Arrest nr. 177/2002 van 5 december 2002 Rolnummers 2271, 2272, 2274 en 2276 In zake : de beroepen tot vernietiging van de wet van 30 maart 2001 betreffende het pensioen van het personeel van de po

Arrest nr. 177/2002 van 5 december 2002

Rolnummers 2271, 2272, 2274 en 2276

In zake : de beroepen tot vernietiging van de wet van 30 maart 2001 betreffende het pensioen van het personeel van de politiediensten en hun rechthebbenden, ingesteld door J.-Y. Stevens en anderen.

Het Arbitragehof,

samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters L. François, P. Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman en E. Derycke, bijgestaan door de griffier L. Potoms, onder voorzitterschap van voorzitter M. Melchior,

wijst na beraad het volgende arrest :

I. Onderwerp van de beroepen

Bij verzoekschriften die aan het Hof zijn toegezonden bij op 11, 15, 17 en 16 oktober 2001 ter post aangetekende brieven en ter griffie zijn ingekomen op 12, 16, 18 en 19 oktober 2001, is beroep tot gehele of gedeeltelijke vernietiging ingesteld van de wet van 30 maart 2001 betreffende het pensioen van het personeel van de politiediensten en hun rechthebbenden (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 18 april 2001) door respectievelijk :

- J.-Y. Stevens, wonende te 5170 Lustin, rue des Quatre Arbres 31, P. Cappuyns, wonende te 1380 Lasne, rue Charlier 5, P. Delcroix, wonende te 1340 Ottignies, chaussée de la Croix 14, E. Lispet, wonende te 5350 Evelette, route de Résimont 127, R. Noga, wonende te 4420 Montegnée, rue Joseph Dejardin 115, D. Hagelstein, wonende te 5002 Namen, rue de Gembloux 66, en O. Onkelincx-Hubeaux, wonende te 5580 Laloux, rue Saint-Barthélémy 1;

- M. Van de Wouwer, wonende te 4030 Grivegnée, rue César de Paepe 27;

- P. Lambert, wonende te 4602 Wezet-Cheratte, rue Aux Communes 70, J.-M. Hottat, wonende te 1080 Brussel, Aubadestraat 4/9, P. Meert, wonende te 7863 Lessen, Stoquoit 9, J.-C. Delcampe, wonende te 4671 Saive, Allée des Bouleaux 3, J.-P. Hunninck, wonende te 1080 Brussel, Dolfijnenstraat 15/2, en S. Hazaert, wonende te 1170 Brussel, IJsvogellaan 23/14;

- de v.z.w. Syndicaat van de Belgische politie, met zetel te 1060 Brussel, Henri Jasparlaan 114/19, A. Delcourt, wonende te 6141 Forchies-la-Marche, rue des Prisonniers de Guerre 28, L. Leemans, wonende te 1700 Dilbeek, Kerselaarstraat 155, C. Huberty, wonende te 1170 Brussel, Lambert Vanderveldestraat 9, R. Bamps, wonende te 6700 Aarlen, route de Neufchâteau 445, M.-P. Gaillard, wonende te 5100 Wépion, Chemin des Vignerons 56, en S. Noirfalise, wonende te 4181 Filot, rue de la Grange 4.

Die zaken zijn ingeschreven respectievelijk onder de nummers 2271, 2272, 2274 en 2276 van de rol van het Hof.

II. De rechtspleging

Bij beschikkingen van 12, 16, 18 en 19 oktober 2001 heeft de voorzitter in functie de rechters van de respectieve zetels aangewezen overeenkomstig de artikelen 58 en 59 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof.

De rechters-verslaggevers hebben geoordeeld dat er geen aanleiding was om in die zaken artikel 71 of 72 van de organieke wet toe te passen.

Bij beschikking van 17 oktober 2001 heeft het Hof de zaken nrs. 2271 en 2272 samengevoegd.

Bij beschikking van 30 oktober 2001 heeft het Hof de zaken nrs. 2274 en 2276 samengevoegd met de reeds samengevoegde zaken nrs. 2271 en 2272.

Van de beroepen is kennisgegeven overeenkomstig artikel 76 van de organieke wet bij op 11 december 2001 ter post aangetekende brieven.

Het bij artikel 74 van de organieke wet voorgeschreven bericht is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 18 december 2001.

De Ministerraad, Wetstraat 16, 1000 Brussel, heeft een memorie ingediend bij op 25 januari 2002 ter post aangetekende brief.

Van die memorie is kennisgegeven overeenkomstig artikel 89 van de organieke wet bij op 27 februari 2002 ter post aangetekende brieven.

Memories van antwoord zijn ingediend door :

- de verzoekende partijen in de zaak nr. 2271, bij op 27 maart 2002 ter post aangetekende brief;

- de verzoekende partijen in de zaak nr. 2274, bij op 28 maart 2002 ter post aangetekende brief;

- de verzoekende partijen in de zaak nr. 2276, bij op 28 maart 2002 ter post aangetekende brief;

- de verzoekende partij in de zaak nr. 2272, bij op 12 april 2002 ter post aangetekende brief.

Bij beschikkingen van 27 maart en 26 september 2002 heeft het Hof de termijn waarbinnen het arrest moet worden gewezen, verlengd tot respectievelijk 11 oktober 2002 en 11 april 2003.

Bij beschikking van 3 juli 2002 heeft het Hof de zaken in gereedheid verklaard en de dag van de terechtzitting bepaald op 25 september 2002 na de verzoekende partijen te hebben verzocht in een aanvullende memorie - in te dienen uiterlijk op 16 september 2002, waarvan zij binnen dezelfde termijn een afschrift aan de andere partijen doen toekomen - te antwoorden op de volgende vraag :

Welke agenten worden bedoeld met de categorie van burgeragenten van de voormalige rijkswacht, van de voormalige gemeentepolitie en van de voormalige gerechtelijke politie en welke pensioenregeling was op hen van toepassing vóór de hervorming die werd ingevoerd bij de wet van 30 maart 2001 betreffende het pensioen van het personeel van de politiediensten en hun rechthebbenden ?

Van die beschikking is kennisgegeven aan de partijen en hun advocaten bij op 4 juli 2002 ter post aangetekende brieven.

Bij beschikking van 3 juli 2002 heeft voorzitter M. Melchior de zaken voorgelegd aan het Hof in voltallige zitting.

Aanvullende memories zijn ingediend door :

- de Ministerraad, bij op 12 september 2002 ter post aangetekende brief;

- de verzoekende partijen in de zaak nr. 2276, bij op 13 september 2002 ter post aangetekende brief.

Op de openbare terechtzitting van 25 september 2002 :

- zijn verschenen :

. Mr. D. Renders en Mr. B. Cambier, advocaten bij de balie te Brussel, voor de verzoekende partijen in de zaak nr. 2271;

. Mr. F. Copine, advocaat bij de balie te Luik, voor de verzoekende partij in de zaak nr. 2272;

. Mr. B. Cambier en Mr. D. Renders, advocaten bij de balie te Brussel, voor de verzoekende partijen in de zaken nrs. 2274 en 2276;

. Mr. J.-L. Jaspar, advocaat bij de balie te Brussel, voor de Ministerraad;

- hebben de rechters-verslaggevers J.-P. Moerman en E. Derycke verslag uitgebracht;

- zijn de voornoemde advocaten gehoord;

- zijn de zaken in beraad genomen.

De rechtspleging is gevoerd overeenkomstig de artikelen 62 en volgende van de organieke wet, die betrekking hebben op het gebruik van de talen voor het Hof.

III. In rechte

- A -

Ten aanzien van het belang

In de zaak nr. 2271

A.1.1. De verzoekende partijen, die inspecteur-onderluchthavenmeester bij de luchtvaartpolitie waren, werden overgeplaatst naar het operationeel korps van de rijkswacht, in de graad van wachtmeester of eerste wachtmeester. Die benoeming werd door de Raad van State vernietigd, om reden dat de verzoekende partijen minstens in de graad van lager officier moesten worden benoemd. In afwachting van die benoeming menen de verzoekers dat zij door de bestreden wet worden gediscrimineerd.

A.1.2. De Ministerraad betwist het belang van de verzoekers om in de zaak nr. 2271 in rechte te treden. Hij beklemtoont dat zij voor het behoud van hun oorspronkelijk statuut hebben gekozen. Daaruit volgt dat de bestreden bepaling niet op hen van toepassing is.

A.1.3. In antwoord op het door de Ministerraad opgeworpen bezwaar beweren de verzoekende partijen dat, aangezien zij op ieder ogenblik voor de toepassing van het nieuwe statuut kunnen kiezen, zij erbij belang hebben dat dat statuut geen enkele discriminatie inhoudt.

In de zaak nr. 2272

A.2. De verzoeker voert voor zijn belang bij de vernietiging van de bestreden bepalingen aan dat hij als officier van het operationeel kader in de federale politie werd geïntegreerd en niet in aanmerking kan komen voor de bij die bepalingen ingevoerde gunstige regelingen op het vlak van de pensioengerechtigde leeftijd en de aan de gepensioneerden betaalde wedde.

In de zaak nr. 2274

A.3. De verzoekers zijn voormalige leden van de politie. Zij menen zowel op het vlak van hun pensioengerechtigde leeftijd als op het vlak van de berekening van het pensioenbedrag door de bestreden bepalingen te worden gediscrimineerd.

In de zaak nr. 2276

A.4.1. De v.z.w. Syndicaat van de Belgische politie meent van het rechtens vereiste belang te doen blijken, aangezien de bestreden wet afbreuk doet aan de belangen die zij met toepassing van haar statuten behartigt.

De andere verzoekers zijn voormalige leden van de gerechtelijke politie, die in de graad van inspecteur, hoofdinspecteur, commissaris en lid van het administratief en logistiek kader in de nieuwe politie werden geïntegreerd. Zij menen door de door hen bestreden bepalingen te worden gediscrimineerd, aangezien die bepalingen tot gevolg zouden hebben dat de voorwaarden inzake de pensioengerechtigde leeftijd minder gunstig zijn dan die waaraan zij vóór de hervorming waren onderworpen of die welke andere leden van de geïntegreerde politie genieten. Ook de regels voor de berekening van hun pensioen zouden minder gunstig zijn.

A.4.2. De Ministerraad beroept zich op de onontvankelijkheid van het door de v.z.w. Syndicaat van de Belgische politie ingestelde beroep. Volgens de Ministerraad is de verwijzing die de v.z.w., zonder nadere toelichting, maakt naar artikel 2 van haar statuten alsook naar de belangen die zij behartigt, niet voldoende. Het belang moet van het algemeen belang te onderscheiden zijn. De norm moet het maatschappelijk doel van de vereniging raken, die bovendien een duurzame activiteit moet hebben. Ten slotte mag het collectieve belang niet zijn beperkt tot de individuele belangen van de leden. Volgens de Ministerraad zou te dezen niet aan die voorwaarden zijn voldaan.

A.4.3. De v.z.w. betwist dat standpunt. Zij beroept zich op het feit dat de grenzen van het in artikel 2 van haar statuten omschreven maatschappelijk doel aantonen dat het niet bij het algemeen belang aanleunt. Volgens haar raakt de wet het personeel dat zij tot doel heeft te verdedigen, via de bij die wet ingevoerde overgangsregeling en definitieve regeling inzake de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT