Koninklijk besluit tot vaststelling van de rustdagen als vermindering van de arbeidsduur, toegekend aan de werklieden tewerkgesteld door de werkgevers die onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf ressorteren., de 11 novembre 2002

Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op de werkgevers die onder het Paritair ComitÈ voor het bouwbedrijf ressorteren en op de werklieden die ze tewerkstellen.

Art. 2. De werklieden, bedoeld in artikel 1, hebben in 2003 recht op zes rustdagen als volgt vastgesteld :

- 18 april;

- 2 mei;

- 30 mei;

- 10 november;

- 22 december;

- 23 december.

Art. 3. De werklieden, bedoeld in artikel 1, hebben in 2004 recht op zes rustdagen als volgt vastgesteld :

- 9 april;

- 21 mei;

- 12 november;

- 24 december;

- 28 december;

- 29 december.

Art. 4. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2003.

Art. 5. Onze Minister van Werkgelegenheid en Onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 11 november 2002.

ALBERT

Van Koningswege :

De Minister van Werkgelegenheid,

Mevr. L. ONKELINX

De Minister van Sociale Zaken en Pensioenen,

F. VANDENBROUCKE.

Aanhef

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het koninklijk besluit nr. 213 van 26 september 1983 betreffende de arbeidsduur in de ondernemingen die onder het Paritair ComitÈ voor het bouwbedrijf ressorteren, inzonderheid op artikel 2, zesde lid, ingevoegd bij de wet van 12 augustus 2000;

Gelet op het advies van het Paritair ComitÈ voor het bouwbedrijf;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoˆrdineerd op...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT