oog op werk voor een periode van meer dan negentig dagen, die leidt tot de afgifte, in het kader van één administratieve handeling, van een gecombineerde titel die zowel een verblijfsvergunning als een toelating tot arbeid omvat;

  2. het verzamelen en opslaan van de documenten en inlichtingen die noodzakelijk zijn voor het onderzoek van de verblijfsaanvragen met het oog op werk voor een periode van meer dan negentig dagen door de diensten die bevoegd zijn voor het verblijf en de tewerkstelling van buitenlandse werknemers en de beslissingen die na deze aanvragen worden genomen;

  3. de beveiligde uitwisseling van gegevens en de genomen beslissingen tussen de diensten die bevoegd zijn voor de verblijfsaanvragen met het oog op werk voor een periode van meer dan negentig dagen.

    § 2. Het onderzoek van de verblijfsaanvragen met het oog op werk voor een periode van meer dan negentig dagen wordt uitgevoerd in het kader van de gecombineerde aanvraagprocedure voor het bekomen van een gecombineerde vergunning of een verblijfstitel met het oog op werk die voorzien wordt door :

  4. het samenwerkingsakkoord van 2 februari 2018;

  5. het samenwerkingsakkoord van 6 december 2018 houdende uitvoering van dit akkoord;

  6. elk samenwerkingsakkoord dat bijzondere modaliteiten bevat ter uitvoering van het samenwerkingsakkoord van 2 februari 2018, overeenkomstig artikel 1, § 2, tweede lid van dat akkoord.

    § 3. De technische en organisatorische modaliteiten voor de uitwisseling van informatie en het delen van gegevens bedoeld in paragraaf 1, 2° en 3°, worden vastgelegd in een protocolakkoord dat wordt afgesloten tussen de Dienst Vreemdelingenzaken, de gewestelijke overheden en de RSZ, voor de gegevensverwerking in het kader van het onderzoek van de aanvragen bedoeld in paragraaf 2.

    Art. 2. Met het oog op de toepassing van de gecombineerde aanvraagprocedure legt dit akkoord ook de voorwaarden vast waaronder de diplomatieke posten, de gemeentebesturen en de diensten die bevoegd zijn voor inspectie de gegevens die op het elektronisch platform bewaard worden, kunnen raadplegen.

    Art. 3. Dit samenwerkingsakkoord is van toepassing op de volgende categorieën van onderdanen van derde landen :

  7. de onderdanen van derde landen die op het Belgisch grondgebied willen verblijven om er te werken voor een periode van meer dan negentig dagen;

  8. de onderdanen van derde landen die een machtiging tot verblijf op het Belgisch grondgebied aanvragen, met het oog op een hooggekwalificeerde betrekking in het kader van de Europese blauwe kaart;

  9. de onderdanen van derde landen die een machtiging tot verblijf met het oog op tewerkstelling aanvragen voor een periode langer dan negentig dagen, in de hoedanigheid van seizoenarbeider op de lijsten van de sectoren waar seizoensafhankelijke activiteiten voorkomen, die door de Gewesten worden opgesteld;

  10. de onderdanen van derde landen die een aanvraag voor een vergunning voor een binnen een onderneming overgeplaatste persoon indienen, of een aanvraag voor een vergunning voor lange-termijnmobiliteit in de hoedanigheid van leidinggevenden ICT, experts ICT of stagiair-werknemers ICT;

  11. de onderdanen van derde landen die een aanvraag voor een machtiging tot verblijf met het oog op onderzoek indienen, of een aanvraag voor een machtiging tot lange-termijnmobiliteit, op basis van een gastovereenkomst bij een erkende onderzoeksinstelling;

  12. de onderdanen van derde landen die een aanvraag voor een machtiging tot verblijf met het oog op een stage indienen;

  13. de onderdanen van derde landen die een aanvraag voor een machtiging tot verblijf met het oog op vrijwilligerswerk in het kader van Europees vrijwilligerswerk indienen;

  14. de onderdanen van derde landen die een aanvraag voor een machtiging tot verblijf met het oog op werk indienen die valt onder richtlijnen die zijn uitgevaardigd op grond van artikel 79, § 2, a) en b) van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie, wanneer ze de voorwaarden voor toegang en verblijf van de onderdanen van derde landen met het oog op een tewerkstelling gedurende een periode van meer dan negentig dagen bepalen.

    Art. 4. In het kader van de toepassing van de gecombineerde aanvraagprocedure hebben de termen die gedefinieerd worden in artikel 4 van de Algemene verordening gegevensbescherming dezelfde betekenis in dit samenwerkingsakkoord.

    Art. 5. Het elektronisch platform heeft tot doel :

  15. de indiening van de verblijfsaanvragen met het oog op werk voor een periode van meer dan negentig dagen te vergemakkelijken, door de werknemers en de werkgevers een elektronisch uniek loket aan te bieden;

  16. de administratieve last van de verwerking van de verblijfsaanvragen met het oog op werk te verlichten;

  17. de beveiligde uitwisseling van gegevens tussen de diensten die bevoegd zijn in het kader van de toepassing van de gecombineerde aanvraagprocedure mogelijk te maken, met respect voor de regels betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens.

    HOOFDSTUK 2. - VERWERKINGSVERANTWOORDELIJKEN EN VERWERKER

    Art. 6. Wat het onderzoek van de aanvragen voor een machtiging tot verblijf betreft, is de Dienst Vreemdelingenzaken de verwerkingsverantwoordelijke van de persoonsgegevens in de zin van artikel 4, punt 7), van de Algemene verordening gegevensbescherming.

    Wat het onderzoek van de aanvragen voor een toelating tot arbeid betreft, is de gewestelijke overheid de verwerkingsverantwoordelijke van de persoonsgegevens in de zin van artikel 4, punt 7), van de Algemene verordening gegevensbescherming.

    Overeenkomstig artikel 26 van de Algemene verordening gegevensbescherming zijn de Dienst Vreemdelingenzaken en de gewestelijke overheden gezamenlijk verantwoordelijk voor de verwerking in het kader van het elektronisch platform.

    Art. 7. § 1. De RSZ is de verwerker, in de zin van artikel 4, punt 8), van de Algemene verordening gegevensbescherming.

    De RSZ is verantwoordelijk voor de technische ontwikkeling, de werking en het onderhoud van het elektronisch platform.

    § 2 De modaliteiten voor de uitvoering van verplichtingen vervat in artikel 28 van de Algemene verordening gegevensbescherming worden gepreciseerd in het protocolakkoord dat bedoeld wordt in artikel 1, § 3.

    De beveiliging van de verwerking bedoeld in artikel 32 van de Algemene verordening gegevensbescherming wordt bepaald in het protocolakkoord bedoeld in artikel 1, § 3.

    HOOFDSTUK 3. - RECHTMATIGHEID EN DOELEINDE VAN DE VERWERKING

    Art. 8. § 1. Overeenkomstig artikel 6, punt c), van de Algemene verordening gegevensbescherming is de verwerking van de persoonsgegevens in het kader van de gecombineerde aanvraagprocedure noodzakelijk om te voldoen aan een wettelijke verplichting die op de verwerkingsverantwoordelijken rust.

    § 2. De Dienst Vreemdelingenzaken en de gewestelijke overheden die bevoegd zijn voor de tewerkstelling van buitenlandse werknemers zijn belast met de toepassing van de gecombineerde aanvraagprocedure die voorzien wordt door :

  18. het samenwerkingsakkoord van 2 februari 2018 dat de richtlijn 2011/98/EU van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2011 betreffende één enkele aanvraagprocedure voor een gecombineerde vergunning voor onderdanen van derde landen om te verblijven en te werken op het grondgebied van een lidstaat, alsmede inzake een gemeenschappelijk pakket rechten voor werknemers uit derde landen die legaal in een lidstaat verblijven gedeeltelijk omzet;

  19. het uitvoerend samenwerkingsakkoord van 6 december 2018 dat de volgende Europese richtlijnen gedeeltelijk omzet:

    1. richtlijn 2009/50/EG van de Raad van 25 mei 2009 betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van onderdanen van derde landen met het oog op een hooggekwalificeerde baan;

    2. richtlijn 2014/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van onderdanen van derde landen met het oog op tewerkstelling als seizoenarbeider;

    3. richtlijn 20014/66/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van onderdanen van derde landen in het kader van een overplaatsing binnen een onderneming;

    4. richtlijn 2016/801 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2016 betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van derdelanders met het oog op onderzoek, studie, stages, vrijwilligerswerk, scholierenuitwisseling, educatieve projecten of au-pairactiviteiten.

  20. elk samenwerkingsakkoord dat bijzondere modaliteiten bevat ter houdende uitvoering van het samenwerkingsakkoord van 2 februari 2018, overeenkomstig artikel 1, § 2, tweede lid van dat akkoord

    § 3. De Dienst Vreemdelingenzaken is belast met de uitvoering van het Belgisch en Europees migratiebeleid dat voorzien wordt door :

  21. de wet van 15 december 1980;

  22. het koninklijk besluit van 8 oktober 1981 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.

    § 4. De dienst Economische Migratie van het Departement Werk en Sociale Economie van het Vlaams Ministerie voor Werk en Sociale Economie is belast met de toepassing van :

  23. de wet van 30 april 1999 betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers;

  24. het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2018 houdende uitvoering van de wet van 30 april 1999 betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers.

    § 5. De Direction de l'Emploi et des Permis de travail van het Département de l'Emploi et de la Formation professionnelle van de Direction générale Economie, Emploi et Recherche van de Service Public Wallonie is belast met de toepassing van :

  25. de wet van 30 april 1999 betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers;

  26. het besluit van de Waalse Regering van 16 mei 2019...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT