Decreet houdende wijziging van het decreet van 18 mei 1999, houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, en van het decreet betreffende de ruimtelijke ordening, gecoördineerd op 22 oktober 1996., de 13 juillet 2001

Artikel 1. Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid.

Art. 2. Aan artikel 88, § 2, van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, worden een 4° en een tweede, derde, vierde en vijfde lid toegevoegd, die luiden als volgt :

" 4° wanneer op basis van het in werking getreden ruimtelijk uitvoeringsplan een perceel met een vergunde woning in aanmerking komt voor een stedenbouwkundige vergunning overeenkomstig artikel 99, § 1, 1°, terwijl de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van dat plan voor die woning toepassing kon gemaakt worden van de bepalingen van artikel 145bis en 195bis, eerste lid, 1°, 2° en 3°.

De vrijstelling van de planbaten bedoeld in het eerste lid, 4° geldt niet voor woningen, met een kadastraal inkomen hoger dan 750 euro, in één van de volgende gevallen :

  1. als het aantal woongelegenheden op het perceel wordt verhoogd;

  2. als er een gehele of gedeeltelijke wijziging van de hoofdfunctie van de woning naar een andere dan de woonfunctie wordt toegestaan, zoals bedoeld in artikel 99, § 1, 6°;

  3. als de volumenormen, vervat in artikel 145bis en 195bis, eerste lid, 1° met meer dan 25 % worden overschreden.

    De Vlaamse regering stelt hiervoor de nadere regels vast.

    De planbaten zijn, in de gevallen bedoeld in het tweede lid, slechts verschuldigd op het ogenblik van het afleveren van een stedenbouwkundige vergunning, zoals bedoeld in het eerste lid, 4°.

    De vrijstelling van de planbaten bedoeld in het eerste lid, 4°, geldt eveneens niet voor woningen waarvan kan worden aangetoond dat een speculatieve meerwaarde in de periode van 18 mei 1999 tot de inwerkingtreding van deze bepaling werd gerealiseerd. De Vlaamse regering stelt hiervoor de nadere regels vast. ".

    Art. 3. In artikel 89, § 4, van hetzelfde decreet worden 4° en de volgende leden opgeheven.

    Art. 4. Aan artikel 99, § 1, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 26 april 2000, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

    1. aan het eerste lid, 1°, worden de woorden "die geen betrekking hebben op de stabiliteit" toegevoegd;

    2. in het derde lid worden de woorden "zoals bedoeld in het eerste lid, 1° " vervangen door de woorden "die geen betrekking hebben op de stabiliteit".

      Art. 5. In artikel 100, § 5, eerste lid, van hetzelfde decreet, worden de woorden "instandhoudings- of onderhoudswerken" vervangen door de woorden "instandhoudings- of onderhoudswerken, welke al dan niet betrekking hebben op de stabiliteit,".

      Art. 6. In artikel 109, § 1, van hetzelfde decreet wordt na het derde lid het volgende lid ingevoegd :

      " De vergunningsaanvragen in het kader van artikel 145bis en 195bis, eerste lid, 1° en 2°, worden onderworpen aan een openbaar onderzoek. ".

      Art. 7. In titel IV van hetzelfde decreet wordt het opschrift van hoofdstuk IV vervangen door wat volgt :

      " HOOFDSTUK IV. - Rechtszekerheid inzake vergunde woningen en gebouwen, die gelegen zijn buiten de geëigende bestemmingszone.".

      Art. 8. In artikel 145 van hetzelfde decreet, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

    3. in § 1, eerste lid, 2°, worden de woorden "gedurende ten minste drie jaar en" en de woorden "door de aanvrager die tevens eigenaar is of erfgenaam in rechte lijn van de eigenaar" geschrapt;

    4. in § 1, eerste lid, 3°, worden de woorden "de vernieling of beschadiging" vervangen door de woorden "het toekennen van het verzekeringsbedrag";

    5. in § 1, eerste lid, wordt 4° vervangen door wat volgt :

      " 4° het voorwerp van de aanvraag is niet gelegen in : de groengebieden, natuurgebieden, natuurgebieden met wetenschappelijke waarde, natuurreservaten, natuurontwikkelingsgebieden, bosgebieden, valleigebieden en brongebieden, zoals aangeduid in de plannen van aanleg of de ermee vergelijkbare gebieden zoals aangeduid in de ruimtelijke uitvoeringsplannen, evenals in de beschermde duingebieden en voor het duingebied belangrijke landbouwgebieden, aangeduid krachtens het decreet van 14 juli 1993 houdende maatregelen tot bescherming van de kustduinen";

    6. paragraaf 2 wordt vervangen door wat volgt :

      " § 2. De Vlaamse regering zal de grondwaarde vergoeden en de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT